De begeerte van de handelaars

Sedert eeuwen al worden handelaars bekoord door de natuurproducten die het eiland Oost-Timor te bieden heeft. Voor de aankomst van de Portugezen en de Hollanders, waren de Aziaten al geïnteresseerd voor de houtontginning. Dat hebben de Portugezen dan later overgenomen, o.m. de handel in sandelhout. En hoewel het om een klein eilandje gaat

  • Oost-Timor heeft een oppervlakte van iets meer dan de helft van België
  • werd het een heuse Portugese kolonie.

In de recentste periode nu, was er in Oost-Timor een politieke beweging actief voor onafhankelijkheid, of tenminste voor het vertrek van de Portugezen. Met de anjerrevolutie van 1974 verliet Portugal haar kolonies, zoals Angola, Mozambique, Kaap Verdië, Guinee Bissao. Het nieuwe Portugese bewind wou inderdaad ook in Oost-Timor de weg opgaan van de dekolonisatie. Maar een onafhankelijk en democratisch Oost-Timor, en voornamelijk het feit dat het eiland onder leiding zou staan van het FRETELIN – het Bevrijdingsfront van Timor -, vormde een doorn in het oog van de grote buur, Indonesië. Djakarta was toen al jaren een dictatuur, waar Soeharto de plak zwaaide met de steun van het leger. Een militaire invasie werd de geschik-ste oplossing bevonden om dit eiland met zijn democratische pretenties aan te pakken. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Australië waren op de hoogte van deze invasiepiannen. De internationale krachstverhoudingen van toen, volop in de koude oorlog, en economische belangen – een groot olieveld gelegen tussen Timor en Australië – zorgden ervoor dat de Indonesische invasie geen strobreed in de weg werd gelegd. Het internationaal recht was daardoor zwaar geschonden. De Verenigde Naties veroordeelde het optreden, maar de resoluties bleven dode letter. De economische en politieke relaties van de Westerse landen met Indonesië waren belangrijker dan het recht van een volk op zelfbeschikking en vrede.

De strijd van de bevolking

De Oost-Timorezen gaven blijk van een verbluffende kracht in hun weerstand tegen deze bezetting, ondanks hun geringe aantal, en ondanks het internationale isolement. Maar het militaire overwicht van Indonesië, dat in alle vrijheid z’n terreur kon spreiden over het land omdat de internationale gemeenschap in alle talen zweeg, was werkelijk te groot  tegenover  de  600.000  Oost-Timorezen. Het verlies aan mensenlevens was enorm. Meer dan 200.000 Oost-Timorezen vonden de dood in de eerste drie jaren van de Indonesische bezetting.

Het ging er bijzonder gewelddadig aan toe. In het begin was er de puur militaire aanpak. Maar al snel werden de aanvallen tegen de bevolking over alle maatschappelijke facetten gespreid: verdwijning, martelingen en folterpraktijken, economische plundering, Indonesische culturele en taalkundige dominantie. Sedert de jaren ’80 komt daar nog een poltiek bij van migratie waarbij Indonesische kolonisten zich kwamen installeren in Oost-Timor.

Referendum

Met de val van Soeharto kwam er enige beweging in dit dossier. De Indonesische regering wil in de eerste plaats een speciaal autonomiestatuut toekennen voor Oost-Timor. Indien echter de lokale bevolking in een referendum dit statuut zou weigeren, is Djakarta bereid Oost-Timor onafhankelijkheid te verlenen. Dit is een duidelijke overwinning van het Oost-Timorese verzet. Natuurlijk heeft de interne toestand in Indonesië, met name de enorme economische crisis, hierbij ook een rol gespeeld.

