Palestina: Engendering The Peace Process

‘Het is de eerste maal sinds de vredesakkoorden van 1993 dat de bezorgdheden, het harde en moeilijke dagelijks leven en de meningen van de vrouwen die in de bezette gebieden, in de vluchtelingenkampen en in Oost-Jerusalem leven, gehoor krijgen. De Palestijnse vrouwen hebben altijd een leidende rol gespeeld in het verzet tegen de Israëlische bezetting. Na het stagneren van de vredesakkoorden brengen zij nu het vredesproces terug op gang’ zegt Gnada Zeidan, coördinator van het project1. De eerste phase van dit project bestond erin een analyse te maken van het leven van de Palestijnse vrouwen na de ondertekening van de Oslo-akkoorden. Het werkdocument dat hiervan het resultaat is heeft de basis gevormd voor het Palestijns stuurcomitee ‘Vrouwen, Politieke Deelname en Vrede’ dat in September 1997 in Oost-Jerusalem samenkwam.

Onderstaand artikel gaat dieper in op een aantal punten van dit rapport2.

‘Failed Hopes’

Sinds de ondertekening van de Osloakkoorden in september 1993 kreeg de hoop op een duurzame vrede voor de Palestijnse en Israëlische bevolking een ernstige deuk. Belangrijke kwesties als de nederzettingen, Oost-Jerusale-men de Jordaanvallei zullen pas in de Onderhandelingen omtrent de Definitieve Status van de Bezette Gebieden aan de orde komen. Sindsdien hebben massieve landonteigeningen, uitbreiding van de bezette gebieden, vernieling van Palestijnse huizen, aanleg van ringwegen, administratieve aanhoudingen, marteling, blokkade van de West Bank en Gaza Strip sinds maart 1993, de geest van de vredesakkoorden nog verder aangetast.

Eerste minister Netanyahu verwijderde zich nog meer van het akkoord. Tijdens zijn beleidsperiode stimuleerde Israël het verzet tegen de oprichting van een Palestijnse staat. Op alle mogelijke manieren werd het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen beknot. Anderzijds  werden   faciliteiten  voor

1     Gnada Zeidan was uitgenodigd op de Vredesconferentie in Den Haag waar zij het project kwam toelichten.

2     Failed Hopes. The Life of Palestinian Women after the Signing of the Oslo Accords

Joods kolonisten gestimuleerd en werd hun veiligheid door een uitgebreide permanente militaire controle over de West Bank en over de waterbronnen beklemtoond. De menselijke kost van zulke politiek is zeer hoog zowel voor Israëliërs als voor de Palestijnen en in het bijzonder voor de Palestijnse vrouw. Vrouwen zien hun levenstandaard drastisch dalen. Palestijnen hebben geen recht op grond, huis, onderkomen, werk en gezondheidszorg.

In Oost-Jerusalem past Israël de politiek van ‘burocratische etnische zuivering’ en van ‘stille deportatie’ systematisch en consequent toe.

Bezette gebieden

‘Salaame heeft vier kinderen en was acht maanden zwanger toen haar huis werd vernield. Zij en haar man hadden al hun spaarcenten in dit huis gestopt. Zij hadden gebouwd zonder bouwvergunning. De wachttijd bedraagt immers drie tot vier jaar, de kosten lopen op tot 2500 $ en de kans is zeer klein dat een toelating wordt gegeven. Gedurende de rechtszaak argumenteerde de rechter dat het huis was gebouwd in een landbouwzone en zonder toelating.’

In de West Bank bevinden de meeste Palestijnse dorpen zich in Area A (dat is 3%van de West Bank, onder Palestijnse controle), met stukken in Area B (dat is 27% van de West Bank onder gemengde Israëlisch-Palestijnse controle). Area C (dat is 70% van de West Bank onder exclusieve Israëlische controle) is het stokpaardje van de Israëlische regering. Het bevat het grootste aantal Joodse nederzettingen die doorheen een netwerk van ringwegen of ‘bypass roads’ en industriële nederzettingen onderling en met Israël verbonden zijn.. Deze wegen mogen enkel gebruikt worden door de Israëlis en ze zijn bezaaid met bewapende controleposten. De Palestijnen zijn verplicht om grote omwegen te maken om hun werk, school, ziekenhuis of familie in naburige dorpen en in Oost Jerusalem te bereiken.

