“Onze vriend de koning …”

TOP… PUNT

Onder de titel “Notre ami Ie rot”, publiceerde de Franse schrijver Gilles Perrault in 1990 een opzienbarend boek over de lugubere praktijken van Hassan II, de koning van Marokko. Hassan is dood en meer dan 40 topleiders van de wereld kwamen naar Rabat om van ; hun “grote vriend” afscheid te nemen. Ook president Clinton was er. Voor zijn vertrek naar de begrafenis verklaarde hij op een persconferentie: “HIJ was een goede vriend van het vredesproces. Hij stond aan onze zijde in de strijd voor mensenrechten. Hij deed een heleboel dingen die erg, erg goed waren voor de V.S. en de wereld en hij was een goede vriend.”

In Marokko waar deze potentaat regeerde leeft nog meer dan de helft van “zijn” bevolking met een inkomen dat onder het levensmini-mum ligt. En velen zoeken hun heil in het buitenland. Ondertussen was het bekend dat Hassan II een van de grootste fortuinen van de planeet bezat. “Le Monde” (25/7) publiceerde zelfs een kaart waarop zijn niet minder dan 22 paleizen vermeld staan. In een confidentieel rapport van 1994, opgesteld voor de Europese Unie door het Geopolitiek Observatorium tegen drugs, werd er op gewezen dat hoge ambtenaren die dicht bij de macht staan, een belangrijke rol spelen in het uitvoeren van canabis naar Europa. “De inkomsten van canabis zijn de belangrijkste inkomsten van Marokko” werd er aan toegevoegd.

Hassan II regeerde met ijzeren hand. Men heeft zich steeds vragen gesteld over zijn betrokkenheid bij de moord op de leider van de oppositie Ben Sarka, te Parijs in 1963. Ben Barka had ooit durven verklaren dat “dit regime niet gewijzigd kon worden maar vernietigd moet worden”. Het Marokko van Hassan II was eveneens gekend om zijn talrijke uitroeitngskampen en zijn terreur. Tussen 1971 en 1972 werden officieren dra bij een complot zouden betrokken zijn geweest zonder enig vorm van proces gefusilleerd. De echtgenote en kinderen van generaal Oefkit, zijn voormalige boezemvriend die in 1979 een .aanslag, beraamde, werden 17 jaar lang in onmenselijke voorwaarden opgesloten. Het fort van Tazmazat dat in de woestijn ligt, was gekend als dé meest afschuwelijke gevangenis. Abraham Serfaty een links opposant, verbleef er meer dan 17 jaar en kwam, na wereldprotest, eindelijk vrij maar wel gehandicapt. Zijn misdaad: voorstander van de onafhankelijkheid van de Westelijk Sahara. Het zelfde overkwam Abderrahim Bouabid, leider van de Socialistische Unie van de Volkskrachten.

Het aantal .mensen dat in deze kampen stierf, dat vermoord werd of eenvoudig verdween, is niet bekend. Déze werkelijkheid is echter bij de bevolking dermate gekend dat de mensen angst hebben. In 1994 werden 350 politieke gevangenen vrijgelaten maar in 1998 verklaarde de regering dat de vele personen die destijds als vermist werden opgegeven gestorven waren in de gevangenissen. Nooit ontvingen de families enig nieuws, laat staan enige vergoeding, en het werd hun duidelijk gemaakt dat de beuien rrfet konden vervolgd worden. Hassan II was ook een goede vriend van Mobotoe die hij gastvrijheid verleende na zijn vlucht uit Zaïre. President Chirac. een andere goede vriend, had Hassan nog op 14 juli, een paar dagen voor zijn dood, naar Parijs uitgenodigd om als eregast het défilé bij te wonen waarbij ook de koninklijke wacht paradeerde. Het kan toch niet dat de staatshoofden die zich beroepen de beste verdedigers van de mensenrechten te zijn, beschikkend over machtige inlichtingsdiensten, van dit alles niet op de hoogte waren en zijn. Clinton noemde Hassan II “een goede vriend die heel wat dingen deed die erg goed waren voor de V.S. en aan onze zijde stond in de strijd voor mensenrechten”.

Nixon was, sprekend over een Latijns-Amerikaans dictator, minder hypocriet toen hij zet: “Het is een schurk, maar het is onze schurk”.

André De Smet