Rusland vanuit vakbondsstandpunt

Om dit thema gaf Vsevolod Mozjajev, hoofd internationale betrekkingen van de Russische vakbondsfederatie VOVR te Stockholm een zeer interessante lezing.

Ietwat vakbondsgeschiedenis

De vakbeweging in Rusland groeide samen met de revolutionaire gebeurtenissen van 1905-1907. Meteen al kwamen een aantal eigenschappen naar voor:

  • De vakbond was altijd op industriegrondslag georganiseerd, d.w.z. een eenheidsvakbond voor een bedrijf en binnen een industrietak.
  • Van bij het prille begin legde de vakbond ook de politieke werkzaamheid aan de dag, b.v. in de revoluties van 1905 en 1917. Meteen nadat de Oktoberrevolutie het gehaald had werd partij gekozen voor de bolsjewieken. Reeds het eerste A1-Russisch Vakverenigingen-Congres besloot onder §1 dat de vakvereniging in Rusland onder leiding van de communistische partij zal werken.

Dat besluit weerspiegelde zich in de hele latere ontwikkeling. In de 30er jaren nam de vakbond er een hele reeks taken bovenop bij, deels als halve staatsinstelling met tal van mogelijkheden ter beïnvloeding van het leven in de industrie van de Sovjet-Unie. Zo nam de vakbond b.v. in 1933 verantwoordelijkheid op zich voor werknemersbescherming en voor toezicht. Maar nooit was de vakbond een deel van het staatsapparaat. In 1989 had de vakbond 6.000 betaalde en 4 miljoen vrijwillige veiligheidsafgevaardigden op het werk, met uitgebreide bevoegdheden om de arbeidsveiligheid te verzekeren. Zo’n 300.000 keer per jaar legde zo’n veiligheidsafgevaardigde ergens in het land de productie stil om de arbeidsveiligheid te waarborgen. Dat wees enerzijds op de onloochenbare gebreken in de productie, maar anderzijds ook op de hoge status en de belangrijke rol die de vakbond in de Sovjet-Unie speelde.

Sedert de 70er jaren beheerde de vakbond ook de staatsverzekeringsfondsen met ouderdomspensioen, ziekteverzekering en arbeidsschadeverzekering. Het overschot werd gebruikt voor een breed gamma aan gezondheidsprojecten:

In 1989 bezat de vakbond 16.000 sanatoria en rustverblijven, waar jaarlijks 16,4 miljoen mensen konden recreëren. De arbeiders betaalden 30 % van de kosten en de vakbond 70 %. Tegenwoordig heeft de vakbond nog maar 400 van die verblijven, met plaats voor 1 miljoen mensen per jaar… Het zijn veelzeggende cijfers! Mozjajev stelt dat na de oorlog de CPSU ook t.o.v. de vakbond soms commanderend optrad, en de vakbonds-rechten inkromp. Maar het Sovjetstelsel van vakbondmedebeheer kon atlijd voor tal van landen model staan. De Sovjetvakbond heeft veel gedaan om de leef- en arbeidsvoorwaarden van de mensen te verbeteren, ook al is een deel van die geplande verbeteringen nooit de tekenplanken ontgroeid.

De perestrojka aan het werk

M.b.t. de rampzalige en chaotische toestand die zich nu in Rusland uitbreidt worden hevige discussies gevoerd over waar en waarom het precies scheef ging.

Zat het wel snor met de perestrojka? Velen stellen dat de perestrojka de toestand verergerd heeft. Mozjajev zelf denkt dat een perestrojka noodzakelijk was, maar dat de veranderingen op verkeerde wijze doorgevoerd zijn. Niet in het minst op sociaal gebied. Waarom? Rond 1980 begon de ontwikkeling achter te blijven. Het was nodig de democratie in het land uit te bouwen, om de hele ontwikkelingsspiraal nieuw leven in te blazen. Het was nodig dat de mensen meer betrokken en geïnteresseerd werden. Er waren zeker marktmechanismen nodig. Maar in tegenstelling tot het klassieke portret bereikte de perestrojka niet iedereen. Gorbatsjov, die in sommige westerse kringen zo populair is, begreep niets van vakbondswerking. Ook Mozjajev zelf probeerde hem de toestand te beschrijven, maar hij had overduidelijk geen belangstelling voor de vakbond. Hij had kritiek op de hele beweging en wilde alleen maar nieuwe vakverenigingen hebben.

Dat proces werd dan in 1987 ingeleid, met het ontstaan van de eerste “autonome” vakbond: die heette Sozprof en was op het Poolse Solidarnosc gericht. Maar die kreeg nooit enige slagkracht, daar de meerderheid van de werkende mensen in de traditionele vakbeweging bleven.