De Palestijnen hebben geen stem in de raden die beslissen over de bestemming van de zones in Area C en hebben geen toegang tot de raden die beslissen waar en wanneer huizen zullen afgebroken en vernield worden.

De zones waarbinnen Palestijnen moeten wonen beperken zich tot de steden en dorpen die in 1942 door de Engelsen werden afgebakend toen zij het overgrote deel van de West Bank tot landbouwzones klasseerde. Ondertussen is de de huidige bevolking vier maal toegenomen door de massale toeloop van vluchtelingen van de oorlogen van 1948 en 1967. Er wordt geen enkele bouwvergunning meer afgeleverd.

Israël verklaart dat de afbraak van huizen pure administratieve maatregelen zijn en alleen op basis van een een uitgewerkte planning. Zij gebruikt de huis-afbraak echter ook als afschrikkingsmaatregel:

Hanan is 21 jaar, weduwe en moeder van vier kinderen. Haar man had een bomaanslag gepleegd waarbij hij was omgekomen. Haar huis werd verzegeld, Israëlische soldaten namen al haar bezittingen in beslag en ondervroegen haar verscheidene malen. Zij werd vrijgepleit van enige medeplichtigheid maar haar huis werd afgebroken. De rechter verdedigde zijn vonnis door te stellen dat de afbraak een wettelijke maatregel was tot afschrikking voor toekomstige terroristen.

Midden-Oosten

JaarAantal huizen afgebroken op bevel van de Israëlische regering in bezette gebiede (uitgez. Oost-Jeuzalem)In Oost Jerusalem
1987103Niet gekend
198839330
1989347 
1990102 
1991227 
199214812
19936348
199412029
19954325
199614017
199723316
199815030
Deze gegevens zijn afkomstig van mensenrechtenorganisaties,  officiële
Israëlische instanties en de pers.
 ——————————————– f Totaal          Palestijnen Joodse kolonisten
Totale oppervlakte560 000 na. :                          ; 
Oppervlakte landbouwgrond200 000 na   .  190 000 ha     J9 030 ha
Geïrrigeerd gebied13 000 ha  |     4 873 ha      |8 127 ha
% van het totaal; 37%62%
% van het eigen areaal■ 2.5%90%
Landbouw en irigatie op de Wfïstelijke Jordaanoever.

De politiek van vernieling en onteigening duwt de Palestijnse vrouwen en haar kinderen nog verder de armoede in. Zolang de Palestijnen niet beschikken over grond, water en de nodige infrastructuur zal het Palestijnse volk geen duurzame vrede en veiligheid kennen.

Economische gevolgen

Heel de politiek van huisverwoesting en grondonteigeningen, aanleg van routes en huizen van Joodse nederzettingen heeft zijn sociale en economische weerslag op het alledaags leven van de Palestijnen mannen en vrouwen. De velden waarop de Palestijnen hun voedingsgewassen kweken worden kleiner en de watervoorzieningen worden drastisch beperkt. Israël dwarsboomde de ontwikkeling van de Palestijnse landbouw op nog andere manieren: het ontmantelde de landbouwvoorlichting, door de blokkades bemoeilijkt ze de landbouwexport naar en via Israël, dumpt zwaar gesubsidieerde land-bouwprodukten op de Westelijke Jordaanoever, monopoliseerde de verkoop van bestijdingsmiddelen en kunstmest. Deze maatregelen gelden niet voor de Joodse nederzettigen. Zij mogen wel nieuwe putten slaan en meer land irrigeren. De Joodse nederzettingen beschikken bijna over tweederde   van   het   totaal   gëirrigeerde areaal op de Westelijke Jordaanoever.

Tewerkstelling

Midden 1996 steeg de werkloosheid tot meer dan 27% (een stijging van 60% in één jaar) Gedurende periodes van totale blokkade is de werkloosheidsgraad nog veel groter en treft vrouwen die hoofd van een gezin zijn met kinderen.

Slechts 11% van de vrouwen werken buitenshuis. Zij zijn meestal tewerkgesteld in de dienstensector.ln deze dienstensector vb onderwijs werkt het grootste aantal vrouwen in de kinderdagverblijven en de lagere scholen. In secondair en hoger onderwijs zijn vrouwen sterk ondervertegenwoordigd. Vrouwen gaan nochtans even lang naar school als mannen maar er is voor hen geen plaats op de arbeidsmarkt. 56,4% van de thuiswerkende vrouwen hebben een post-seciundair diploma terwijl slechts 12% van de werkloze mannen een gelijkaardig diploma bezitten.

