Sancties die doden, de wereld blijft er onverschillig bij

Men kan de sancties die de VN oplegt aan Irak vergelijken met een niet verklaarde oorlog. Voor de bevolking is het resultaat even verschrikkelijk : dezelfde vernieling met zware gevolgen voor de burgers, en de opgroeiende generatie die haar toekomst zwaar gehypothekeerd ziet.

De buitenwereld kan, door gebrek aan objectieve informatie vanwege onze media, de beschadiging die de luchtaanvallen hebben aangericht aan de Irakese infrastructuur niet inschatten. Wilden de media ons niet het beeld verschaffen van een propere oorlog? Het was als of we een videospel konden bekijken. De werkelijkheid was gans anders.

Volgens CNN-reporter Barnet hebben de geallieerden tijdens de golfoorlog excessieve luchtaanvallen doorgevoerd. Hij ontluistert de fabel van proper gerichte bombardementen. Volgens de CNN-reporter maakten de geleide bombardementen maar 6% uit van het totaal. 94% waren ‘domme’ bombardementen, – dwz gewone bommen die vallen door de zwaartekracht -, die veel schade hebben aangericht in de dorpen en aan de industriële infrastructuur. Hij beschuldigt zijn eigen regering ervan zich bediend te hebben van leugens om haar doelstellingen te bereiken.

Door deze bewuste of onbewuste onthouding van informatie wordt het voor de burger uit onze landen zeer moeilijk te verstaan waarom deze schade tot op heden nog niet hersteld is. Wie spreekt er over het gebrek aan geldmiddelen wegens beperkte olie-inkomsten of over het niet kunnen aankopen van de nodige technische middelen in het buitenland vermits deze onder het VN-embargo vallen?

Het dagelijkse leven wordt gekenmerkt door tekenen van verval, vuile straten, een kapotte sociale infrastructuur, gebrekkige sociale en medische voorzieningen. Het transportsysteem is in mekaar gestort, postdiensten werken gebrekkig, de drinkwaterbedeling kent grote problemen. De werkloosheid treft een groot deel van de bevolking daar de fabrieken gebombardeerd zijn, de nodige grondstof niet ingevoerd kan worden wegens de VN-sancties en wegens gebrek aan valuta.

De Irakese bevolking betaalt diegenen die haar uithongeren

Met resolutie 986 gaf de VN Irak de toestemming om per trimester 1 miljard dollar olie te exporteren om daarmee voedsel te kopen voor de Irakese bevolking, (zie artikel verder in dit blad « olie voor voedsel). Nu kan Irak slechts een gedeelte van het toegestane quorum petroleum produceren wegens de oorlogsschade en bovendien gaat 1/3 naar herstelbetalingen voor de buurlanden en naar de VN zelf. Deze resolutie verzekert inderdaad ook de financiering van de werkingskosten van de diverse VN-diensten in Irak, o.m. Unscom. Unscom is goed voor 3% van het bedrag zoals de resolutie bepaalt. Het is de eerste maal dat de VN de betaling van diensten verzekert buiten het VN-financieringsbudget voor een bedrag van 120 miljoen $ zonder dat de lidstaten moeten bijdragen.

Dat is een bijzonder handige vernieuwing. Bij afwezigheid van een budgettaire druk kan de VN-veilig-heidsraad makkelijker aangezet worden het status-quo te handhaven, zelf haar rol te overbeklemtonen door regels en bepalingen op te leggen die buiten haar bevoegdheid vallen. Het is best denkbaar dat de “humanitaire” VN-diensten die in Irak opereren voor een verhoging van hun werkingskosten kunnen pleiten, in het kader van de resolutie 986, waarbij voor de Irakezen geen beterschap is verzekerd. Hetzelfde geldt voor Unscom of voor het instrument dat haar eventueel zal vervangen, waarbij de opheffing van het embargo naar later wordt verschoven. Daar de VN-lidstaten niet moeten bijdragen in de werkingskosten zullen de meeste regeringen er ook niet van wakker liggen.

