Als je uit je land vlucht…

Vrouwen vormen de meerderheid van de totale vluchtelingenpopulatie. Slechts een minderheid van deze vrouwen bereiken Europa. De vrouwelijke vluchteling is dikwijls het doelwit van seksespecifieke vervolging. Deze vervolgingsgrond is niet expliciet vervat in de vluchtelingen-conventie van Genève. De Europese regeringen geven geen concrete richtlijnen om de vluchtmotieven van vrouwen meer recht aan te doen.Drie visies op het vluchtelingenbeleid voor de vrouwen worden in het artikel belicht.

De vluchtmotieven van de vrouw

Vrouwen vormen de meerderheid van de ruim 23 miljoen asielzoekers en vluchtelingen in de wereld. Ruim 70% van de vluchtelingen bestaat uit vrouwen en meisjes. 60 tot 80% van de vluchtelingengezinnen worden de facto door vrouwen rechtge-houden. Slechts een klein deel van de vrouwelijke vluchtelingen bereikt Europa omdat ze over geen geld beschikt, geen steun verkrijgt van haar familie, over geen paspoort beschikt of omdat ze de kinderen ten laste heeft.

De meeste vrouwelijke vluchtelingen vluchten naar de al even arme buurlanden of zijn op de vlucht in hun eigen land. Zij ontvluchten oorlog, honger maar ook de specifieke vervolgingen waarvan zij het slachtoffer zijn omdat ze vrouw zijn: verkrachting, bruidsverbranding, genitale verminking, seksueel geweld in de privésfeer. Dit zijn belangrijke motieven om op de vlucht te slaan.

Vrouwen worden ook vervolgd omdat ze zelf politiek actief zijn of omdat ze indirect betrokken zijn bij de politieke activiteiten van hun echtgenoot of familieleden (koerierdiensten, wassen en koken voor de verzetslieden). Vrouwen worden ook vervolgd omdat ze sociale gedragslijnen overtreden, (het niet dragen van een sluier of het verlies van de maagdelijkheid voor het huwelijk)

Het verblijfsrecht van de vrouwelijke vluchteling

Dan is er nog de situatie dat de meeste vrouwen in gezinsverband asiel aanvragen. De instanties beoordelen de ontvankelijkheid van de asielaanvraag op basis van het vluchtverhaal van de man. Het is mogelijk dat de vrouw vervolgd geweest is om haar vrouw zijn, het slachtoffer was van seksueel geweld. In het interview zij de kans krijgt niet om haar verhaal te doen omdat de man dat niet wil of omdat er haar niet naar gevraagd wordt of omdat zij er zich voor schaamt. De kans is immers reëel dat de vrouw in bepaalde culturen gestigmatiseerd wordt als hoer en uitgesloten wordt door haar man of de familie.

Het gevolg is dat het verblijfsrecht van de vrouw gekoppeld is aan dat van de man wat voor de nodige problemen zorgt als de man verdwijnt en zijn vrouw in de steek laat of wanneer hij komt te overlijden. Hun traditionele sociale en economische rol in hun thuisland duwt hen in een duidelijke tweederangsrol t.o.v. hun mannelijke wederhelften van bij het aankomen in het gastland. Doordat huishouden en kinderlast op hun rug terechtkomen ontbreekt het hen dikwijls aan tijd, motivatie en zelfvertrouwen om voor zichzelf op te komen

Het asielbeleid in België t.o.v. de vrouwelijke vluchteling

Het asielbeleid in ons land is niet voorzien van de passende instrumenten om tegemoet te komen aan de vraag om bescherming van vrouwen die om seksespecifieke vervolgingsgronden hier om asiel komen vragen.

In haar evaluatierapport over het asielbeleid in België1 stelt de regering dat zij haar beleid uitvoert in overeenkomst met de Conventie van Genève van 1948 en in overeenkomst met haar Europese partners. Die Schengen- en Dublinakkoorden hebben geleid tot restrictieve visa-bepalingen, beleidsinstructies voor diplomatieke posten in het buitenland en luchtvaartmaatschappijen. De regering is van plan deze akkoorden strict na te komen waarmee dan meteen wordt aangetoond hoe bijzonder ongunstig het klimaat is geworden om aandacht te vragen voor vrouwspecifieke vervolgings-gronden.

Voor de Dienst Vreemdelingenzaken en voor het Commissariaat Generaal worden er geen richtlijnen voorzien. Deze instanties zijn, volgens het rapport, van oordeel dat de Conventie ruim toepasbaar is voor vrouwen die vervolgd worden omdat ze vrouw zijn. Asiel kan verleend worden op de vijf klassieke gronden: vervolging wegens ras, nationaliteit, religie, politieke overtuiging of wegens het behoren tot een sociale groep. En op deze laatste grond kan de vrouw asiel aanvragen wanneer ze vervolgd wordt omwille van haar sekse. Over deze stellingen zijn deskundigen het eens. Ook het Commissariaat beaamt dit vanuit de praktijk. Maar het rapport vermeldt niet wat de regering’ verstaat onder ‘vervolging op grond van haar sekse’.

