Verkiezingen

Duitsland – 99 zetels

82 miljoen inwoners – 60 miljoen kiezers -opkomst: 45,2 %

C.D.U.:  48,7  %  (53 zetels);  SPD 30,7  %  (33 zetels); Groenen: 6,8 % (6,4); P.D.S.: 5,8 % (6 zetels) Liberalen overschrijden de kiesdrempel van 5 % niet.

Frankrijk – 87 zetels

52 miljoen inwoners – 39,7 miljoen kiezers -opkomst: 47,02 %

P.S.: 21,96 % (22 zetels); Pasqua (rechts): 13,9 % (13 zetels); R.P.R. (Chirac): 13,9 % (12 zetels); Liberalen: 9,29 % (9 zetels); Groenen: 9,71 % (9 zetels); Communisten 6,80 % (6 zetels); Jacht en natuur: 6 zetels; Le Pen 5,71 % (5 zetels); Extreem Links: 5,20 % (5 zetels). Anderen zoals Megret (extreem rechts), De Waechter, eco-logisten enz. halen de stemdrempel van 5 % niet.

Verenigde Koninkrijk – 87 zetels

59,2 miljoen inwoners – 45,6 miljoen kiezers -opkomst: 23 %

Conservatieven: 25,3 % (34 zetels); Labour: 29 % (26 zetels); Liberalen Democraten: 13 % (9 zetels); Groenen: 6 % (2 zetels); Schotten: (2 zetels); Wales (2 zetels).

Italië – 87 zetels

57.6   miljoen inwoners – 47,4 miljoen kiezers –
opkomst: 70,8
%

Forza Italië: 25,2 % (22 zetels); PDS 17,3 % (15 zetels) Natioanale Alliantie (extreem rechts): 10,3 % (9 zetels); Radikalen: 8,5 % (7 zetels); Lijst van Prodi en Burgemeester

  • % (7 zetels); Liga Nord: 4,5 % (4 zetels); Rifondazone Communista: 4,6 % (4 zetels); PPI (rechts): 4,3 % (2 zetels); Christen Democraten: 2,2 % (2 zetels); Sociaal Democraten: 2,2 % (2 zetels); C.D.U.: 2,2 % (2 zetels); Afgescheurde Communisten Partij’. 2 % (2 zetels); Groenen:
  • % (2 zetels); Europees Democraten: 1,6 % (1 zetel); Sociaal Beweging: 1,6 % (1 zetel); Christen Democraten: 1,1 % (1 zetel); Gepensioneerden: 0,7 % (1 zetel); Republieken Liberalen Partij: 0,5 % (1 zetel).

Spanje – 64 zetels

39,4 miljoen inwoners ■ 31,8 miljoen kiezers -opkomst: 64,3 %

Christen Democraten: 39,6 % (27 zetels); Socialisten: 35,34 % (24 zetels); Communisten en links: 5,78 % (4 zetels); Catalonië (rechts): 4,99 % (3 zetels); Catelonië (centrum): 3,11 % (2 zetels); Basken: 2,97 % (2 zetels); Galicië: 1,49 % (1 zetel); Euskan Herrettarak: 1,49 % (1 zetel).

Nederland – 31 zetels

15.7   miljoen inwoners • 12,2 miljoen kiezers – opkomst: 29,9 %

CDA: 26,9 % (9 zetels); PvDA: 20,1 % (6 zetels); VVD: 19,7 % (4 zetels); Groen Links: 11,9 % (4 zetels); Prostestanten: 8,7 % (3 zetels); D66: 5,8 % (2 zetels); Socialisten Partij (links): 5 % (1 zetel).

België – 25 zetels

10,2 miljoen inwoners 8 miljoen kiezers -stemplicht

CVP: 13,8 % (3 zetels); VLD: 13,7 % (3 zetels); PRL: 10 % (3 zetels); P.S.: 9,6 % (? zetels); Vlaams Blok: 9,2 % (2 zetels); S.P: 8,9 % (2 zetels); Ecolo: 7,2 % (3 zetels); Agalev: 7,4 % (2 zetels); VU-ID: 7,2 % (2 zetels); PSC: 5 % (1 zetel); Duitstaligen-PSC: 1 zetel.

Vrede – nr. 338-juli-augustus’99

Griekenland – 25 zetels

10.5   miljoen inwoners – 8,9 miljoen kiezers – stemplicht

Conservatieven: 36,07 % (9 zetels); Socialisten: 32,88 % (9 zetels); KKE (communisten): 8,65 % (3 zetels); Populisten: 6,87 % (2 zetels); Communisten (pro Europa): 5,14% (2 zetels).

