Ontslagen overwinnaar

Bij het ontslag van NAVO-opperbevelhebber Wesley Clark, kan men zich afvragen wat de ware reden is waarom hij zijn stoel verloren heeft. Hield hij misschien teveel rekening met de Europese belangen, waardoor de VS te weinig de gang van zaken kon bepalen?

Clark moet de NAVO twee maanden voor het einde van zijn ambtstermijn verlaten. Hij moet zijn commandopost aan een totaal onbekende luchtmacht-generaal overdragen. In tegenstrijd met de normale geplogenheden vindt Washington het niet nodig de NAVO-partners over haar beslissing te informeren. Wanneer hun beslissing dan toch bekend werd vonden de heren van het Pentagon het niet nodig deze nader te verklaren.

Het is geweten dat in de ogen van lobbyisten van de Amerikaanse wapenindustrie, de militaristen en de conservatieven uit het Amerikaanse Congres – die op zoek zijn naar een vijandbeeld -, generaal Clark niet genoeg inspanningen heeft geleverd. Men verwijt hem teveel rekening gehouden te hebben met de evolutie van de publieke opinie in de Europese NAVO-lidstaten. Dit verhinderde de optimale inzet van de luchtmacht en bijgevolg stuurde dit ook de voorgenomen plannen in de war om toekomstige oorlogsstrategieën bijna uitsluitend op luchtaanvallen te concentreren. Om deze twist goed trachten te begrijpen moet men teruggaan naar de toestand van voor Rambouillet, waar vooral de Amerikanen de militaire gang van zaken bepaalden. Het rechts conservatieve Amerikaanse Congres voert sedert 1994 een politiek van bewapening die veel gelijkenis vertoont met de hysterische sterrenoorlogpolitiek van Reagan. Zo kan men vaststellen dat het Congres ieder jaar de wensen van de Amerikaanse strijdkrachten gunstig gezind is, tot groot genoegen van de VS-wapenindustrie. De democratische president Clinton sluit zich steeds meer aan bij de mening van de conservatieven. Hetgeen er op neerkomt dat de VS bereid is desnoods alleen te handelen zonder rekening te houden met het geldende volkenrecht. Dergelijk optreden moet uiteraard met de nodige militaire middelen kunnen geschieden. De VN wordt naar behoefte een instrument of wordt buitenspel gezet, de in-

ternationale overeenkomsten worden niet geratificeerd. Het verbod op gebruik van landmijnen is hier een duidelijk bewijs van. Zo houdt de VS de handen vrij.

In deze politieke constellatie is er veel sprake van een bepaalde omwenteling in het denken over de militaire aangelegenheden en de strategische controle. Achter deze gedachtegang van Washington verbergt zich de visie van de totale doorzetting van de VS-hege-monie. Men wil deze in praktijk brengen met de hulp van nieuwe informatietechnologieën en verreikende precisiewa-pensystemen. Dat is wat de militairen menen nodig te hebben om de militaire doelstellingen en de wensen van de uitgestippelde politiek met elkaar te verbinden. Dit betekent dat men bij ge-beurlijke militair optreden, wapensystemen kan en zal inzetten zonder eigen verliezen te riskeren. Om deze doctrine te realiseren en operationeel te maken, wil men de publieke opinie een wereldbeeld geven dat past voor de beleidslijnen van de politieke leiders van de VS.

Zo schept men een syndroom van permanente bedreiging, dat op zijn beurt gelijktijdig uitnodigt om preventief op te treden. Men krijgt de indruk dat de VS hier een globaal McCarthyisme in werking wil stellen, dat politieke beperkingen overboord gooit. De raketaanval op de farmaceutische fabriek in Soedan was er een voorsmaak van, de routinebombardementen op Irak (meer dan 1100 sedert december ’98) wijzen ons naar een duidelijke en fatale tendens van een oorlog zonder beperkingen. Volgt men de promotoren van dergelijk militair denken, dan zal men miljarden dollars moeten vrijmaken om de wapentechnologie te perfectioneren. Het inzetten van grafietbommen om de stroomvoorziening uit te schakelen in Joegoslavië is maar het topje van de ijsberg van deze wapentechnologie. Het verschil tussen politiek en oorlog wordt steeds kleiner, wat noodgedwongen leidt tot een agressief “preventie-georiënteerd” buitenlands beleid. Dit wordt door zijn promotoren voorgesteld als een risicoloze inzet van onbemande wapensystemen vanuit een Amerikaanse commandopost, die in de verste uithoeken van onze aarde kan toeslaan.

Voor deze lobbyisten was de Kosovo-oorlog een uitstekend testgebied. Het feit  dat  de  bombardementen  twee

maanden geduurd hebben en dat er regelmatig gesproken werd om grondtroepen in te zetten, heeft de lobby van deze wapenindustrie nooit aan generaal Clark vergeven. Het blijven geloven in de noodzaak van traditionele oorlogsvoering verstoorde hun algemene strategie.

Het stationeren van de Apache-helikopters in Albanië was vanuit het standpunt van de VS-oorlogslobby een ware zonde. De inzet van deze helikopters zou het Amerikaanse landleger actief betrokken hebben in de oorlog. Vele NAVO-officieren in Evere waren voor het begin van het NAVO-optreden de mening toegedaan dat het noodzakelijk was grondtroepen in te zetten wilde men de beoogde militaire doelstelling bereiken. Deze stellingname werd hen door de VS-president zeer kwalijk genomen.

Zo werd het duidelijk dat het uiteindelijke doel niet het “humanitaire” optreden was, maar het vernietigen van de “schurkenstaat” Joegoslavië. Na twee maanden van intensief bombarderen was dit doel nog niet bereikt, bijgevolg moest men de oorlog beëindigen met voor Joegoslavië gunstigere voorwaarden dan de NAVO-dictaten van Rambouillet.

Het kwam er nu op aan voor Washington om dit minder succesvol beëindigen van de oorlog, als een eclatante overwinning van de alliantie te presenteren. Maar in de club wordt de jacht op zondebokken geopend. Generaal Clark is het eerste slachtoffer. Hem wordt dus verweten dat hij de luchtoorlog niet intensief en vastberaden genoeg heeft geleid, waardoor het niet gelukt is Milosevic reeds na enkele dagen op de knieën te krijgen.

Daarbij wordt echter over het hoofd gezien dat de VS niet alleen, maar in alliantie met de andere NAVO-lidstaten, dit militaire avontuur gevoerd heeft. Dat ze enorme druk heeft moeten gebruiken op haar NAVO-partners, dat ze een dagelijkse desinformatie en mediamanipulatie heeft toegepast om deze oorlog te doen aanvaarden. Dit alles was nodig om de tegenstelling tussen de voorgestelde “humanitaire” inzet en de reële doelstelling, – de “schurkenstaat” Joegoslavië af te straffen – te camoufleren.

Antoine Uytterhaeghe, 17.08.99