Jasenovac, waar bedrijfsmatig gemoord werd

Op 4 maart ’99 begon te Zagreb het proces tegen Dinko Sakic. Deze oud-oustachi was commandant van het vernietigingskamp te Jasenovac. Hij werd door Argentinië uitgeleverd, waar hij naartoe vluchtte op het einde van de oorlog. Hij riskeert een gevangenisstraf van twintig jaar, wat een maximale straf is in Kroatië.

Het laatste verweer van de oorlogsmisdadigers is zich onwel voelen, als ze op het punt staan berecht te worden. Het hospitaal wordt dan mogelijk hun laatste toevluchtsoord, wat een bekend scenario is.

Het proces tegen Dinko Sakic voor misdaden tegen de mensheid, kende ook zo’n scenario. Deze criminele folteraar is 77 jaar en van Argentijnse nationaliteit en dit sinds zijn vlucht naar dit gastland, dat hem toen met open armen ontving!

Dit proces gaat terug naar een héél pijnlijke periode, waarin de verantwoordelijkheid van de Kroaten in de holocaust enorm is. Sinds ’91 werd dit land onafhankelijk. Het heeft nooit openlijk de misdaden van de Oustachi veroordeeld. Zagreb, de hoofdplaats van Kroatië, heeft altijd veel geduld geoefend en dit tot verleden jaar. Toen werd de uitlevering geëist van Dinko Sakic en zijn echtgenote Nada. Deze werd van dezelfde misdaden beschuldigd als haar man. Op 1 februari werd ze vrijgelaten, wat niet in dank werd aanvaard door Milorad Pupovac, vertegenwoordiger van de Serviërs in Kroatië. In deze context zal het gerecht in Zagreb recht moeten spreken, dus in een bedenkelijke atmosfeer.

De modelnazi

Op 21-jarige leeftijd kreeg Dinko Sakic in december ’42 het bevel over het concentratiekamp van Jasenovac. Deze plaats bevindt zcih op 120 km ten zuiden van Zagreb. Het beheer over de vrouwen en kinderen werd toevertrouwd aan zijn echtgenote Nada. Als parel aan de kroon van alle Kroatische concentratiekampen, werd Jasenovac na de oorlog het Auschwitz van Kroatië genoemd. Meer nog, het rivaliseerde in zieke-

lijke ingenieuze wreedheden naar het hogergenoemde beruchte nazimodel. In ’42 werd Jasenovac gebouwd door gedeporteerden, die ook werkten aan het consolideren van de rivieren Trebiza en Lonja en aan de bevloei-ingswerken van de aanpalende velden. De Oustachi lieten het toen helemaal inrichten met wachttorens en versterkingen, eigen aan nazikampen. Al vlug werd Jasenovac definitief het oord der verdelging. De nog valide gevangenen werkten in de fabrieken, zoals een steenbakkerij, zagerij, bloemmolen en schrijnwerkerij. Anderzijds was daar ook het kerkhof met zijn berucht crematorium, het meer, de tunnels en de rivier Sava.

Orthodoxe Serviërs, joden, zigeuners, communisten, Bosnische islamieten en Kroatische opposanten werden er geëxploiteerd en gemarteld. Vrouwen werden eerst verkracht, vooraleer men ze de dood injoeg en de kinderen werden vergiftigd.

De Oustachi stelden er zich niet mee tevreden om hun nazimeesters te imiteren. Ze vonden nieuwe foltertechnieken uit zoals een stamper om schedels in te slaan, handschoenen “versierd” met een scheermes om hun slachtoffers de keel over te snijden of op een bestiale wijze hun ingewanden eruit te halen! Onvoorstelbaar!

Ze vereeuwigden hun barbaarsheid door ze te fotograferen. Soldaten staan op het punt een gevangene te onthoofden met… een zaag! De folteraars staan er lachend bij!! Dagelijks arriveerden er een 3 a 4-dui-zend nieuwe gevangenen. Ze vervingen de afgeslachten van de vorige dag.

Het fichenstelsel

Die steekkaarten bevestigen de aanwezigheid van duizenden, die “slechts” drie jaar gevangenschap kenden. Men vergat echter melding te maken van de snelle terechtstellingen van gevangenen, die bij hun aankomst onmiddellijk vermoord werden. Hun lijken werden ofwel verast in het crematorium, ofwel dienden ze als brandstof voor de steenbakkerij.

Ook de “tewerkgestelden” stierven van ellende, door honger en dorst met daarbij een onmenselijke behandeling en ziekten. In ’45 werd door een Kroatische onderzoekscommissie bevestigd, dat er tussen de 500 a 600-duizend mensen werden omgebracht. Overlevenden spreken van wel 700-duizend! Dinko Sakic vluchtte uit Jasenovac in oktober ’44, want hij wachtte niet op de komst van de Joegoslavische partisanen, die onder de leiding van Tito, het concentratiekamp innamen en het vernietigden door het in brand te steken.

Het proces tegen Dinko Sakic, oorlogsmisdadiger van het ergste allooi, zal ons onomstotelijk vertellen of de vlammen die het concentratiekamp Jasenovac verteerden, ook de herinnering eraan hebben uitgewist…

René Van Nerum. Naar Gael Chollet.