Wanneer we al deze gegevens op een rij plaatsen, dan kunnen we best begrijpen dat de Iraakse burgers de resolutie olie voor voedsel aanvoelen als een aanmoediging om het embargo te bestendigen.

Deze resolutie heeft niets humaan, het VN-personeel heeft in de praktijk alleen maar de opdracht het status-quo te handhaven om aan de internationale gemeenschap een goed en gerust geweten te geven, noodzakelijk om het embargo blijvend te doen aanvaarden.

De Kinderen van Irak sterven geruisloos

De kinderen van Irak zijn de slachtoffers van een oorlog die ze niet gekend hebben.

Zoals we reeds hebben willen aantonen komt van de olieverkoop zeer weinig aan in de periferie. Volgens de gegevens van UNICEF leeft ongeveer 70% van de bevolking in armoede, een situatie die vooral de kinderen treft. 960.000 kinderen jonger dan 5 jaar zijn ondervoed. Het rantsoen voor 1 maand volstaat nog niet voor 2 weken.

In een interview over het VN-embargo met het weekblad “Freitag” verklaarde Dr Gunther Siegwart, voorzitter van het Duitse Gele Kruis en werkzaam in Irak in het kader van een medisch hulpprogramma, het volgende: «Het straatbeeld toont ons volledig vermagerde kinderen op de vuilnisbelten van de steden op zoek naar iets eetbaars, ’s nachts doen de honden hetzelfde om ’s ochtends de kinderen weer aan de beurt te laten».

Het zijn ook de kinderen die het meest vatbaar zijn voor infectieziekten, er is kinderverlamming, tuberculose, difterie, enz.. Het gewicht bij de geboorte van de meeste baby’s ligt onder de vijf pond. In de ziekenhuizen is er gebrek aan de meest eenvoudige dingen en medicijnen. De gevolgen van deze chronische nood kan men overal zien. Wat volgens Dr. Siegwart zeer onrustbarend is, zijn de fysieke aandoeningen bij kinderen. Ze hebben angst, verstoppen zich, zij zonderen zich af om te huilen en rillen over het ganse lichaam. Deze Duitse arts zag kinderen die vastgebonden waren aan de wand, omdat de nodige kalmeermiddelen ontbraken. Bovendien stelt men een gevorderde vorm van verwaarlozing vast: kinderen gaan niet naar school, proberen met bedelen of verkoop van gesmokkelde waren of door prostitutie in hun levensonderhoud te voorzien.

Zowel door de medische wereld van Irak zelf, als door buitenlandse onderzoekers werd vastgesteld dat er na de Golfoorlog meer kinderen geboren worden met congenitale afwijkingen. De brutale ironie is dat de oorzaak van deze genetische afwijkingen niet van de Irakese zijde komt, maar van de Westerse geallieerden.

Gedurende de 100 uren van de bombardementen in februari 91 werden 1 miljoen springtuigen gedropt, waaronder granaten en bommen met een kop van verarmd uranium (DU – depleted uranium). Een andere mogelijke verklaring voor deze genetische ramp kan gevonden worden in het bombarderen of opblazen van chemische of biologische infrastructuur met het doel het Irakese arsenaal te vernietigen.

De meest plausibele uitleg voor deze afwijkingen is dat ze veroorzaakt zijn door de DU granaten (kop van verarmd uranium) die door de VS gebruikt werden. Het is geweten dat verarmd uranium toxisch is en ziekten kan veroorzaken. DR Jawad Al-Ali, een kinderarts van het grootste hospitaal in Zuid-lrak, komt tot de vaststelling dat er iets gebeurd is met het leefmilieu. Hij leidt dat af uit de veranderingen van gewassen en flora. Naar de mening van de arts moet dit gebeurd zijn door het gebruik van deze DU-granaten of door chemische stoffen die vrijgekomen zijn tijdens de bombardementen en beschietingen. Er is een verschrikkelijk soort mens ontstaan, erger dan de thalidomide kinderen. Hele dorpen en families worden geconfronteerd met de geboorte van misvormde, kreupele en blinde kinderen.