Op 8 augustus 1999 zullen de Oost-Timorezen zich kunnen uitspreken: dat hebben althans de voormalige koloniale macht, Portugal, en de actuele bezetter, Indonesië, in naam van de lokale bevolking beslist. De vertegenwoordigers van de Nationale Raad van het Timorese Verzet mochten niet mee aan tafel. Op 5 mei werd dan onder auspiciën van de VN een akkoord getekend, waarin de technische modaliteiten worden beschreven. Dit akkoord en al z’n annexen worden door de Timorese leiders, de solidariteitsbeweging en een aantal juristen erg bekritiseerd.

Xanana Gusmao, leider van het Timorese verzet die nog altijd in de gevangenis van Djakarta zit, is nochtans optimistisch. Hij meent dat alles op een politieke campagne moet worden gezet, waarbij de mensen goed worden geïnformeerd over de inzet van het referendum. Het akkoord vertoont een heel reeks zwakheden, maar geeft uiteindelijk de Oost-Timorese bevolking voor het eerst het recht zich uit te spreken over haar politieke toekomst.

Intimidatie en geweld

Het is verbijsterend vast te stellen dat het optreden van het Indonesisch leger in Oost-Timor zelf, totaal in tegenstelling is met de officiële verklaringen van de regering. De pro-lndonesische legermilities scheppen een klimaat van terreur, ze ontvoeren en vermoorden

mensen. Ze dwingen de vertegenwoordigers van de Verzetsraad en andere pro-onafhankelijkheid personaliteiten, studenten en activisten tot onderduiken. De rol van het Indonesisch leger bij de bewapening van deze milities, haar passiviteit en medeplichtigheid tijdens de slachtingen van de laatste maanden, doen veronderstellen dat de regering niet echt geneigd is de onafhankelijkheid te aanvaarden. Ofwel opereren de strijdkrachten buiten de controle van het bewind? Of zijn hier economische clans hun belangen op deze manier aan het verdedigen? Heel onlangs benoemd de Indonesische regering een militieleider tot veiligheidsverantwoordelijke voor Dili, de hoofdstad van Oost-Timor…

De verwachtingen blijven nochtans algemeen eensluidend: Oost-Timor zal tegen het autonomiestatuut binnen de staat Indonesië stemmen. De jarenlange bezetting heeft te veel lijden veroorzaakt, heeft te veel wantrouwen opgewekt opdat de meerderheid van de Oost-Timorese bevolking een integratie in Indonesë zou verkiezen.

De problemen liggen echter, bij het huidige klimaat in Oost-Timor, waardoor een politieke campagne eigenlijk geen kans krijgt. Er zijn zoveel bedreigingen aan het adres van de voorstanders voor onafhankelijkheid. Mensen zijn bang dat de stemming zelf niet geheim zal zijn. Maar bovendien, wat voor een referendum is het waar de leiders van de

Nationale Raad van het Verzet – de politieke structuur waarin alle tendenzen zijn vertegenwoordigd, én waarin de bevolking zich erkend – werden uitgesloten bij de voorbereidselen?

Een gewelddadig conflict dat al 25 jaren aansleept staat op het punt een politieke oplossing te krijgen. In elk geval blijven er enorme hindernissen voor de bevolking op haar weg naar een reële particiapatie aan de eigen ontwikkeling. Daartegenover staat dat men moet blijven rekening houden met een grote buur die zelf enorme politieke, sociale en economische problemen doormaakt. Op 7 juni jongstleden waren er verkiezingen voor het parlement in Indonesië en in november komen er presidentsverkiezingen. Hoe zal de Timor-kwestie door het nieuwe parlement en later door de nieuwe president worden bekeken? Megawati Sukarnoputri, voorzitster van de Indonesische Democratische Partij en groot favoriet in november, heeft zich openlijk uitgesproken voor de integratie van Oost-Timor in de Indonesische staat.

Laat ons met z’n allen solidair zijn met de Oost-Timorezen in hun legitiem verlangen om meester te zijn over hun eigen ontwikkeling, hun identiteit, hun verlangen naar vrede dat maar kansen maakt als de mensen zelf kunnen beslissen.

Joëlle Dubois (werkt bij Oxfam-Solidariteit)