De werking van het Commissariaat voor Vluchtelingen en Statenlozer)2 (CGVS) tav van vrouwen

In 1992 wordt door het CGVS een onderzoek3 verricht naar de mogelijke vervolgingsgronden van de vrouwelijke vluchtelingen. Het onderzoek gebeurt op basis van de Nederlandstalige adviezen.Als we het cijfermateriaal van het CGVS van januari 1991 tot oktober 1992 bekijken dan zien we dat op het totaal van de 701 gegeven adviezen waarop de Commissaris Generaal zich heeft gesteund om een asielaanvraag te beoordelen er slechts 3 vrouwen seksueel geweld als hoofdmotief van vervolging  hebben ingeroepen, 14 vrouwen hun vrouw zijn. 35 vrouwen zijn het slachtoffer geweest van indirecte vervolging en 1 vrouw heeft de in haar land geldende sociale normen overschreden. 2 vrouwen hebben typische vormen van vrouwelijk verzet en 61 vrouwen een klassieke vervolgings-grond ingeroepen.

  • 1 Evaluatie van het asielbeleid (Nota aan de ministerraad) 4/10/1998
  • 2 Het CGVS is de instantie die asielaanvragen ten gronde moet beoordelen. Zij werd opgericht in februari 1988.
  • 3 Vrouwen op de vlucht. Sexisme in het Belgisch asielrecht? Matheve A. en Schuermans B., november 1992
Vervolgings-grondAfrikaMidden-OostenLatijns-AmertkaInd. subc. Verre OostenOost-Eur. ExUSSRTotaal
seksueel geweld21   3
vrouw zijn14   14 
indirecte vervolg.11718835
sociale normen overschrijden 1   1
typische vormen vrouwelijk verzet 1 2      1 2
politiek religieus sociale groep1829 9561
tegenstrijdigheden vreemd a/d Conventie42411321126585
Totaal aantalgenomen adviezen     701

In 585 gevallen is de aanvraag onbetrouwbaar of vreemd aan de criteria van de Vluchtelingenconventie, zodat ze niet verder tot de procedure worden toegelaten.

Dit betekent dus dat slechts 16,5% van de asielaanvragen van vrouwen tot de verdere procedure werden toegelaten. Dit betekent nog niet dat deze zullen erkend worden.Zij moeten nog de hele asielprocedure ten gronde doorlopen waarbij de vrouw nog verscheidene interviews zal moeten ondergaan en haar verhaal op waarheid wordt getest. Gezien het grote aantal vluchtelingen wordt er niet altijd voldoende tijd uitgetrokken om de vrouw de tijd te geven haar verhaal te doen aan vrouwelijke ambtenaren of te worden bijgestaan door vrouwelijke tolken en advocaten. Het is nog maar de vraag of dit de garantie betekent voor een vrouwvriendelijker onthaal. De manier waarop de ambtenaar van de vluchtelingeninstantie de vragen formuleert, de hoeveelheid kennis van cultuur en waarden van het thuisland bepalen in grote mate de sfeer van het interview. De ambtenaar moet ook op de hoogte zijn welke trauma’s seksueel geweld bij   de   vluchtelingenvrouw   kunnen teweeg brengen.

Rekening houdend met de schaamte waarmee de vrouwen over hun ervaringen vertellen en het gebrek aan voorkennis van de beleidsinstanties is het vermoeden groot dat tussen de 585 gevallen waarvan de asielaanvraag als ‘onbetrouwbaar en vreemd aan de criteria van de Conventie’ wordt vermeld een ruim aantal vrouwen niet het recht hebben gekregen op een eerlijke asielprocedure. Het hierboven vermelde evaluatierapport (1998) moedigt een sensibiliseringscampagne aan over de toepassingsmogelijkheden van de Conventie van Genève en de bijzonderheden waarop gelet moet worden als het om vrouwen gaat. Deze aanbevelingen blijven vaag en bevatten alsnog geen concrete richtlijnen voor de ambtenaren

Tijdens de bijeenkomst van de International Consultation on Refugee Women (Genève, 1988) werd gesteld dat de geestelijke gezondheidszorg van vrouwen die het slachtoffer zijn van vervolging samenhangt met de mate waarin deze vrouwen het geleden geweld verzwijgen of verdringen, traditioneel steunende systemen moeten ontberen, seksueel misbruikt worden, zich in nieuwe rolpatronen moeten wringen die haaks staan op het eigen waardepatroon.

