Het begin van een lange reeks?

De bombardementen tegen Joegoslavië zijn gestopt. De Servische troepen hebben zich teruggetrokken uit Kosovo. Het UCK zal binnen de drie maanden worden gedemilitariseerd. Buitenlandse troepen verzekeren de veiligheid in Kosovo.

Volgens de berichtgeving is het Servisch optreden in Kosovo tijdens de maanden van de bombardementen onmenselijk geweest. De combinatie van oorlog voeren tegen wie je kan – de NAVO-bommenwerpers waren immers op hun grote hoogte ongenaakbaar -, van contra-guerrillapraktijken en racistische zuiveringen laat een vreselijke balans zien. Commentaar van vluchtelingen had het al aangekondigd: “We hadden nooit gedacht dat het Servisch optreden zo brutaal zou zijn als wat we nu over ons heen hebben gekregen”.

Vandaag tonen tv-beelden dat het UCK even brutaal optreedt. Mensen worden neergeschoten, huizen leeggehaald en in brand gestoken terwijl Navo-soldaten lijdzaam toezien. Op die manier wil men nu de Servische bevolking op de vlucht drijven.

Mochten er geen NAVO-bombardementen geweest zijn, mochten de OVSE-waarnemers niet zijn weggehaald, dan zou de Servische repressie nooit die intensiteit hebben bereikt, menen wij.

De oorlog is er niet gekomen omdat Milosevic z’n afspraken niet na zou komen, maar omdat het westen absoluut op een NAVO-aanwezigheid uit was. De militaire controle door de NAVO was belangrijker dan een politiek akkoord tussen Belgradro en de Albanese Kosovaren. Want daar was het ‘m allemaal om te doen: een militaire aanwezigheid in de Balkan, buiten het NAVO-grondgebied. Dat is voor mij de synthese en de inzet van deze oorlog, die naar de publieke opinie werd verantwoord als een humanitaire operatie.

Het resultaat van deze oorlog is enorm. Het fundament van het internationaal recht, met name de sou-vereiniteit van de staten, wordt volledig onderuit gehaald, op basis van de eigen interpretatie van een bepaald machtsblok. De instelling die dit internationaal recht gestalte moest geven, de Organisatie van de Verenigde Naties (UNO), komt niet meer voor in het scenario. Omdat de Veiligheidsraad niet zou beslissen zoals het westen het wilde, werd Kosovo zelfs niet op de agenda geplaatst. De NAVO trok het laken volledig naar zich toe.

Een van de gevolgen is dat Rusland zich behoorlijk gemarginaliseerd voelt. Toen de bombardementen op korte termijn niet de gewenste overgave van Belgrado opleverden, wilden enkele Europese NAVO-lidstaten Moskou opnieuw een rol geven.

Dat is gedeeltelijk uitgekomen. Maar ook hier weer de suprematie van de wapens, de arrogantie van het militaire superbondgenootschap: de buitenlandse militaire controle gebeurt onder NAVO-commando. In Moskou beklaagt iedereen zich over de uitschakeling van de VN (en van de veto-moge-lijkheid dus van Rusland), en meent dat alleen het atoomwapen nog enig respect afdwingt in deze nieuwe cowoby-tijden. Het Westen is opnieuw een militaire vijand.

De NAVO-aanwezigheid in de Balkan vormt de concrete invulling van het nieuw strategisch concept dat uiteindelijk eind april ’99 in Washington op papier werd gezet. “Om de stabiliteit in de Euro-Atlantische zone te kunnen garanderen moet de NAVO kunnen optreden waar deze stabiliteit wordt bedreigd, binnen de principes van de VN,” zegt de tekst. Zoals reeds vroeger hier geschreven werd gaat het om geo-strategische belangen van de NAVO. De Balkan is belangrijk om de NAVO-posities aaneen te kunnen schakelen. De Balkan is vooral ook een belangrijke regio op weg naar de oliegebie-den van de Kaukasus en het Midden-Oosten. Rusland en Turkije beconcurreren mekaar in het transporteren van precies de olie uit de Kaukasus. (zie Vrede september 1995), en Servië als vriend van Moskou, zit bij de concurrentie. Door de problemen in Kosovo was de gelegenheid uiterst geschikt om de plannen in werkelijkheid om te zetten. Joegoslavië als laboratorium voor de Westerse strategen.

In de zoektocht naar economische suprematie zal in de toekomst de “stabiliteit in de Euro-Atlantische zone” nog regelmatig gegarandeerd moeten worden. Petroleum in de Kaukasus, aardgas in Kazachstan en Oezbekistan zijn van essentieel economisch belang. De controle op ontginning en transport vormen de ware inzet van de internationale politiek van de NAVO.

Vanuit de vredeskrachten moeten we trachten het debat rond NAVO, internationaal recht, rond de Europese buitenlandse politiek en de militaire component daarin – Javier Solana wordt de nieuw Mister European Security – op de agenda te plaatsen. De budgetverhoging voor defensie vormt daarin een eerste strijdpunt.  Werk aan de winkel.

Georges Spriet