Kosovo: het U.C.K., V.S. en Duitsland

De rol van het U.C.K.
Toen Madeleine Albright, de V.S.-minister van Buitenlandse Zaken op 29/7 te Pristina in Kosovo aankwam werd ze -zoals de T.V.-beelden het toonden – met kussen verwelkomd door Hashim Thaci, de leider van het U.C.K. Dit emotioneel gebaar getuigt zeker van een diepe en wederzijdse vriendschap. Het wordt nochtans met de dag duidelijker dat het U.C.K. de K-for troepen voor voldongen feiten plaatst. Tony Blair vond het bij zijn bezoek aan Pristina (31/7) zelf nodig, Thaci er op te wijzen dat hij de V.N.-beslissingen moet eerbiedigen.
“Het U.C.K.” schrijft de International Herald Tribune, “heeft een verregaande politieke controle gevestigd: het bouwde een netwerk van zelfbenoemde ministeries en lokale raden, het legt beslag op bedrijven en appartementen en zamelt belastingen en douanerechten in bij gebrek aan stevige internationale politieke macht”.
De door de Servische militairen uitgevoerde etnische zuiveringen, die – terecht – met klem moeten veroordeeld worden, zet het UCK en dit ondanks de aanwezigheid van K-for, op haar manier verder.

Het U.C.K. onder leiding van Hashim Thaci heeft, volgens Franklin De Vrieze van Pax Christi die ter plaatse was, veel gebouwen van het Servisch bestuur gewoon overgenomen en er eigen ministeries geïnstalleerd. Thaci benoemde in de voorlopige regering vooral vrienden. Zo is de aangestelde minister van Defensie (waarvoor is dit ambt overigens nodig?) Azam Syla, zijn oom. De Vrieze wijst er eveneens op dat de U.C.K.-vertegenwoordigers niet goedschiks hun macht blijken af te staan aan het V.N.-bestuur en vestigt er de aandacht op dat er grote spanningen bestaan tussen de “regeringen” van de V.N.-vertegenwoordiger Bernard Kouchner en deze van Thaqi. Zo wordt eveneens door verschillende middens getracht de media onder controle te krijgen. De krant Koha Ditore wordt door de Franse en Britse regeringen financieel gesteund. De Amerikaanse en Britse troepen hebben eveneens de toelating gegeven tot de oprichting van de eerste officiële Albanese zender radio 21. Deze werd als enige van de 7 aanvragen, die bij de K-for binnenkwamen, uitgekozen. Deze radio zou volgens Le Monde (22/7) reeds over een budget beschikken van honderden miljoenen dollar. De belangrijkste financiers zijn de Amerikaanse en Britse regeringen en het Fonds Söros, eigendom van de internationale geldspeculant. Deze radio staat onder leiding van de journaliste Aferdita Keimendi die vroeger de uitzendingen op de Franse radio in het Serbo-Kroatisch verzorgde maar later in de VS. werkzaam was voor rekening van de Voice of America. Al wordt door elke Westerse regering beweerd dat Kosovo, nog voor een tijd een provincie van Joegoslavië dient te blijven, weigert het U.C.K. de munt van dit land te gebruiken en opteerde voor het gebruik van de Duitse mark. Ook de Albanese Kosovaren die voor K-for werken zouden in Duitse mark betaald worden. Volgens Le Monde rijdt Hashim Thaci rond met zijn B.M.W. met nummerplaat 001

Duitsland, de V.S. en Groot- Brittannië
Kosovo is op weg een soort protectoraat van Duitsland te worden. Zoals destijds kanselier Kohl voorbarig Slovenië en Kroatië als onafhankelijke staten erkende en Joegoslavië deed uiteenspatten, zo zet kanselier Schröder met de steun van zijn groene minister Fischer, deze politiek verder om de Duitse invloedsfeer uit te breiden. De rechterhand van Schröder, Bodo Hombach, werd als coördinator van de Europese Unie in Kosovo benoemd met een statuut dat ongeveer gelijk staat met dit van een commissaris van de Europese …

Hoe het UCK de afscheiding voltooit
Het hoeft niemand te verwonderen dat de ontwapening van de Albanezen een farce is waarmee de buitenwereld misleid dient te woeden. Regelmatig is het LCK in uniform en gewapend te zien in bijzijn van KFOR soldaten. Het lijkt er opdat de Amerikaanse wensen, om van het UCK een soort natfcmaie garde te maken, bewaarheid worden. We herinneren er nog even aan dat in Rambouillet, Madeleine Albright en Hashim Thaci prlvégesprekken voerden waar de kwestie van de wapens aan bod kwam.