Oost-Jerusalem

Verblijfsvergunnigen ingetrokken

Sinds 1967 weert de Israëlische regering systematisch de Arabische aanwezigheid in Jerusalem en wordt de Joodse   aanwezigheid   gestimuleerd

door allerlei voordeelmaatregelen. De stille deportatie van de Arabische bevolking uit Oost-Jerusalem gebeurt op een geplande wijze waarbij er sprake is van samenwerking tussen gemeentebestuur en de betrokken ministeries. De meest dramatische regel in de per-soonlijkse sfeer is het intrekken van de verblijfsvergunning waarmee het recht op arbeid en ziekteuitkering komt te vervallen .

  • De verblijfsvergunning wordt ontrokken aan inwonenden die verschillende jaren buiten de stad hebben gewoond, of wanneer hij/zij zijn in-reisvisum niet tijdig heeft vernieuwd. Er is weinig mogelijkheid om tegen een beslissing van uitzetting in beroep te gaan. Er is alleen een formele gelegenheid om gehoord te worden.
  • Sinds 1996 moeten de niet-Joden werkelijk bewijzen dat Jerusalem hun ‘leefcentrum’ is. Dit laatste heeft ook betrekking op de Palestijnen die vanwege de woningnood zich genoodzaakt hebben gezien om zich soms maar enkele meters over de stadsgrens te vestigen (waarmee ze officieel ingezetenen van de Westelijke Jordaanoever werden). Ze riskeerden daarmee hun verblijfsvergunning te verliezen. In dat geval zullen zij Jerusalem niet langer kunnen bezoeken, aangezien de Israëlische autoriteiten sinds 1993 Palestijnen -uitgezonderd de Palestijnse ‘gastarbeiders’- uit de Bezette gebieden de toegang tot Israël ontzegt.

Volgens Michel Warschawski van Het Alternative Information Center -een Joods/Palestijns onderzoekscentrum in West-Jerusalem dat onder meer het maandblad News from Within publiceert- hebben in de afgelopen dertig jaar tussen 50 000 en 100 000 Palestijnse inwoners door toedoen van deze politiek van etnische zuivering hun recht op verblijf in Jerusalem verloren.

Gezinshereniging wordt geweigerd

Najah woont in Jerusalem. 7 jaar geleden besloten zij en haar man om in Ramallah (West Bank) te gaan wonen omdat ze geen huis vonden in Jerusalem. In 1995 verliest Najah tijdens het boodschappen doen haar verblijfsvergunning (ID-card). Ze vraagt aan het ministerie van Binnenlandse Zaken een nieuwe ID-card aan. Deze wordt haar geweigerd omdat ze nu in Ramallah leeft en Jerusalem haar ‘leefcentrum’ niet meer is. Het ministerie kwam niet terug op zijn beslissing niettegenstaande het feit dat dat de advo-kaat van Najah beklemtoonde dat de Israëlische wetgeving de West Bank niet als buitenland definieerde en dat de Regeling 11 van de Wet over de Toegang tot het Grondgebied niet noodzakelijk van toepassing was.

Zo kunnen sinds 1983 moeders niet langer zelf hun pasgeboren kinderen bij de burgerlijke stand aanmelden. En krijgen ze geen rijksregisternumer. De Israëlische autoriteiten hadden ontdekt dat er meer vaders dan moeders officieel ingeschreven staan op de Westelijke Jordaan oever. Ingezetenen van de bezette gebieden worden niet toegelaten tot Jerusalem. Familiehereniging wordt geweigerd. De enige mogelijkheid is een aanvraag te richten tot het Hoog Gerechtshof. De PLO vertegenwoordiger in Oost Jerusalem spreekt van 2000 onbehandelde verzoeken tot gezinshereniging, hetgeen de betrokken echtparen en hun kinderen voor de moeilijke keuze stelt of gescheiden te leven of in gezinsverband buiten de stad te gaan wonen.