De politieke leiderskring om Gorbatsjov probeerde de vakbond opzij te drukken en rechten te ontnemen, en dat hield in dat de vakbond de mensen minder diensten kon verlenen. Dat was een uitwerking van de perestrojka. Daar moet eerlijkheidshalve bij vermeld worden dat de vakbondsleiders zich zeker niet altijd van hun opdracht bewust waren. Tijdens de eerste grote mijnwerkersstaking in Siberië, de Donetsk en Noord-Rusland was het niet de vakbond die aan de spits stond, integendeel, de vakbond nam afstand van de stakers! En in de eerste erstige onderhandelingen met de regering zat de vakbondsleiding op de regerings-banken. Dat was geen toeval, maar het resultaat van vele tientallen jaren gewoonte. Zo werd op de stakingsgolf een nieuwe, onafhankelijke vakbond opgebouwd, eerst onder mijnwerkers en metaalarbeiders. Die omvatte net alle takken, maar organiseerde een goed deel van de werknemers. Toen in 1989 de regering al tegenover grote delen van de arbeidersklasse stond, verlieten grote groepen industriearbeiders de traditionele vakbonden. Toen besloten wij in ernst onze werkwijze te veranderen.

’n Historische verandering

§1, wat sedert 1917 de leidende rol van de CPSU vastlegde, werd uit de statuten gehaald. De vakbeweging omschreef zich als niet-politiek, onpartijdig en vrij van alle druk van buitenaf. Dat was principieel van belang voor wat ging volgen.

Een andere stap was dat Rusland, wat zolang de Sovjet-Unie bestaan had geen eigen republiek-organisatie gekend had, nu een eigen statuut kreeg. In de herfst van 1989 werd dan het Verbond van Onafhankelijke Vakbonden in Rusland opgericht, het VOVR. Als een daad met grote politieke gevolgen volgde in 1991-1992 de ontbinding van de Sovjet-Unie. Zelfs over die historische afbreuk heersen tegenstrijdige opvattingen. Sommigen stellen dat een groot volk onafhankelijk werd, vele anderen stellen dat het leven in Sovjet-tij-den beter was. Ook deze vragen kunnen het best met feiten beantwoord worden.

De hele Sovjet-Unie kapseisde ineens. De traditionele, langjarige relaties tussen de gewezen Sovjetrepublieken waren  met een  pennentrek weggeveegd. Dit bracht mee dat het economisch niveau binnen het GOS met 80 % zonk.

In 1997 was het BNP in de voormalige Sovjet-Unie tot 50 % gezonken van het niveau van 1991 (ontbinding van de USSR). Op die tijdspanne was de industrieproductie met 51,4 % gekrompen. In Sovjet-tijden bedroeg het BNP zo’n 77 % van het BNP van de VSA; in 1977 was het tot 15 % ervan gezakt. De lichte industrie was met 85 % gezonken.

De buitenlandse schuld bedraagt tegenwoordig meer dan 50 % van het Russische BNP en wordt op 135-170 miljard $ geraamd. Ongeveer 72 miljard $ wordt door buitenlandse banken gefinancierd.

40 % van het Russische BNP komt uit de schaduwsector. Investeringen nemen af. Toen de Sovjet-Unie ineenzak-te, waren er van buitenaf grote beloften en van binnenuit grote hoop inzake buitenlandse investeringen. Feit is dat buitenlandse investeringen amper 4 % uitmaken van de hele Russische industrie. De sociale problemen schreeuwen ten hemel.

Het doorsneeloon van arbeider en bediende ligt op 167 $. In januari 1998 waren er officieel 6,4 miljoen werklozen, en sindsdien zijn ze nog toegenomen. Maar het ILO (Internationaal arbeidsbureau) stelt dat de werkloosheid aanzienlijk hoger ligt. 4 miljoen mensen zijn dakloos. Er zijn minstens 1 miljoen wezen.

Volgens het officiële landverslag van de Russische regering voor de VN leeft 60 % van de Russen nu slechter of veel slechter dan in 1991, toen de Sovjet-Unie ophield te bestaan. 10 % kreeg het beter.

In Sovjettijden hadden de 10 % van de bevolking die het best leefden een viermaal hoger loon dan de 10 % onderaan de piramide. Nu ligt die inkomensspan-ning op zestienmaal. En dan rekenen we volgens de officiële cijfers. Als we alle inkomsten mee berekenen, komen we op een verhouding van zevenentwintig maal! Dat zijn niveaus die je met Latijns-Amerika kan gelijkstellen. 30 % van de werkende mensen in Rusland heeft een loon onder het bestaansminimum.

De consumptieprijzen stegen 26 keer in 1992, 10 keer in 1993, 3 keer in 1994 -en de lonen volgden nooit in hetzelfde ritme.

Privatisering

In 1992-1994 werd een omvangrijke privatisering doorgedrukt van bedrijven in staatseigendom. Volgens de officiële statistieken zijn 74 % van alle ondernemingen in niet-staatshanden. Maar die stellen wel minder dan 50 % van de werknemers tewerk. Voor de privatisering gaf men twee redenen op: de effectiviteit verhogen en een nieuwe middenklasse scheppen. Geen van deze doelstellingen is bereikt. De productiviteit ligt laag en geen enkele nieuwe middenklasse is al tot stand gekomen. In plaats daarvan kwam er een overvloed aan banken en een nooit geziene criminaliteit. Er is zowat geen enkel geval van privatisering wat niet gepaard ging met smeergeldbetalingen en andere misdrijven. Men kan zelfs stellen dat in het land een nieuwe, criminele klasse tot stand gekomen is. De geprivatiseerde bedrijven brengen hun werknemer geen voordeel. In 43 % ervan is geen vakbond te vinden because niet toegestaan. In de staatsbedrijven zijn slechts 12 % buiten de vakbond.

