VAN “ACTIVERING” TOT “AANVALSBEVEL”

12/13 Oktober 1998

Slobodan Milosevic en de VS-onderhandelaar Richard Holbrook komen tot een overeenkomst waarbij de Servische troepen onder internationale controle uit Kosovo teruggetrokken worden. Er is ook overeengekomen dat er 2.000 OVSE-inspecteurs gestationeerd worden

Gelijktijdig geeft de Navo-raad het ” Activation order” voor eventuele luchtaanvallen. Belgrado geeft de toestemming voor NAVO – be-wakingsvluchten boven Kosovo.

16 Oktober

De Duitse Bondsdag besluit de NAVO 14 Tornado gevechtsvliegtuigen en 500 grondtroepen ter beschikking te stellen voor mogelijke militaire operaties.

27 Oktober

Ondanks de grote terugtrekking van de Servische troepen uit Kosovo, blijft het Navo-bevel van kracht. Vier honderd gevechtsvliegtuigen worden op hun mogelijke inzet voorbereid.

5 November

De NAVO-raad besluit een snelle inzetbare troepenmacht van 1800 man op te zetten, om de OVSE-inspecteurs in Kosovo te beschermen. Ze worden in Macedonië gestationeerd en kunnen vlug het eventueel crisisgebied in Kosovo bereiken. Zes Navo-lidstaten leveren soldaten voor deze troepenmacht. Later wordt dit korps uitgebreid tot 3.000 soldaten.

November/ December

De UCK poogt de verlaten stellingen van het Servische leger in te nemen. Waarop de Joegoslavische politie en militaire eenheden opnieuw een offensief starten tegen het UCK rond het gebied van Pristina en Drenica. De OVSE-waarnemers geraken gekneld tussen twee fronten.

3 December

Het Joegoslavische parlement verklaart dat ze een afscheiding van Kosovo en Metohija niet aanvaarden. Joegoslavië zal ten allen prij-ze haar territoriale souvereiniteit en integriteit verdedigen.

10 December

De Albanese Kosovaarse zijde verwerpt het vredesplan van de bijzondere VS-gezant Holbrook, die nochthans een zekere autonomie voor Kosovo , maar geen afscheiding van Joegoslavië voorzag.

12 December

Zes jonge Serviërs worden bij een overval op een bar in Pee vermoord. Enkele dagen later wordt de vice-burgemeester van Polje ontvoerd, zijn lijk wordt de volgende dag in een straatgreppel gevonden. In Pristina worden twee Servische politiemannen door onbekenden doodgeschoten.

13/14 Januari 1999

De minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen , Vollebaek onderhandelt als ambterende OVSE-voorzitter de vrijlating van acht door de UCK gevangen gehouden Joegoslavische soldaten in ruil voor de vrijlating van negen UCK leden .Voor het Italiaanse parlement verklaart de minister van Buitenlandse Zaken , de steun aan het UCK door de Albanese regering als een ondermijning van een vreedzame en diplomatieke oplossing .

15 januari

In de omgeving van het dorp Racak worden de lijken gevonden van 40 Albanese-Kosovaren. De UCK spreekt van een slachting door de Joegoslavische politie, die op hun beurt beweren dat het om UCK-strijders gaat die in een vuurgevecht gedood zijn. Een Finse onderzoekscommissie in opdracht van de EU doet een onderzoek en haar voorzitster Helena Ranta kan de thesis van een slachting niet bevestigen.

18 januari

De regering in Belgrado trekt de verblijfsvergunning van   de chef

van het OVSE-team William Walker in. Door de druk van de contactgroep (VS, Frankrijk, Duitsland, Rusland, VK en Italië) wordt deze beslissing ingetrokken.

29 Januari

De contactgroep zet de Joegoslavische autoriteiten en de Albanese Kosovaren onder druk om vredesgesprekken naar het voorbeeld van de Dayton conferentie te beginnen en legt een 10 punten programma voor waarbij de militaire aspecten uitgesloten blijven. Het document omvat volgende elementen: onmiddellijke wapenstilstand gecontroleerd door Navo-troepen, vreedzame oplossing van het conflict, voor drie jaar het instellen van een interim-status voor Kosovo op basis van een vergaande autonomie vooraleer een definitieve overeenkomst tot stand komt. Behoud van de Joegoslavische integriteit, vrije verkiezingen onder toezicht van de OVSE, het oprichten van democratische representatieve organen in Kosovo, amnestie voor politieke gevangenen, strafvrijheid voor daden begaan tijdens het conflict met uitzondering van de misdaden tegen de mensheid en tenslotte aanpassing van de Joegoslavische wetten aan de nieuwe rechtsregels van toepassing in Kosovo.

06 Februari

Start van de Kosovo-conferentie in Rambouillet onder het voorzitterschap van de ministers van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittanië en Frankrijk.

18 Februari

Rusland verklaart dat het onder bepaalde voorwaarden bereid is grondtroepen te leveren na een akkoord (volgens het model in Bosnië)

23 Februari

De gesprekken in Rambouillet worden verdaagd. President Milutinovic verklaart de bereidheid van Joegoslavië een autonomie-akkoord te ondertekenen op basis van het 10 puntenprogramma van de contactgroep. Een stationering van NAVO-een-heden of andere buitenlandse militairen op het Joegoslavische grondgebied wordt echter niet aanvaard.

Ondanks de druk van Madelein Albright, Amerikaanse staatssecretaris, weigeren de Albanese Kosovaren het voorgelegde ontwerpakkoord te tekenen.

15 Maart

Wanneer de gesprekken terug starten in Parijs, ondertekenen de Albanese Kosovaarse delegaties de voorliggende tekst, de Joegoslavische delegatie weigert de aangepaste versie van het akkoord ontwerp te ondertekenen. Ze verduidelijkt haar beslissing: ze kan niet akkoord gaan met de voorziene stationering van NAVO-troepen (28.000 soldaten ) die over de doorvoering van de overeenkomst moeten waken en met de veranderingen die aan de Rambouillet I tekst zijn aangebracht waarbij de aanwezigheid van Joegoslavische ordestrijdkrachten maar van een symbolische waarde mag zijn. De UCK zou maar gedeeltelijk ontwapend worden (alleen zware wapens), na drie jaar zou in Kosovo een definitieve regeling gevonden worden op basis van de wil van de bevolking .Wat door de Joegoslavische zijde als een optie aangevoeld werd voor het door hen niet aanvaardbare referendum. De Verdragtekst voorzag eveneens dat veranderingen van de status van de provincie alsook grenswijzigingen slechts doorgevoerd kunnen worden via een akkoord met de buurlanden.

23  Februari

Bij onderhandelingen in Belgrado overhandigt Richard Holbrook een “laatste waarschuwing”, deze brengen geen wijziging in de Joegoslavische houding.

De NAVO-secretaris verklaart dat de gesprekken mislukt zijn. En zet het licht op groen voor het Navo-kriegspiel.

24  Maart

De NAVO start de bombardementen en luchtaanvallen op de sou-vereine staat Joegoslavië.