Het meest getroffen gebied is de streek rond Basra in het zuiden. Daar is een bewaakte zone, een kerkhof van verroestte en in puin geschoten tanks en vrachtwagens, die daar sedert het einde van de oorlog op de weg naar Bagdad achtergelaten zijn. De Guardian-reporter Maggie O’Kane heeft daar met de geigerteller de hoge straling van deze achtergelaten wrakken en in de woestijn er rond, kunnen meten. De blootstelling aan dit soort radioactieve en chemische pollutie kan ernstige genetische letsels veroorzaken. Deze uraniumbesmetting kan in de placenta binnendringen en schade toebrengen aan de foetus.

Granaten met een kop van verarmd uranium hebben een dergelijk harde inslag dat zij de sterke bepantsering gemakkelijk kunnen doorboren. Het probleem is dat door het afvuren miljoenen radioactieve partikels in de atmosfeer vrijkomen. Dit is zeer gevaarlijk voor mens en leefmilieu. Zij kunnen direct ingeademd worden, bezoedelen het grondwater, komen in de voedselketen, waardoor de contaminatie zich over een groter gebied uitbreidt.

Volgens bekend geraakte gegevens van het VS-ministerie van buitenlandse zaken werd er tenminste 40 ton van deze granaten afgeschoten.

Volgens ramingen van de Britse Atoomenergie-diensten, liggen in de grensstreek met Koeweit ettelijke tonnen van deze radioactieve wapens en wrakken. Door de VN-sanc-ties is men niet in staat deze laag-radioactieve puinhoop op te ruimen. Wetenschappers gaan ervan uit dat dit gebied voor duizenden jaren gecontamineerd is en een gevaar vormt voor de volksgezondheid.

Dergelijke wapens werden nooit eerder gebruik bij conflicten. Men kan gerust stellen dat Irak het labo is geweest voor het uittesten van deze gevaarlijke wapens. Bush sprak over Saddam Hoessein als een nieuwe Hitler die men moest bestrijden, maar de door hem ingezette middelen doen ons alvast eveneens denken aan de nazi-tijd.

De obsessie van Washington

Wanneer we het optreden van de VS op de wereldbühne nader bekijken, dan rijst de vraag: “Wie beschermt de wereld tegen het Amerikaanse geweld aan het adres van de zogenoemde schurkenstaten”.

De VS heeft tijdens haar jongste operatie “desert fox” de internationale spelregels van tafel geveegd en haar eigen maatstaven, om de zogenoemde schurkenstaten af te straffen in de praktijk gezet. Om deze politiek van Washington kracht bij te zetten verkondigt Clinton dat hij de komende zes jaar de militaire begroting van zijn land met 100 miljard $ zal verhogen.

Clinton moet toch weten dat volgens het geldende volkenrecht Unscom niet onderworpen is aan de VS, maar alleen aan richtlijnen en rekenplichtig is aan de VN-Veiligheidsraad. Alleen dit VN-orgaan is bevoegd beslissingen en maatregelen uit te vaardigen voor het doorvoeren van de aangenomen VN-resoluties. Hieruit blijkt nog maar ’s dat de VN in het verleden gebruikt werd om de belangen van een supermogendheid te dienen, de dag dat ze daar niet langer voor kan dienen wordt ze gedumpt.

Door de beslissingen van de VN-Veiligheidsraad niet af te wachten en op eigen initiatief erop los te bombarderen, hebben ze niet alleen het geldende volkenrecht in de prullenbak gegooid maar ook de VN als instelling genegeerd. Het optreden tegen Irak is zelfs een inbreuk op de VS-grondwet. Er was en is geen wettelijke basis voor een oorlog tegen een andere staat, zonder een oorlogsverklaring door het Congres.