Portugal – 25 zetels

9,9 miljoen inwoners – 7,8 miljoen kiezers -opkomst 40,4 %

Socialisten: 43,6 % (12 zetels); PSD (socialisten democraten): 31,9 % (8 zetels); Communisten + groenen: 10,32 % (2 zetels); CDS (conservatieven): 8,71 % (2 zetels).

Zweden – 22 zetels

8.8   miljoen inwoners – 7,8 miljoen kiezers ■
opkomst 38,3
%

Sociaal Democraten: 26,1  % (6 zetels);
Conservatieven: 20.6   % (5 zetels);
Communisten (15,8 % (3 zetels);
Liberalen: 13,8 % (3 zetels);
Groenen: 9,4 % (2 zetels);
Christen Democraten: 7,7 % (2 zetels);
Centrum: 6 % (1 zetel).

Oostenrijk – 21 zetels

8 miljoen inwoners – 6,4 miljoen kiezers -opkomst 49 %

Socialisten’. 31,74 % (7 zetels); Conservatieven: 30,6 % (7 zetels); Extreem rechts: 23,5 % (5 zetels); Groenen: 9,2 % (2 zetels).

Denemarken -16 zetels

5,3 miljoen inwoners – 4,1 miljoen kiezers -opkomst 50,4 %

Liberalen: 22,7 % (5 zetels); Sociaal Democraten: 16 % (3 zetels); Anti Europa: 15,7 % (3 zetels); Radicale Liberalen: 8,9 % (1 zetel); Conservatieven: 8,2 % (1 zetel); Links anti Europa: 7 % (1 zetel); Extreem Communisten: 6.9 % (1 zetel); Extreem Rechts: 5,6 % (1 zetel).

Finland-16 zetels

5,3 miljoen inwoners – 4 miljoen kiezers opkomst 30,1 %

Conservatieven: 25,4 % (4 zetels); Centralisten: 21,3 % (4 zetels); Sociaal Democraten: 17,8 % (3 zetels); Groenen: 13,4 % (2 zetels); Extreem Communisten: 9,1 % (1 zetel); Liberalen: 6,8 % (1 zetel); Christen Democraten: 2,4 % (1 zetel).

Ierland-15 zetels

3,7 miljoen inwoners – 2,7 miljoen kiezers -opkomst 40 %

Fianna Fail: 38,6 % (6 zetels); Fini Gael: 28,3 % (4 zetels); Onafhankelijken: 15 % (2 zetels); Labour: 8,70 % (1 zetel); Groenen: 6,70 % (2 zetels); Sinn: 6,3 % (geen).

Luxemburg – 6 zetels

429.000 inwoners – 333.900 kiezers – stemplicht

Christen Democraten: 31,16 % (2 zetels); Socialisten: 23,58 % (2 zetels); Liberalen: 20,46 % (1 zetel); Groenen 10,70 % (1 zetel).

Verkiezingen – informatie en commentaar: André De Smet.

Groot-Brittannië – Regio’s -Gemeenten – 6/5/99

SCHOTLAND

Voor de eerste verkiezingen, in het perspectief van Schots zelfbestuur, waren er 129 zetels te verdelen.

Labour behaalde 55 zetels.

SNP (nationalisten) 35 zetels.

Conservatieven: 18 zetels.

Liberaal Democraten: 17 zetels.

De opkomst bedroeg slechts 30 procent.

Labour beschikt niet over een meerderheid in het parlement

en zal op een regeringspartner moeten een beroep doen.

Donald Dewar, de minister voor Schotland in de regering

Blair wordt er de eerste premier.

WALES

Ook hier slaagt Labour er niet in de verhoopte meerderheid te behalen van de 60 terbeschikking zijnde zetels. Labour behaalt er 28.

Plaid  Cymru  (nationalisten):   17,  Conservatieven  8 en Liberaal Democraten 6. Opkomst van de kiezers 45 procent. Labour is teleurgesteld. De nationalisten, reeds sterk in het Welsh sprekende Noorden, boeken ook winst in het industriële zuiden waar de Labour traditioneel sterk staat.

GEMEENTERADEN Labour: 4.218 zetels (5.232 in 1995) Conservatieven: 3.653 zetels (2.330 in 1995) Liberaal Democraten: 2.441 zetels (2.567 in 1995) Slechts 29 procent van de kiezers kwamen opdagen. Met 36 % van de stemmen heeft Labour niet te veel ingeboet voor zijn regeringspolitiek.

De conservatieven lopen hun verlies van 1995 (ze verloren toen 2000 zetels) enigszins in. De Liberaal Democraten die in 1995 in Liverpool de overwinning behaalden komen nu ook in Sheffield aan de macht.