De aanbevelingen van de Raad van Europa

Nochtans zou de regering zich kunnen laten inspireren door de aanbevelingen van de Raad van Europa die werden aangenomen tijden haar algemene zitting op 26 mei 1998. Ten eerste betreurt de Raad het gebrek aan betrouwbare informatie over vrouwelijke vluchtelingen. Daar getuigt het cijfermateraal van het CGVS van: deze instantie maakte tot 1994 geen systematisch onderscheid tussen mannen en vrouwen. Van feb. 1988 tot midden oktober 1994 waren er 95.735 asielaanvragen. 60% (58 971) hiervan werd het geslacht geregistreerd; van 40% (38 738) werd het geslacht niet geregistreerd.

De Raad van Europa drukt de lidstaten op het hart dat ‘the Assembly considers this group of refugees to be particulary vulnerable and subject to specific, gender related pro-blems and discrimination'” Zij is van oordeel dat vrouwen die worden vervolgd om hun vrouw-zijn en het slachtoffer zijn van seksueel misbruik binnen de definitie van de Conventie van Genève vallen en dus recht hebben op de vluchtelingenstatus. Zij raadt aan asielprocedures te herzien zodat vrouwen recht zouden krijgen op een individuele vluchtelingenstatus zelfs indien ze vergezeld zijn van hun man. Zij stelt de lidstaten voor een heel netwerk van opvang en begeleiding te voorzien om de vrouwen zelfred-zaam te maken, toegang tot vrouwelijke gezondheidszorg, anticonceptie en familieplanning te verzekeren en vrouwen actief in te schakelen in opleidingsprogramma’s. Zij stelt ook voor een Europese databank op te starten om de noden van vluchtelingenvrouwen te registreren en ervaringen uit te wisselen.

Drie visies op de definitie van vluchteling7

Welke zijn nu de voorstellen om de vrouwelijke vluchteling een rechtskader te geven dat meer recht zou doen aan de vluchtmotieven van vrouwen? De bijeenkomst van Vrouwen  en Vluchtelingenstatus in

juni  1995 in Den Haag hierover gehad.

Gender als zesde vervolgings-grond: sekse is dus geen vervol-gingsgrond in het vluchtelingenverdrag (Conventie van Geneve) terwijl het wel als discriminatiegrond is opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het begrip gender duidt het geheel aan van maatschappelijke regels, waarden en normen dat verbonden is aan het hebben van een bepaald geslacht. Rolpatronen en sociale praktijken of gebruiken waarbij de mensenrechten van vrouwen in het geding komen zouden aldus onder de definitie vallen. De toevoeging van gender maakt de structurele onderdrukking van vrouwen vanwege hun vrouw-zijn zichtbaar en krijgt daardoor erkenning. Nadeel is dat daardoor vrouwen in een aparte categorie worden ondergebracht en impliciet erkend wordt dat de definitie manneljk is. Het stereotiepe beeld dat alles wat politiek ook mannelijk is en dat de activiteiten van vrouwen altijd privé zijn wordt daadoor in stand gehouden. Nadeel is ook dat het Vluchtelingenverdrag moet worden opengebroken om deze wijziging te kunnen uitvoeren en dat het gevaar bestaat dat dit zou kunnen leiden tot een afbrokkeling van de nu erkende bescherming van vluchtelingen.

De tweede optie, het onderbrengen van vluchtmotieven van vrouwen onder het behoren tot een bepaalde sociale groep, bevestigt de opvatting dat de vrouw passief slachtoffer is in plaats van een individu dat handelend optreedt. Canada heeft op deze grond de mogelijkheid geschapen om seksesepecifieke vervolgingen en seksueel geweld te erkennen. De Canadese richtlijnen geven aan dat de vluchtmotieven van vrouwen in beginsel onder ras, religie, nationaliteit en politieke overtuiging gerangschikt moeten worden, maar dat waar dat niet mogelijk is gebruik gemaakt moet worden van het behoren tot een sociale groep.

Een andere interpretatie van de vervolgingsgrond politieke overtuiging zou meer recht doen aan het individuele en actieve aspect van het verhaal van de vluchtelinge. De activiteiten van een vrouw of haar actieve opstelling kunnen dan eerder als politiek beschouwd worden. Vluchtmotieven vanwege ondersteunende activiteiten of vanwege de weigering zich te conformeren aan sociale gebruiken of vanwege seksueel geweld gepleegd in de context  van  een   bewuste  politiek van intimidatie, komen dan in aanmerking voor erkenning.

Om de vluchtmotieven van vrouwen onder de vervolgingsgrond politieke overtuiging erkend te krijgen zal echter eerst het stereotiepe beeld van de rol van de mannen en vrouwen in de publieke- en privésfeer moeten veranderen.

21 februari 1999 Marie Jeanne Vanmol

Bronnen Dossier ‘Vrouwen op de vlucht’. Vrouwenraad, nr.4 1994 Asylum in Europe . Refugees Magazine Issue 101, UNHCR Refugee Women. Refugees Magazine Issue 100, UNHCR Asylum-seekers in Europe during 1998. Januari 1999 UNCHR Statistics De asielprocedure vanuit gender-perspectief Nederlandstalige Vrouwenraad, 1997