Wat stellen we vast, dat een president dreigt zijn ambt te verliezen omdat hij zijn seksuele driften niet onder controle kan houden en erover liegt, naar niet omdat hij in staat is terreur en vernieling te ontketenen duizenden kilometers van Washington. De uitlatingen van de Amerikaanse professor in sociale wetenschappen van de universiteit Georgetown, Norman Birbaum, kunnen we bijtreden wanneer hij verklaarde: “Wat is dit voor een buitenlandse politiek die de natie gevangen houdt in een politieke moraal van imperialisme dat geen grenzen kent”. Dit is een obsessie van het Witte Huis geworden, die op de rug van het Irakese volk uitgedragen wordt, en waar de openbare opinie in de VS of Europa niet wakker van ligt.

Olie voor voedsel

Om niet met de vinger gewezen te worden en om toch een schijn van bezorgdheid voor de Irakese bevolking te wekken, stemde de VN-veiligheidsraad in 1995 de resolutie 986 waarbij men aan Irak de toelating gaf om voor 1 miljard $ olie te exporteren, elk trimester.

De resolutie 986 had als objectief de invoer van die goederen te financieren die nodig waren om de overleving van de Irakese bevolking te verzekeren. Van het aldus bekomen bedrag is 34% bestemd voor andere begunstigden. d.w.z. de betaling van oorlogschade en de financiering van de kosten voor de financiering van de VN-diensten in Irak. Zo kan Irak slechts 66% van het toegestane bedrag, zoals vastgelegd in de resolutie 986, gebruiken voor de aankoop van de nodige goederen (voeding en geneesmiddelen voor de Irakese burger) op de buitenlandse markt.

Voor 1997 is men er slechts in geslaagd het vooropgestelde voedingsprogramma voor 2/3, het medische hulpprogramma voor 1/3 en de andere programma’s voor 1/10 te realiseren. Van het toegelaten quorum wat de verkoop van olie betreft werd in 1997 slechts 52% aan inkomsten gerealiseerd.

Wanneer men deze procenten met elkaar in verbinding brengt en gaat vergelijken, met name slechts 52% aan vooropgestelde inkomsten en slechts 66% van dit bedrag dat men kan besteden voor het lenigen van de nood van de burgers, dan gaat van 100$ dollar aan olieinkomsten slechts 34$ naar de Irakese bevolking, dat is een verhouding van 3 tot 1. Onder deze omstandigheden kan men best de frustratie van de Irakezen begrijpen, het brengt hen geen wezenlijke verbetering in hun benarde leefomstandigheden. Hun lijdensweg blijft duren.

In een interview met de krant Le Monde van 13.01.99, komt Michel Joli, Franse legerarts en gewezen hoofd van het VN-waarnemingsteam,
dat moest toezien oo de naleving en correcte toepassing van de VN-resolutie 986 tot volgende vaststellingen.

  • De toepassing van de resolutie olie-voor-voedsel versterkt alleen het regime van Saddam Hoessein.
  • Het rantsoen wordt niet aanzien als een hulp van de internationale gemeenschap om de noden van de burgers te lenigen. Het versterkt en bevordert het distributiesysteem dat door de overheid is opgezet, alsook de sociale controle in het binnenland.
  • Weliswaar dekt deze voedselbijdrage voor een deel de werkelijke voedselbehoefte, maar houdt de burgers in een passieve toestand, die bijdraagt om de maatschappij te ondermijnen door een bestendige vorm van afhankelijkheid te onderhouden, waardoor de verhouding staat en burger grondig wijzigt.
  • De Irakese burger is niet meer in staat zelf zijn levensonderhoud te verdienen, hij wacht op voedselbijstand, waardoor men de zwarte markt in de hand werkt.
  • De resolutie 986 olie-voor-voedsel heeft een factor van onrechtvaardigheid doen ontstaan ten opzichte van de zwakkeren in de Irakese samenleving, o.a. de kinderen, zieken, gehandicapten, de ouderen en vrouwen.
  • De problemen worden nog verergerd door de slechte kwaliteit van de aangekochte voedingsmiddelen. Gezien men het vooropgestelde bedrag aan inkomsten niet haalt, wil men met het beschikbare geld toch zoveel mogelijk op de buitenlandse markt aankopen. Daar de vraag naar voedselbijstand steeds stijgend is, kan men deze tekortkomingen op de rug van de internationale gemeenschap afwentelen.
  • De resolutie 986 maakt deel uit van een strategie om het embargo te handhaven.