Dat alles doet uiteraard het misnoegen mee toenemen.

Het land beleefde al twee grote stakingsgolven: in 1992, in de zware industrie met de mijnwerkers en binnen de metaalnijverheid, en in 1995 met zowel de zware industrie als de ambtenaren in openbare sectoren. Nu dit jaar rolde op 7 oktober de derde protestgolf over het land, de grootste in de geschiedenis. 37 miljoen mensen namen aan acties deel. 20 miljoen sloten zich bij demonstraties en andere protestmanifestaties aan, 17 miljoen staakten voor hun baan. Alle categorieën werkende mensen waren bij acties betrokken.

Deze keer werd de staking – voor het eerst – door het VOVR geleid. Sedert oktober 1994 heeft de vakbeweging onder de leuze “Loon, Werk en Recht!” geprobeerd het voortouw van het massaprotest te nemen. In het Russisch beginnen die woorden alle drie met de letter 3 (Z), en de “33” ziet men dan ook op affiches en spandoeken over heel het land.

Tegelijkertijd breiden leuzen en eisen zich steeds meer naar politiek niveau uit, los van het feit of de l/OVft-leiding dat nu wil of niet. Er is sprake van een “kloof” tussen de vakbeweging en vooral de (grote) Communistische Partij van de Russische Federatie. Mozjajev wil het woord “kloof” niet gebruiken, maar beklemtoont dat de vakbeweging zijn zelfstandigheid wil markeren, en tegelijk ook op uiteenlopende niveaus samenwerkingsverbanden aangaat met uiteenlopende linkse krachten. In Moskou had het VOVR weliswaar besloten om op 7 oktober alleen met eigen sprekers aan te treden, maar in de meeste andere steden van het land beklommen zowel vakbondssprekers als communisten of vertegenwoordigers van andere organisaties het spreekgestoelte.

Het meest schrijnende onrecht waartegen miljoenen protesteren is dat velen nu al maanden lang hun loon niet uitbetaald krijgen, sommigen al een jaar lang niet meer.

Het gaat om de tegenwaarde van 14 miljard $ aan achtergehouden lonen.

De staat staat voor 4,8 miljard $ in het krijt bij de gepensioneerden, en voor 4.5  miljard $ aan achterstallen bij de studenten.

De huidige werkloosheid treft 8,3 miljoen mensen, d.i. 11,4 % van de actieve bevolking. Minstens 5 miljoen zijn technisch werkloos. Met de grote krach in augustus-sep-tember van dit jaar sprongen de consumptieprijzen met 64 % omhoog. Alleen tussen januari en augustus van dit jaar zakte het BNP weer met 2 % weg, en ging de industrieproductie met

2.6  % omlaag. Vergelijk je augustus 1998 met augustus 1997, dan is het
BNP op een jaar tijd met 8,2 % gezakt en de industrieproductie met 11,5 %.
Met die achtergrond wekte het weinig verbazing dat de Russische staats
macht gedwongen was zich bankroet te verklaren en zijn betalingen uitstelde. Miljoenen mensen verloren al hun spaarcentjes. De volkswoede richt zich nu vooral tegen president Jeltsin.

Op de vraag uit de zaal, welke wegen de vakbeweging voorstelt om op langere termijn de reuzenproblemen van Rusland op te lossen, kwam geen antwoord. Op korte termijn wil de vakbond regeringsleider Primakov “een kans” geven. Het VOVR steunt de opvatting dat een zekere inflatiestijging moet toegelaten worden, om allereerst de achterstaande lonen, pensioenen en stu-diebijdragen te beginnen uitbetalen en de mensen een kans op overleven te bieden.

De vraag welke politieke rol het VOVR zichzelf in de toekomst ziet spelen, beantwoordde Mozjajev erg voorzichtig. Bij de presidentsverkiezingen van 1995 was het VOVR – een massaorganisatie met 45 miljoen leden – met een eigen “Arbeidersverbond” opgekomen. Maar met slechts 1,8 % van de stemmen was dat op een grote nederlaag uitgelopen. De leden verdeelden hun stemmen over uiteenlopende politieke partijen. Tenzij er ondertussen iets dringends gebeurt zullen de volgende parlementsverkiezingen in 1999 plaatsvinden. Het VOVR wil weer opkomen -maar Mozjajev zelf stond eerder sceptisch. Vermoedelijk omdat er geen enkel duidelijk politiek program gevonden wordt wat kiezers zou kunnen aantrekken.

De eisen die de vakbeweging stelt en waarrond eensgezindheid bestaat zijn:

  • Weg met het beleid wat meebrengt dat de werkende mensen hun loon niet krijgen.
  • Weg met Jeltsin, verkiezing van een bekwame president.
  • Reële invloed voor de werkende mensen.

Barbara Hagel

(in: “Riktpunkt” 27.10.98)

uit het Zweeds vertaalds door Yvan Grosjean