Aantal ingetrokken verblijfsvergunningen aan niet Joodse inwoners van Jerusalem

Het aantal geconfisceerde verblijfsvergunningen steeg dramatisch in de laatste helft van 1998 (441 in de laatste 5 maanden alleen)

Het aantal Palestijnen dat tussen 1996 en 1998 aldus uit Jerusalem werden gedeporteerd bedraagt 2 083 families, dat is ongeveer 8 332 individuen. (gegevens zijn afkomstig van officiële Israëlische bronnen)

Gezondheidszorg

Tot 1995 was er in Israël geen nationale gezondheidszorg. De staat garandeerde het pensioen, materniteit, kinderbijslag en een vervangingsinkomen bij arbeidsongevallen. Het landschap van zorgenverstrekking was een complex geheel van officiële instellingen en instituten, gemeenschaps- en private sectoren wiens taken en bevoegdheden niet afgebakend waren Al deze organisaties kregen geld van de regering en verstrekten specifieke zorgen die eigenlijk de verantwoordelijkheid waren van de regering. Deze organisaties werkten volgens de wetten die door de Knesset waren uitgevaardigd maar hadden een grote vrijheid in hun werking. Deze ondoorzichtige manier van werken gaf de regering de mogelijkheid een politiek toe te passen van verdelen en heersen.

Kinderbijslag

Tot 1973 discrimineerde de wet op de kinderbijslag de stadsbewoners van de dorpsbewoners vermits, zo klonk het argument, de levenstandaard in de dorpen veel lager is dan in de steden. De Israëlische regering besliste daarom dat dorpsbewoners het met minder kinderbijslag konden stellen. Toen leefden de overgrote meerderheid van de Arabieren in de dorpen en daardoor kregen zij in totaliteit minder uitkering alhoewel zij de gemeenschap zijn met het grootst aantal kinderen onder de 18 jaar. Ook maakten zij minder gebruik van het netwerk van publieke zorgenverstrekking dat vooral gericht was op de Joodse gemeenschap. De families van de Israëlische militairen en veteranen kregen ook extra kinderbijslag alsook de kinderen van immigranten. Een hele reeks maatregelen ter bevordering van kinderbijslag werden uitgevaardigd waar vooral de Joodse families van genoten. Ook de Joods orthodoxe families die wegens religieuze redenen geen dienstplicht uitoefenden hadden recht op uitkering.

Gezondheidsvoorzieningen in de bezette gebieden

Israël heeft een uitgebreide systeem van gezondheidszorg voor de zwangere vrouw en het kind maar de gemiddelde Arabische vrouw heeft er geen toegang toe vermits de klinieken en de voorzieningen grotendeels gelegen zijn in de grote steden en niet in de Arabische dorpen. In Arabische dorpen van ongeveer 30 000 inwoners werken slechts twee kinderartsen ondanks het groot aantal kinderen en is er maar één gynecoloog. Het aantal miskramen en kindersterfte is bij de Arabische bevolking dan ook bijzonder hoog. Door de Blokkade van de West Bank en van vrij verkeer tussen West Bank en Gaza strook verhogen het aantal controleposten wat het verkeer van mensen vertraagd. Zwangere vrouwen en zieke kinderen worden aldus de toegang tot gezondheidszorg sterk belemmerd.

Israëlische Schendingen Nationale Gezondheidszorg

Sinds 1995 bestaat er in Israël een nationale gezondheidszorg naast de dure private geneeskunde. Deze nieuwe instelling is bij wet gemachtigd een onderzoek in te stellen naar het recht op ziekteuitkering van een inwoner van Oost-Jerusalem. Het Instituut verdenkt elke persoon welke een aanvraag doet voor een stukje bouwgrond geen inwoner te zijn van de stad. Het weigert aldus elk recht op uitkering totdat het onderzoek naar de plaats van de woonst is afgesloten. Dat onderzoek kan maanden duren. De administratie is incompetent en onderbemand om het onderzoek naar behoren uit te voeren. Kinderen wiens ouders inschrijving in de stad is geweigerd hebben geen recht op ziekteuitkering. Voor hen moet er beroep gedaan worden op de dure private geneeskunde. De Israëliërs daarentegen die gaan wonen in Joodse nederzettingen verliezen hun rechten niet en kunnen elk ogenblik naar Jerusalem teruggaan wanneer zij dat willen. Zij krijgen bouwgrond toegewezen om en genieten verdere gezondheidsuitkering. De Palestijnen daarentegen verliezen onmiddellijk hun verblijfsvergunning wanneer zij buiten Oost-Jerusalem leven.

