De troonopvolger

Wie geloofde dat de huidige Russische tsaar het kalm aan zou doen tijdens de voorbije weken heeft zich misrekend. Het Kremlin werd alweer gekenmerkt door een crisis, geen nieuwe opstoot van de financiële, maar een nieuwe regeringcrisis.

In feite handelt het hier niet zo zeer om een crisis, maar om de politieke gevolgen van een grondwet die heel erg de presidentiële heerschappij in de praktijk doorzet. De president in Rusland kan een regering naar eigen goeddunken door mekaar schudden, zonder hierbij rekening te moeten houden met de politieke krachtsverhoudingen zoals die na de laatste parlementsverkiezingen zijn ontstaan.

Tsaar Boris Jeltsin heeft aldus de vijfde regeringsleider gekozen in een tijdspanne van 18 maanden. Dat is in de huidige Russische context niet ongewoon. Sedert 1990 bestaat er in Rusland inderdaad niet langer iets als een zelfstandig politiek orgaan.

Totnogtoe had de president het fatsoen zijn beslissingen om een nieuwe regeringsleider te benoemen, te staven. Dit is deze keer bij het ontslag om Sergei Stepasjin niet gebeurd. Daarvan getuigt het laatste politiek optreden van Stepasjin, toen hij verklaarde: “De president heeft mij ontboden, heeft me bedankt voor mijn werk en heeft me ontslagen”. Men zou over deze voorvallen kunnen lachen mochten ze niet zo bedroevend zouden zijn. Men kan zich de vraag stellen of er in Rusland nog wel een gekozen parlement is. Dat de Russische Doema de door de Russische president benoemde regering moet goedkeuren, is in feite niets anders dan de schijn van een democratische procedure, waarbij het gekozen parlement misbruikt wordt om het dictatoriale optreden van de nieuwe tsaar in het Kremlin te verdoezelen.

Jeltsin’s nieuwe keuze voor het ambt van premier is voor de buitenwereld een complete verrassing. Niet alleen het feit dat hij Poetin op de regerings-stoel zet, maar ook zijn uitlatingen en de lofzang over Poetin als troonopvolger. Dat is volkomen nieuw, daar tsaar Boris steeds argwanend stond tegenover iedereen die maar een begerig oog op zijn koningstroon durfde werpen. Hij brabbelde voor de TV-camera zijn vaderlijke wens en bood zijn diensten aan om de door hem voorgedragen kandidaat de troon te laten bestijgen.

De wensen van tsaar Boris en de werkelijkheid in het huidige Rusland zijn echter twee verschillende aspecten van het dagelijkse leven. Volgens het UNDP-rapport “Transition 1999” (United Nations Development Programme), kromp het bruto binnenlands product (BBP) van Rusland van 1990 tot ’97 cumulatief met 41 procent, de industriële productie met 138 procent. De bedrijfsinvesteringen liepen 75 procent terug. In dezelfde tijdsspanne, toen het westen de tsarenclub in het Kremlin ijverig hielp om de vrijemarkteconomie in te voeren, stroomde maar liefst 150 miljard dollar naar het buitenland.

Volgens hetzelfde UNDP-rapport zijn 5,9 miljoen mannen ‘vermist’ in het rijk van Jeltsin. Deze terugloop schrijft het UNDP toe aan meer zelfmoorden, krimpende levensverwachting, een slechtere gezondheidszorg en een toename van een zelfvernietigend gedrag door de immer verslechterende leefomstandigheden. Van 1991 tot ’95 vervijfvoudigde het aantal gerapporteerde drugsmisdaden. Ziektes die vóór 1991 volledig verdwenen waren, en die door gewone inentingsprogramma’s bedwongen kunnen worden, duiken nu weer op ten gevolge van de crisis in de gezondheidssector.

In het UNDP-bericht schrijft men dat de corruptie is uitgegroeid tot een gebruikelijke manier om politieke en economische transacties te verrichten. Voor vele mensen zonder werk is de zwarte markt de enige bron om een inkomen te verwerven. De ondergrondse economie in het Jeltsin-paradijs bedraagt 25 procent van het Russische bruto binnenlands product (BBP). Voor de arme drommels is een schaduweconomie nog altijd beter dan geen economie, zegt het UNDP.

Met deze realiteit van verslechterende leefomstandigheden van de Russische bevolking, houdt Jeltsin geen rekening. Hij maakt zich illusies dat het volstaat om zijn uitverkoren troonopvolger aan te duiden om zijn beleid van sociaal verval en afbraak, de uitverkoop van de Russische economische kroonjuwelen verder te zetten.

De werkelijkheid is anders, volgens een laatste opiniepeiling schenkt maar 3 procent van de bevolking hem vertrouwen, 90 procent wijst zijn beleid af. Dan wordt het voor de aangeduide troonopvolger Poetin een zeer moeilijke start naar de tsarentroon. Hij is voor de kiezers een onbekende en onervaren politicus.

We moeten niet direct denken dat Boris Jeltsin per se zichzelf wil overleven. De reden van al dat gemani-puleer is veeleer te zoeken in de en-toerage  van  de  president  en  het Kremlin. Zij willen aan de macht blijven ook als Jeltsin er niet meer is. Het gaat ‘m onder meer om de dochter van  Jeltsin,  en  om  bepaalde “nieuwe rijken” als Boris Berezovski, die onder premier Primakov zwaar werd aangepakt. Ze zijn bijzonder benauwd dat een nieuwe machtshebber hun bewegingsruimte zwaar zou beperken, of hun  zaakjes totaal  lam  zou  leggen. Daarom moet Jeltsins opvolger absoluut iemand zijn die zij kunnen dirigeren.

De hoop van tsaar Boris, dat hij de kiezers eendrachtig achter zijn gekoesterde troonopvolger kan scharen om zo zijn programma verder te zetten in het bankroete Rusland is niet haalbaar. Het is de kat en de muis met elkaar willen verzoenen.

Of Poetin de kandidaat-troonopvolger van Jeltsin blijft is niet zeker, daar tsaar Boris – en zijn vrienden – op dat vlak onvoorspelbaar is. Hij schiet zijn premiers en ministers inderdaad even snel af als dat hij ze benoemt.

AU 22.08.99