Pleidooi voor een neo-liberale politiek

Tony Blair en Gerhard Schröder…

“Ondertussen begint men te begrijpen dat de ‘nieuwe sociaal-democratie’ niet zozeer de liberale economie van de laatste jaren probeert te overstijgen, dan wel probeert die te doen aanvaarden door het voeren van een sociale schijn-politiek. De tripartiete pacten berusten op een nieuwe formule van ‘sociale vrede’ tussen staat, kapitaal en arbeid. Het hoofddoel daarvan is de vakbonden er toe te bewegen zich medeverantwoordelijk te voelen voor de concurrentiepositie van de nationale economie. Dat plaatst de vakbonden evenwel tegenover hun ware functie: het verdedigen van de lonen, de arbeidsduur en de bescherming tegen conjuncturele risico’s; m.a.w., het garanderen van een onafhankelijke sociale zekerheid. Want de concurrentie, als he-gemonisch concept, berust op een consensus: de ‘flexibiliteit’ van de sociale bescherming in functie van de economische prestaties en de eisen van de onderlinge concurrentie tussen staten.”

Dit uittreksel van een artikel uit “Le Monde Diplomatique” (juni ’99) onder de titel ‘Het syndicalisme hervormen’ is niet van de hand van een of andere rooie rakker maar van Horst Schmitthemmer, lid van het nationaal bestuur van de vakbond van de Duitse metaalindustrie, I.G. metal. Het ziet er dus naar uit dat, ook in Duitsland, de arbeidersbeweging zich geen illusies maakt over de recente machtsovername door Gerhard Schröder, de nieuwe Sociaal-Democraten die zich in de recente verkiezingen als de “Neue Mitte” hebben voorgesteld.

Voor hem hadden Tony Blair, en de Travaillisten, zich in de verkiezingsstrijd opgeworpen als de “partij van de derde weg”. Het centrum dus.

Tijdens de gemeenschappelijke verkiezingsmeeting van de Europese socialisten te Milaan, hadden Schröder en Blair nochtans het manifest van de Europese socialisten ondertekend waarin de nadruk werd gelegd op een Europese strategie van groei met als objectief “investering in de openbare sector”.

Enkele dagen later hadden Blair en Schröder tijdens een Europese meeting te Parijs deze zienswijze nog bekrachtigd.

Ondertussen werd nochtans, in het geheim, sinds maanden aan een Duits-Britse tekst gewekt. Peter Mandelson, gewezen minister van Buitenlandse Handel en raadgever van Blair en Bodo Hombach, minister van de Federale Kanselarij en rechterarm van Schröder, hebben zich ingezet om de basis te leggen van een nieuw manifest. Dinsdag 8 juni werd het door Schröder en Blair aan de wereld bekend gemaakt onder de titel “De weg van de toekomst voor de Sociaal-Democraten in Europa”. Veelbetekenend is dat dit manifest aan de vooravond van de Europese verkiezingen gepubliceerd werd met de bedoeling alle socialistische partijen in dezelfde richting te stuwen. Blair voegde er aantoe, dat dit manifest “niet rechts is”.

In de inleiding wijst de tekst er op dat “de politiek van de jaren ’70 mislukt is en dat een nieuwe generatie mensen van centrum-links aan de macht gekomen is”. “De realiteit”, zegt de tekst, is dat deze niet meer een visie hebben van een wereld die geïnspireerd “is door de dogma’s van rechts of links. De sociaal-democraten moeten dus dezelfde taal spreken”.

Het manifest van Blair en Schröder is dus een pleidooi geworden voor het klassiek neo-liberalisme.

Dit blijkt uit de opsomming van de analyses en objectieven:

  • De politieke rol van een regering moet zich beperken tot het begeleiden van de vrijemarkteconomie.
  • De staat moet de bedrijven ondersteunen maar zich niet in hun plaats stellen.
  • De vermindering van de belastingen voor de bedrijven is het enige middel om de economie aan te zwengelen.
  • De arbeidsmarkt en het kapitaal moeten flexibel zijn.

De kiezers van de socialisten verwachten iets anders. Zij verwachten dat maatregelen getroffen worden om aan het probleem van de 17 miljoen werklozen en 50 miljoen armen in de E.U. een einde te maken.

  • Een job voor het leven is een voorbijgestreefde notie. De sociaal-democraten moeten dit dus beantwoorden door te ijveren voor een grotere flexibiliteit.
  • Het niveau van de staatsuitgaven voor de openbare sector heeft de limiet van het toelaatbare bereikt.
  • Sociale rechtvaardigheid wordt niet gemeten aan de openbare uitgaven.
  • Een systeem van sociale zekerheid dat eindigt door het ontbreken van de capaciteit om werk te zoeken moet hervormd worden.
  • Sociale uitkeringen moeten met zin voor verantwoordelijkheid behandeld worden.

Ziedaar in het kort de inhoud van dit manifest dat duidelijk onderlijnt dat Blair en Schröder de weg van een neo-liberale politiek gekozen hebben.

In deze richting willen ze alle Europese socialistische partijen op sleeptouw nemen.

Meteen wordt duidelijk waarom in Duitsland Oscar Lafontaine als minister en voorzitter van de SPD moest opstappen. En Tony Blair, die reeds met Clinton is gaan praten over zijn groot idee van “De derde weg”, en zich in het Balkandrama ontpopte als de trouwste Amerikaanse knecht van de NAVO, droomt er ook reeds van in Europa een voortrekkersrol te spelen.

Het ligt voor de hand dat de kiezers van de socialisten die in dertien van de vijftien lidstaten van de E.U. in de regering zetelen, en in elf van de vijftien zelfs de eerste minister leveren, iets anders verwachten. Zij verwachten dat maatregelen getroffen worden om aan het probleem van de zeventien miljoen werklozen en vijftig miljoen armen in de Europese Unie een einde te maken. Een sociaal Europa dat de socialisten en sociaal-democraten, ten minste tijdens de verkiezingscampagne, als ten verwezenlijken doel voorstelden, wordt door de operatie Schröder – Blair ernstig bedreigd.

De Franse PS en premier Jospin hebben zich reeds duidelijk van hun standpunt gedistantieerd. Wie zijn de volgende?

Waarop wachten de Vlaamse en Waalse socialisten om hier klare wijn te schenken?

André De Smet, 11 juni ’99

P.S. Opvallend is dat juist in Duitsland en Groot-Brittannië de sociaal-democraten erge verliezen leden en de opkomst, respectievelijk slechts 45,3 % en 23 % van de kiezers bedroeg.