Israël: Vrede niet gered door zege van Barak

Tot grote opluchting van de hele wereld versloeg Ehud Barak van Israël-één (de Arbeidspartij met twee kleinere partijen) premier Benjamin Netanyahu van de rechtse Likoed-partij in de strijd om het premierschap van Israël in de verkiezingen van 18 mei 1999. De rechtstreekse verkiezing van de eerste minister werd ingevoerd vóór de verkiezingen van 1996 om maandenlang getrouw-trek rond de vorming van een regering in een sterk versplinterd landschap te voorkomen.

45

De opluchting heeft alles te maken met het feit dat sedert Netanyahu als winnaar uit de bus kwam in 1996, het vredesproces met de Palestijnen, Syriërs en Libanezen bevroren is. Maar men moet zich hoeden voor optimisme. Ideologisch staat Barak niet ver af van Netanyahu. Ook hij wil het grootste deel van de westelijke Jordaanoever, met de joodse kolonies, inlijven. En wat Jeruzalem betreft is er geen sprake van een nieuwe verdeling of afstand van enig deel aan de Palestijnen: de stad blijft de ene, ondeelbare hoofdstad van Israël.

Evenmin mag worden vergeten dat Barak zich onthield toen het Oslo-akkoord in de Knesset, het Israëlische parlement, werd goegekeurd. Hij verzet zich ook tegen het idee van Palestijnse zelfbeschikkingsrecht en viel uit tegen de Amerikanen toen die, om de Palestijnse president Yasser Arafat ervan te weerhouden op 4 mei (dag van het aflopen van de Oslo-akkoorden) een Palestijnse staat uit te roepen, zich positief uitlieten over de Palestijnse rechten.

Terug praten

Niettemin is er vooruitgang in die zin dat Barak bereid is de onderhandelingen te hervatten. Met de Palestijnen zal er op de eerste plaats worden gepraat over het akkoord van Wye-river, dat door Netanyahu dood werd verklaard kort nadat het in oktober was ondertekend. De kans zit erin dat Barak vooralsnog de beloofde verdere, beperkte terugtrekking van het Israëlische leger op de westelijke Jordaanoever zal uit-

voeren. En dan de besprekingen over een definitief vredesakkoord met de Palestijnen zal aanvatten. In principe zouden die binnen het jaar moeten zijn afgerond. Wat onmogelijk lijkt omdat die alle grote kwesties zouden moeten oplossen: het vastleggen van de grenzen van Israël, het lot van de nederzettingen in bezet gebied, de toekomst van Jeruzalem, het probleem van de Palestijnse vluchtelingen.

Barak beloofde ook dat hij de onderhandelingen met Syrië en Libanon nieuw leven zal inblazen. Hij gaf alvast te kennen dat Israël zich wil terugtrekken uit Zuid-Libanon, waar de Israëlische troepen voortdurend in de clinch liggen met de guerrillero’s van de Partij van God (Hezbollah), die hen het leven daar bijzonder zuur maken. En als er met Syrië een akkoord kan worden gevonden over de Golan-hoog-vlakte, dan is vrede met Libanon nog slechts een formaliteit. Maar dit akkoord is problematisch omdat Likoed en Arbeidspartij hinderpalen hebben opgeworpen voor een Golan-akkoord: het parlement moet elke overeenkomst met een tweederde meerderheid goedkeuren en daarna moet de Israëlische bevolking nog eens in een referendum haar zegen geven.

Grote coalitie

Barak moet echter in de eerste plaats nog een regering vormen. Hij heeft daar tot begin juli de tijd voor. Het zal niet gemakkelijk gaan. Zetelden er na de verkiezingen van 1996 dertien partijen in de Knesset, dan is dit aantal nu opgelopen tot vijftien. En Barak mocht het dan wel in persoonlijke populariteit met 56% tegen 44% voor Netanyahu halen, in de parlementsverkiezingen verloor de Arbeidspartij zeven zetels. Ze viel van 34 terug op 27 zitjes. Likoed verloor slechts drie zetels (van 22 naar 19).

Zelfs een grote coalitie tussen Arbeidspartij en Likoed, waar Barak zich voorstander van heeft getoond, is onvoldoende om de vereiste meerderheid van 61 zetels te bereiken. Om een stabiele meerderheid te bereiken is een uitbreiding van de coalitie tot Shas logisch. Deze ultra-orthodoxe religieuze partij van voornamelijk sefardische joden uit Noord-Afrika boekte een verrassende vooruitgang van 10 naar 17 zetels. De veroordeling van partijleider Aryeh Deri van Shas vlak voor de verkiezingen wegens fraude en het aannemen van steekpenningen, lijkt tot een reflex van sympathie met de partij te hebben geleid. Deri gaat in beroep tegen zijn veroordeling zodat een definitieve uitspraak nog wel enkele jaren op zich kan laten wachten. Hij kondigde wel zijn ontslag als partijvoorzitter aan nadat Barak liet weten geen coalitie met Shas te zullen overwegen zolang Deri haar leider zou zijn.

De eventuele aanwezigheid van Shas zal de discussie over het seculiere karakter van de joodse staat weer aanwakkeren op een moment dat het Hooggerechtshof enkele door de orthodoxe joden fel betwiste uitspraken deed (onder andere over de geldigheid van bekeringen tot het jodendom door liberale joodse rabbijnen) en op het moment dat de orthodoxe jongeren hun vrijstelling van legerdienst dreigen te verliezen. In februari al manifesteerden een paar honderdduizend orthodoxe joden in Jeruzalem tegen de uitspraken van het Hooggerechtshof. Als Barak Shas als partner wil zal hij toegevingen moeten doen aan de orthodoxe joden.

Wat het vredesproces betreft behoren partijleider Deri en rabbijn Ovadia, de geestelijke leider van Shas, tot het gematigde kamp. In tegenstelling tot het religieuze establishment van rabbijnen verwerpen zij de doctrine van de onaantastbaarheid van Eretz Yisrael (het bijbelse Land van Israël) en menen zij dat het menselijke leven belangrijker is dan land. Hun achterban echter is doorgaans zeer sterk nationalistisch en staat wat vrede betreft dicht bij Likoed.

Een regering-Barak zal één positief aspect hebben: er zal weer worden onderhandeld. Maar of dat veel zal opleveren, behalve een eenzijdige terugtrekking uit Libanon, is de vraag, gezien Baraks opinies en die van zijn waarschijnlijke coalitiepartners.

Paul Vanden Bavière