Het UCK beschouwt zich als de overwinnaar en wil dat nu verzilveren met de controle over het hele (toekomstige) apparaat in Kosovo, Zij lijkt daarvoor te kom nen rekenen op de steun van het Westen. Deze indruk wordt nog versterkt door de aarzeling en traagheid waarmee de door de VN vastgelegde politiemacht ter plaatse geraakt. In elk geval leek het veel eenvoudiger om te bombarderen onder NAVO-vlag dan de taken in te vullen in opdracht van de VN. Dergelijke toestand doet ons herinneren aan de de samenstelling en ontplooiing van het OVSE-waarnemerskorps in de herfst van 1998, die door hun onderbezetting de etnische spanningen en uitdrijvingen in de hand hebben gewerkt. De reden voor deze macabere opvoering ligt voor de hand. De NAVO is er ln= geslaagd een troepenmacht te installeren in de Servische provincie Kosovo, zonder’ dat daar eên grondoorlog hoefde aan vooraf te gaan. Het Joegoslavische leger is intussen vertrokken. Het gevaar op een ‘grondoorlog’ komt dus niet meer van die kant, maar wel van het UCK. Want, wie Hashim Thaci een vlngerbreed in de weg probeert te leggen, riskeert een gewelddadige confrontatie met dodelijke slachtoffers. De keerzijde van deze houding is dan, dat KFOR het verwijt zal moeten slikken dat de ‘humanitaire missie’ van de ingezette troepen, slechts een voorwendsel was en enkel diende om de burgers in het Westen te misleiden.

Zo groeit in NAVO-protectoraat Kosovo, langzaam het proces van afscheiding. Wat begon met een luchtoorlog wordt nu voltrokken door het UCK. Dat daarbij enigszins slordig te werk wordt gegaan, hebben we eerder al kunnen vaststellen tijdens het afbrokkelen van de Joegoslavische Federatie, telkens met de hulp van het Westen.
Ook nu is van een duidelijke distantiëring van de NAVO ten opzichte van het’ UCK weinig te merken.
LH/AU – Freitag

Het was ook Hombach die op een persconferentie verklaarde dat een versneld procédé moest uitgewerkt worden om Kosovo toe te laten tot de E.U Hashim Thaci van het U.C.K., de president van Montenegro en de leiders van de Servische oppositie werden eveneens reeds in Duitsland met de nodige luister ontvangen. Ook t.a.v. Servië marcheren Duitsland, de V.S. en Groot-Brittannië hand in hand. De voorbije “Conferentie voor een Stabiliteitspact” te Sarajevo, waarbij Servië voor alle hulp voor de wederopbouw uitgesloten wordt, was een initiatief van Bodo Hombach.

Kofi Annan, algemeen secretaris van de V.N. had nochtans reeds het volgende verklaard: “Een zekere hulp moet aan de Serviërs geboden worden zelf zo president Milosevic aan de macht blijft. De Serviërs kunnen, reeds slachtoffer van hun regime, niet tweemaal gestraft worden”. Over de gevolgen van de bombardementen en de vernietigingen jammer genoeg geen woord! De Amerikanen, hierin steund door de Duitsers en de Britten zijn en blijven voorstanders van een harde radicale aanpak. Deze komt neer op de stelling: “hoe meer de Servische burgers zullen afzien, hoe sneller ze het regime van Belgrado in vraag zullen stellen. Laten we terzelfdertijd de oppositie steunen en voeden”. Kortom de optie van een politieke aanpak zoals deze reeds tegen de Iraakse burgers met alle gevolgen vandien wordt gevoerd, m.a.w. in naam van de mensenrechten onschuldige burgers uithongeren!

Ondertussen heeft de commissie Buitenlandse Zaken van de Amerikaanse senaat, op voorstel van Robert Gelnach – de speciale afgevaardigde van Clinton in de Balkan – een steun van honderd miljoen dollar goedgekeurd voor de werking van de oppositie in Joegoslavië.
De gewezen en de huidige voorzitter van de Europese Commissie, met name Jacques Santer en Romano Prodi, hebben nochtans hun ongerustheid uitgesproken over het …
van sommigen, meer bepaald, zo voegen ze er aan toe van Duitsland in de regio. (Le Monde 30/8)

In de opeenstapeling van steeds nieuwe structuren (de NAVO; de K-for; Minuk – de missie van de V.N. in Kosovo -; het Stabiliteitspact; het Agentschap voor Kosovo; de G7, het O.V.S.E., enz.) zien ze een proliferatie van structuren en initiatieven zonder duidelijke omlijning en openheid. Europa, zeggen ze, zal zijn impact op zijn financiële verbintenissen verliezen en een nieuwe bureaucratie zien tot stand komen.
Als men rekening houdt met de hoger geciteerde ontwikkeling zouden de NAVO bazen wel eens hun vinger in eigen oog kunnen steken.
“De Standaard” ( 31/7) citeert wat dit betreft een passage uit het interview van Baton Hasschier, de hoofdredacteur van de krant “Koha Ditore” met de International Herald Tribune: “De enige groep die een structuur heeft is het U.C.K. Het zal zeer moeilijk zijn om van Albanië een Kosovo te maken (rekening houdend met de van oudsher betere levensomstandigheden in Kosovo) maar het omgekeerde zal, naar ik vrees, gemakkelijk gaan. Het wordt met de dag moeilijker om onafhankelijk te denken en te spreken”. Het Westen draagt hier zeker een grote verantwoordelijkheid.

André De Smet