De nu recent voorgestelde verhoging van het toe te laten bedrag, of het afschaffen van de begrenzing, brengt geen oplossing aan het lijden van het Irakese volk. Enerzijds gaat het om een public-relation actie naar de bevolkingen van de andere Arabische landen toe – “zie je wel dat we humanitaire bedoelingen hebben”-, anderzijds is het een zuiver en flagrant hypocriet voorstel bij de huidige lage olieprijs op de internationale oliemarkt. Het is algemeen geweten dat Irak ook niet in staat is meer olie op te pompen gezien de bouwvalligheid van haar olie-installaties. Die is dan weer te wijten aan de beschadiging veroorzaakt door de bombardementen van de geallieerden in 1991, en de onmogelijkheid het nodige materiaal voor de herstelling in te voeren wegens het embargo. Bijgevolg getuigt een dergelijk voorstel van een grote dosis cynisme en hypocrisie.

Op medisch vlak brengt de lichte verbetering geen snelle oplossing aan het dramatisch gebrek aan geneesmiddelen, daar slechts 4C% van de dotatie van het bedrag, zoals bepaald in de resolutie, bestemd is voor de aankoop van geneesmiddelen. Dit is zeer dramatisch aangezien men gelijktijdig het hoofd moet bieden aan een snelle degradatie van het drinkwatersysteem. Op korte termijn zal men geconfronteerd worden met talrijke epidemische haarden, waardoor de vraag naar antibiotica en andere geneesmiddelen opnieuw groter wordt.

Volgens VN-bronnen hebben de aanhoudende VN-sancties het leven gekost aan tenminste 1 miljoen mensen. Voor deze onrechtvaardige toestanden zijn er allerhande resoluties gestemd. Men kan ze allen onderbrengen onder de benaming “stille genocide” dat door de rest van de wereld aanschouwd wordt. Van de Irakese burgers verlangen dat ze VN-resoluties tot het kleinste detail doorvoeren zonder dat daartegenover ook maar een toezegging of vooruitzicht op het beëindigen van de sancties en het embargo staat, getuigt van een cynisme zonder weerga.

De ex-VN-man Denis Halliday beschuldigt in een interview met de krant Liberation zonder omwegen zijn ex-werkgever van collectieve bestraffing, volgens hem gaat het hier werkelijk om een genocide van de Irakese bevolking. Dat Saddam Hoessein zich niet naar behoren zou gedragen is nog geen reden om de fundamentele mensenrechten met de voeten te treden. Temeer daar het VN-Charta volledig uitsluit dat een gans volk zou getroffen worden door haar actie en maatregelen. Het embargo legt een collectieve bestraffing op aan de burgers, hetgeen onaanvaardbaar is.

De reactie van onze regering, die wel zegt de escalatie te betreuren, maar de schuld bij de Irakese overheid legt, getuigt ook van weinig verantwoordelijkheidszin in de internationale politiek.

De VN wordt niet gevraagd, maar in zijn naam wordt er wel gebombardeerd door Washington en Londen. De andere lidstaten staan erbij als papieren tijgers te zwak om te reageren, of ze willen hun afkeuring geen kracht bijzetten om het Witte Huis niet voor het hoofd te stoten. De VS en zijn Britse sabeldrager bedreigen de globale veiligheid. De Amerikanen hebben de gewoonte iedere toespraak te beëindigen met de woorden: “god bless America”. Wij kunnen met een diepe zucht misschien antwoorden: “god verlos ons van Amerika en zijn arrogant geweldmonopolie”.

