Libië in vogelvlucht

Een achtdaags gespecialiseerd archeologisch bezoek aan Libië is uiteraard onvoldoende om over dit land een diepgaande beschouwing te schrijven. Toch enkele, vanzelfsprekend, oppervlakkige bedenkingen over deze, voor het westen en vooral voor de USA, zeer controversiële Volksrepubliek.

Zoals algemeen gekend is de zowat onbetwiste leider van het land Moammar El Kadhafi. Het gaat hier evenwel om een onvervalste volksdemocratie waarin de ganse bevolking zijn zeg kan hebben langs allerlei rade, vergaderingen en bijeenkomsten. Ik zeg wel “kan”, want men vertelde ons dat er eigenlijk weinig belangstelling of participatie is omdat de grote meerderheid der Libiërs van oordeel is dat Kadhafi de zaken goed bereddert en dus maar best verder doet zoals hij bezig is.

Libië is ongeveer 50 maal zo groot als België, maar … 45 maal daarvan is woestijn! Het is evenwel geenszins een arm land, want Libië heeft petroleum en dat is meer dan goud waard. Er was natuurlijk de, onlangs opgeheven, boycot van de V.N. naar aanleiding van zgz. terroristische activiteiten -waarover wij ons totaal niet kunnen uitspreken – maar toch kan Libië zijn petroleum slijten aan een aantal bevriende landen.

In vergelijking met andere Derde Wereldlanden is Libië zelfs rijk.

Voor zover we konden vaststellen leeft de bevolking er helemaal niet armoedig. Er schijnteen tamelijk degelijke sociale zekerheid te bestaan die ook geldt voor gastarbeiders. Libië heeft namelijk vele duizenden migranten -Marokkanen, Tunesiërs,  Egyptenaren,

Soedanezen, Jordaniërs, Syriërs, Pakistani – die allemaal werk hebben. Men vertelde ons dat de Libiërs een beetje aan de gemakkelijke kant zijn, waardoor het zware werk meestal door de buitenlanders gedaan wordt en dat zelfs een heleboel Libiërs er in dienst nemen als huishulpje. Bepaald geen teken van grote armoede!

De economische middelen worden blijkbaar zeer nuttig besteed: zo worden b.v. de havens flink uitgebreid en liet K. 25.000 km goede wegen doorheen het land aanleggen die uiteraard de communicatiemogelijkheden fel bevorderen. Intussen werden ook belangrijke ondergrondse waterbronnen ontdekt en aangeboord. Daarvoor worden nu enorme pijpleidingen doorheen het ganse land aangelegd, waarmee men zelfs de bedoeling heeft op termijn water te leveren aan Egypte en Tunesië; waarschijnlijk toch ook weer een flinke bron van inkomsten.

Het regime is streng islamitisch. Zo is elke alcoholische drank totaal taboe in het ganse land. Niettemin zagen we in Tripoli een prachtige katholieke kathedraal in volledige restauratie.

De bevolking is zeer vriendelijk en gastvrij tegenover buitenlanders, dus andersdenkenden.

De archeologische rijkdommen van Libië zijn enorm. Sites als Apollonia, Ptolemais, Leptis Magna, Sabratha, worden amper geëvenaard door de Griekse en Romeinse vondsten, maar ze worden niet uitgebuit en slechts sporadisch opgegraven opdat buitenlandse bezoekers ze niet binnen de kortste keren zouden platlopen en vernielen. Ook dat is een gezonde beleidsoptie.

We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de boycot van Libië veel meer te maken had met het volksdemocratische regime en petroleum dan met terroristische activiteiten.

Jakke Schelfhout

Libië: over woorden en daden

Men mag over Libië en Kadhafi denken wat men wil maar het minst dat kan worden gezegd is dat voor Libië internationale solidariteit geen ijdel woord is.

Libië heeft weinig schulden en beschikt over belangrijke reserves van deviezen waarmee het zijn Afrikaanse politiek wil financieren. Deze deviezen worden geschat op 4 miljard dollar volgens het MOCI (Moniteur du commerce international – Parijs). De stijging van de olieprijzen zal de inkomsten van Libië nog aanzienlijk verhogen. Deze zouden volgens westerse schattingen voor 1999 niet minder dan 10 miljard dollar kunnen bedragen.

Libië heeft bekend gemaakt dat het aan de UNESCO een hulp verleende van 200 miljoen dollar om 2.500 studiebeurzen per jaar te financieren. Dit gedurende acht jaar en ten gunste van Afrikaanse studenten. Bovendien heeft het eveneens aan de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) 4,5 miljoen dollar overgemaakt. Deze vertegenwoordigen de achterstand van betaling van de zeven armste Afrikaanse landen die door sancties bedreigd worden en o.m. hun stemrecht zouden verliezen in de schoot van de organisatie.

(ads)