Familiewetgeving

De persoonlijke juridische status van de vrouw wordt de speelbal van religieuze (christelijke, arabische) en seculiere belangengroepen binnen de Palestijnse samenleving. Vrouwengroepen zijn verdeeld over de toepassing van de sharia. Feministen staan hier rechttegenover over islamitische religieuze groepen. Een vrouwencentrum voor juridische hulp en begeleiding3 dat haar basis heeft in de West Bank heeft verleden jaar een campagne gelanceerd om de discriminatie jegens vrouwen aan te klagen: gender-discriminatie moet geband worden uit alle bestaande wetgevingen in de bezette gebieden. De eis veroorzaakte nogal wat consternatie bij de conservatieven. Yasser Araft moest een bijkomende zitting beleggen in het parlement waarbij een voorstel werd ingediend dat vrouwen boven de 18 jaar

3     WLAC  Women’s  Center for Legal  Aid  en Counseling (WLAC)

Bron. A Penodical Deal with the Israëli Violattons, PLO. nr. 17june 1

Bomen ontwortelen – landbouwland verwoesten De Joodse kolonisten zetten aan een razend tempo onder de bescherming van de Israëlische soldaten hun politiek van bezetting en uitdrijving van  de Paiestijnen verder” door.
Plaats/ Districtaantalsoort • –
■    VAfetdï Q§na/Salfeet Isksfóh/Satfeei • ■■KufrAI-Deek/Salfeet ” ‘Mashofeh/Tulkarrn ‘Afea/Jenin Be’it Dajan/Nabltts300 700 500 100 200 50Citroenen Olijven Olijven en noten Olijven’ Olijven Ofijven
Bron: A imiodical Oeal w&i ttm Israëli Vtotetions, PLO, m- 1Tjme 1999

mogen huwen zonder de toestemming van een mannelijke voogd. De positie van vrouw en kind in het huwelijk wordt door verschillende wetgevingen bepaald. Islamitische en Christelijk Orthodoxe wetgevingen zijn de belangrijkste religieuze wetgevingen in de bezette Palestijnse gebieden waarbij belangrijke verschillen genoteerd worden inzake erfrecht, hoederecht en adoptie, huwbare leeftijd, scheiding. De christelijk orthodoxe wetgeving is in voege getreden in het begin van de eeuw en is van toepassing in verschillende gebieden in de Gaza strook, de West-bank en in Jerusalem. Het is nu de vraag welke familiale wetgeving de Palestijnse staat zal toepassen en in hoeverre de discriminatie tov de vrouw eigen aan elke religieuse wetgeving zal doorwegen in een definitieve Palestijnse wetgeving.

Moraliteit, de eer van de familie en collaboratie

Gedurende de Intifada werden ten minste 107 Palestijnse vrouwen vermoord onder de verdenking van immoreel gedrag. Activisten van strijdende islamitische groeperingen verrechtvaardigen hun optreden als volgt: ‘Vrouwen moeten hun maagdelijkheid voor het huwelijk bewaren. Vrouwen die de huwelijksmoraal overtreden zijn hoeren en zij leiden de aandacht af van de nationale strijd. Zij tasten de mannelijke eer aan. Een getrouwde vrouw die met een andere man slaapt wordt onmiddellijk gedood. Zulke vrouwen zijn niet te vertrouwen. Als een ongetrouwde vrouw met een andere man slaapt worden haar benen gebroken. We hebben geen medelijden met jonge meisjes die in de prostitutie gedwongen worden. Zij worden eveneens onmiddellijk gedood.’ Deze groeperingen namen tijdens de Intifada het leiderschap over in de straat en verspreidden pamfletten waarin de vrouwen aangeraden werden zich nederig te dragen en hun hoofd te bedekken. Vrouwen die zich niet gedroegen zoals werd verwacht, werden door de Palestijnse activisten aangevallen: ze kregen zuur gegooid over hun lichaam, ze werden met stenen bekogeld of werden verkracht. Het is opmerkelijk hoe deze strijdende milities de aanklacht van collaboratie vermengen met de eer en de moraliteit van de familie, van de vrouw en van de totale gemeenschap. Israëlische geheime diensten maken hier handig gebruik van om vrouwen te compromiteren en aldus bekentenissen af te dwingen. Standrechtelijke executies werden uitgevoerd op basis van geruchten en verdachtmakingen.

In een studie over de Palestijnse arbeiders staat ie lezen dat er 6 slachtoffers vielen en 105 mensen gewond geraakten aan de controleposten “in 1998 en dat er duizend arbeidspasjes in beslag genomen werden m dateelfde jaar 800 arbeiders werden ontslagen en 3027 werden aangehouden omdat ze geen arbeidspas meer bezaten.