IJsland – Parlement – 9/5/99

Met 40 % (+3,%) heeft de Conservatieve Partij van premier David Oddson de verkiezingen gewonnen. De Vooruitgangspartij, de coalitiepartner in de regering, moest met 18% (-5 %) zwaar inleveren. De coalitie zal echter worden verder gezet.

Israël – Premier en Parlement -15/5/99

In Israël verlopen de verkiezingen volgens het principe: rechtstreekse verkiezingen voor de eerste minister en verkiezingen volgens het evenredig stelsel voor de 120 parlementsleden, met geheel Israël als één kiesdistrict. Niet minder dan 32 partijen namen aan de laatste verkiezingen deel.

Het afstraffen van premier Netanyahu, die de vredesonderhandeling met de Palestijnen door zijn ultra rechtse politiek op de helling had gezet en de slechter wordende economische toestand, waren hierbij de belangrijkste inzet. In het begin waren er zes kandidaten voor het premierschap. Vier trokken zich uiteindelijk terug zodat het een confrontatie werd tussen Netanyahu van het rechtse Likhoud en Barak van de arbeiderspartij.

Uiteindelijk haalde Ehud Barak het met niet minder dan 56,8 % van de stemmen tegen Benjamin Netanyahu die zich met 43,9 % moest tevreden stellen. Voor wat de Knesset (parlement) betreft ziet de officiële uitslag er als volgt uit:

(tussen haakjes de vertegenwoordiging in de oude Knesset).

26(34)
19(32)
17(10)
10O)
6(7)
6(0)
5O)
4(0)
4(0)
2(0)
3(5)
3(5)
5(4)
2(0)

Israël EEN (Arbeiderspartij en bondgenoten)

Likhoud (rechts):

SHASS (Noord Afrik.Joden):

MERETZ (vrijzinnig links):

ISRAËL BA ALIAH (Russen):

CENTRUM PARTIJ:

Nationale RELIGIEUZE PARTIJ:

ISRAËL BEITENOU (Russen-rechts):

NATIONALE EENHEID (ultra nationalisten:

ÉÉN VOLK ( syndicalisten):

Judaïsme v.d. Torah (orthodoxen):

HADDASH (communisten):

EENHEIDSLIJST Arabisch:

Democratische Alliantie (Arabisch):

Wanneer men bovenstaande uitslagen overloopt mag gerust over een aardverschuiving gesproken worden. Het feit dat met 1,5 procent van de stemmen een zetel kan worden behaald is daar niet vreemd aan. Het wijst bovendien op een zeer grote ontevredenheid bij de bevolking en een afwijzing van de traditionele politiekers zodat de kiezer zijn vertrouwen stelde in nieuwe partijen. Kenmerk hieraan: Ehud Barak werd als premier verkozen met 56,8 % van de stemmen, maar zijn lijst verliest acht zetels. Ondertussen gaf ex-premier Netanyahu ontslag als voorzitter van Likoud en trekt zich, voorlopig althans, terug uit de politiek. Arich Déri, de leiders van de ultra-orthodoxe partij Shass, (gewezen minister van Binnenlandse Zaken) wiens partij 7 zetels won, gaf eveneens zijn ontslag. Déri werd namelijk kort geleden veroordeeld voor corruptie en verkoos zich terug te trekken om zijn partij de mogelijkheid te geven met Barak te onderhandelen. Benny Begin (extreem rechts) die Netanyahu in de steek liet en een nieuwe rechtse partij vormde behaalde slechts 4 zetels. Hij trok zich terug als voorzitter en nam ontslag als parlementslid.

Guatemala – Referendum -16/5/99

Na het in 1996 afgesloten akkoord tussen de regering en de bevrijdingsbeweging werd door de president Alvaro Arzu een referendum uitgeschreven.

Hierin werden de constitutionele hervormingen voorgesteld die aan de Indiaanse bevolking, die 60 % van de 11 miljoen inwoners vertegenwoordigd – meer rechten zouden verlenden.

Deze hervormingen werden reeds in oktober ’98 door het Congres goedgekeurd maar moesten in een referendum bekrachtigd worden.

Bijna alle politieke partijen hadden opgeroepen ja te stemmen maar 81,45 % van de kiezers kwam niet opdagen. 50,63 % verwierpen het voorstel dat een werkelijke erkenning van de identiteit en de rechten van de Indiaanse bevolking, inhield.