Als niemand het hoofd biedt aan de VS… dan wordt het VN-CHARTA een vod papier

Het misbruik vanwege Unscom is niet echt nieuws, ze is al vroeger wegens haar optreden in opspraak geraakt. De feiten van spionage waren door een ganse reeks van journalisten gekend, maar op aandringen van het VS-ministerie van buitenlandse zaken en andere instellingen werd erover gezwegen.

Sedert de oprichting van Unscom in 1991 werd door juristen de inspectieproblematiek en het functioneren ervan in vraag gesteld. De specialisten van het internationaal recht waren van oordeel dat door het misbruik voor spionage-doeleinden, de geloofwaardigheid van de VN ondergraven wordt. Maar de internationale gemeenschap weigerde de toestand te zien zoals hij was, met het gevolg dat het onmogelijk was/is deze kritieken en opmerkingen te plaatsen in een globaal perspectief van het VN-beleid. Als we het zeer concreet stellen was/is het onmogelijk de werking van Unscom aan een grondige discussie te onderwerpen, – laat staan te bekritiseren en de ellende veroorzaakt door het Brits-Amerikaanse optreden voor de Irakese bevolking ter discussie te brengen, – wil men niet met de vinger gewezen worden pro-Saddam Hoessein te zijn.

Het is een feit dat de VN op het vlak van geloofwaardigheid in deze aanslepende Irakese crisis de grootste verliezer is.

Dit verlies aan geloofwaardigheid van de VN is niet direct te wijten aan de inertie van het systeem. Men mag hier de geloofwaardigheid van de VN niet afmeten, zoals de media dit maar al te graag doet, aan functiestoornissen die te wijten zijn aan utopische doelstellingen en bij gebrek aan een charismatisch leider.

Men moet het defaitisme vermijden en uitsluiten, men moet terug naar de basistekst van het VN-Charta, het niet met de voeten treden zoals het al te vaak gebeurt. Het probleem is dat niemand zich zorgen maakt of bij het Brits-Amerikaanse optreden het internationaal recht niet geschonden werd. Noch in de VN, noch in de media heeft men die vraag opgeworpen en aan een grondige discussie onderworpen. Het is alsof iedereen aanvaardt dat de VS, omdat ze de grootste natie op deze planeet is, mag ageren naar eigen goeddunken.

Het is het realiseren van onrecht waar het hier om gaat, het recht wordt hier geschonden. Zo wordt recht onrecht.

Wanneer we het cru stellen dan is het verlies aan geloofwaardigheid van de VN en de niet toepassing van het recht niet in de eerste plaats toe te schrijven aan een staat die eigenmachtig optreedt, maar meer het gevolg is van het feit dat de andere 184 VN-lidstaten stilzwijgend toelaten dat deze staat het volkenrecht overtreedt. Hier maakt de media zich medeschuldig door haar bewuste of onbewuste nalatigheid. Is het omdat de leiders van deze staten als schurken werden afgeschilderd, dat deze die tegen hen ageren automatisch als democraten moeten worden beschreven? Hierdoor wordt het probleem al te gemakkelijk herleid tot een conflict tussen het goede en het kwade, waarbij de rechtsregels worden weggemoffeld.

Wat erger is, is dat de andere staten dit aanvaarden en er zich bij neerleggen. Daarom is de schending van het VN-systeem niet alleen de schuld van deze die het schendt, maar ook van al de andere staten die dit toelaten. Aan deze toestand zal ook geen verandering komen zolang ze de gang van zaken vanuit hun machtspositie – lees vetorecht -kunnen bepalen.

Het is duidelijk dat voor de crisissen veroorzaakt door het gebrekkig werkingsklimaat van de VN, alle staten een collectieve verantwoordelijkheid dragen, omdat ze aanvaarden dat de VS de VN-Veiligheidsraad domineert, er de spelregels bepaalt en de geldkraan dichtdraait. Het is de legitimatie van het onrecht dat verantwoordelijk is voor de huidige gang van zaken.

Uytterhaeghe Antoine

Bronnen:

Interviews: Michel Joly, Gunther Siegwart, Dr Jawad AI-AI, Dennis Halliday

Kranten : LM – LMD – Freitag – Liberation