Bron- A Penodical Deals with the Israëli Violations. PLO. m. 1?june 1D99

Vrouwen en de vredesakkoorden

‘Engendering the Peace Process’ blijven geloven in een niet gewelddadige oplossing van het conflict en willen vredescultuur promoten. Daarvoor moeten eerst de behoeften van de Palestijnse bevolking worden voldaan: ontwikkeling, arbeid, onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, vrijverkeer tussen Gaza Strook en de West Bank. Zo wordt hun positie versterkt om zich te organiseren en aan de politiek van de bezetter weerstand te bieden. Het respect van de vrouwenrechten als mensenrechten, vrije meningsuiting, het aanpakken van corruptie zijn daarbij doelstellingen waar stap voor stap moet aangewerkt worden.

Marie-Jeanne Vanmol

Bronnen:

After Oslo. New Realities, Old Problems Ed.George Giacamarv and Dag Jorund Lonning 1998

50 jaar Israël vergeten aspecten pijnlijke feiten, Robert Soeterik (red) 1998

News from Within, Alternative Information Center, Jerusalem

Cruelty and Silence War, Tyranny, uprising and the Arab World Kanan Mkiya 1994

Collaborators in the Occupied Territories:  Human Rights Abuses and Violations,  Researohed and written by Dr. Saleh Abdel Jawad & Yizhar Be’er , B’TS-ELEMfebruary 1995

Palestinian   Daily   Press,   Palestine   Ministry   of Information

Human Right Watch World Report 1999

Peace News mei-aug. 1999

Arabic Media Internet Network, eye on Jerusalem 06/1999

Palestijns Bureau voor Statisriek (PCBS) Gender Pamphlet Series no.1 1995

The Other Israël

Dringende brief aan eerste minister Ehud Barak!!!!

Beste verkozen premier, M. Ehud Barak

Als iemand die heeft meegewerkt aan uw verkiezing en die uw overwinning gevierd heeft, was ik geschokt om in Haaretz (15 juni) te lezen op welke gronden u een akkoord gesloten hebt met de Nationale Religieuze Partij. Zoals u weet vertegenwoordigt de NRP de fanatieke kolonisten, die u tegenwerkten tijdens uw verkiezingscampagne. Nu beloofde u hen u niet te verzetten tegen de koppeling van Ma”leh Adumim ** aan Jeruzalem en moedigde u hen aan om door te gaan met bouwen op Har Homa.*

Als dit waar is zou dat niet enkel verraad betekenen van een Israël dat verandering wilde en op u stemde, maar het betekent ook een slag in het gezicht voor de Palestijnen, die gedurende maanden hun adem hebben ingehouden, in de hoop dat u verkozen werd en – last but not least – een teken van minachting voor de internationale publieke opinie.

Als u denkt dat dit een ‘veilige, algemeen geaccepteerde’ regering zal garanderen, met alle respect, maar dan hebt u niets geleerd van wat gebeurde tijdens de regering Rabin in 1995. Toen viel de regering bijna door een vraag over de inbeslagname van land in Oost-Jeruzalem, doordat ze de ‘Arabische’ ‘nessetstemmen voor vanzelfsprekend genomen had. Campagne Protestbrieven Schrijven ‘The Other Israël’

‘Har Homa is de sinds 1991 onder Likoed regering van Yitshak Shamir geplande Joodse woonwijk/nederzetting op een heuvel ten zuid-oosten van het centrum van Jerusalem. Daardoor zal het aantal inwoners van Oost-Jerusalem nog eens met 30.000 inwoners toenenemn.. Op Har Homa zullen de buldozers teminste een zestal archeologische resten van christelijke objecten vernielen. Waaronder Byzantijnse kloosters uit de 5de en de 6de eeuw. Rijke rechtse Joden in Europa en de Verenigde Staten hebben belangrijke financiële steun gegeven aan de Joodse groeperingen die met behulp van Palestijnse makelaars de Palestijnse onroerende goederen hebben opgekocht. Har Homa is de laatste ontbrekende schakel tussen de reeds 10 andere uit de grond gestampte nederzettingen die Oost-Jerusalem in een wurggreep moeten houden.

“Ma’aleh Adumin is één van de tien uit de grond gestampte Joodse nederzettingen rond Oost-Jerusalem.