OP MAAT GESNEDEN

De regering van Koeweit heeft op zondag 16 mei bekend gemaakt dat ze hel stemrecht en de verkiesbaarheid voor vrouwen heeft goedgekeurd. Deze beslissing zal echter niet toegepast worden voor de verkiezingen die in juli zullen plaats hebben. Ze zullen moeten wachten tot 2003. Ondertussen blijft Koeweit de enige monarchie in de Golf die over een verkozen parlement beschikt. De Westerse Stater. uitstekende vrienden en bondgenoten uit ondemocratische monarchieën uit’de ‘ i’ staten, maken zich hierover geen zorgen. Ook niet over de miskenning van de mensenrechten aldaar. De economische belangen gaan voor. (ads)

Zuid-Afrika – Parlement – 2/6/99

Meer dan 80 % van de ingeschreven kiezers namen aan de tweede multiradicale verkiezingen uit de geschiedenis van Zuid-Afrika deel. 18,3 miljoen kiezers hadden zich hiervoor laten registreren. Circa  10.000 lokale en  internationale waarnemers controleerden het stempro-ces dat veel rustiger verliep dan tijdens de vorige verkiezingen. Het Nationaal Afrikaans Congres (ANC) bekwam 66,5 % van de stemmen (62,6 % in ’94) en 266 op de 400 te begeven zetels. Een tekort van 2 zetels om de tweederde meerderheid te behalen. Indien nodig kunnen deze wel door een andere partij geleverd worden. Tweede partij is de Democratische Partij (DP),   die  zich   afscheurde  van   de Nationale Partij en beroep deed op Indiërs en kleurlingen. Zij kreeg 38 zetels.

Derde partij is de Inkatha Vrijheids Partij (IFP) van de Minister van Binnenlandse Zaken Buthelezi met 34 zetels. De Nationale Partij (NP), de vroegere anti-apartheidspartij, komt met slechts 28 zetels als vierde uit de bus. Dan volgt de Verenigde Democratische Beweging (UDM) die door de oud-ANC’ er Bantu Hilomisa en de voormalige NP leider Roelf Meyer werd opgericht bekwam 14 zetels.

Hierna volgen de Christen-Democratische Afrikaanse Partij (ACDP) met 6 zetels, het Vrijheidsfront met 3 zetels, de Christen-Democratische Partij (UCDP) met 3 zetels, het Pan Afrikaan Congres (Pac) met 3 zetels, de Federale Alliantie (FA) met 2 zetels, de Eenheidsbeweging van Afrikanen (AEA) met 1 zetel, het Front van de minderheid (MF) met 1 zetel, en óeOrganisatie van het Afrikaanse volk (Azapo) eveneens met 1 zetel.

Het integraal proportioneel kiessysteem bracht 13 partijen in het Parlement tegenover slechts 7 in 1994. Het ANC veroverde eveneens een meerderheid in alle provincies met uitzondering van twee. Kwa Zulu Natal waar ze met het Inkatha zal moeten regeren, en de West-Kaap.

Deze provincie stond voorheen onder de leiding van de Nationale Partij maar behaalde in deze regio nu slechts 38,4 % tegenover 42 % voor het ANC. De vraag is nu met wie de Democratische Partij, die hier op de derde plaats eindigde, in de regionale regering zal stappen. Met het ANC of met de N.P.

Deze verkiezingen kunnen zeker als een politieke aardverschuiving genoteerd worden.

Eerstdaags wordt Thabo Mbeki, de opvolger van Nelson Mandela, door het parlement als president verkozen. Hem wacht een zware taak: de zwarte bevolking niet teleurstellen in het vertrouwen dat ze in het ANC gesteld heeft.

Duitsland -Deelstaat – 6/6/99

De regionale verkiezingen in Bremen lieten de kiezers toe een oordeel uit te spreken over de SPD-Groene regering van Kanselier Schröder die op nationaal vlak aan de macht kwam. De Sociaal-Democraten boekten er een grote winst. Met 42,6 % (33,4 % in ’95) veroverden ze 47 op de 100 zetels (een winst van 10) maar misten ze met 3 zetels de absolute meerderheid in dit regionaal parlement. De Christen-Democratische CDU, bondgenoont van de SPD in de aftredende regering, boekten met 37,1 % (32,6 % in ’95) en 42 zetels de beste uitslag uit hun geschiedenis.

De Groenen die voorheen 10 zetels hadden, verloren er 4. Deze vier zetels hadden volstaan om, zoals op nationaal vlak, een SPD-Groene regering te vormen maar de SPD geeft er de voorkeur aan met de CDU verder te regeren.

Indonesië – Parlement –7/6/99

Op 19 juni waren de volledige resultaten van de Indonesische verkiezingen nog niet bekend. Men schat niettemin dat 90 % van de kiezers aan de stemming hebben deelgenomen. Met de gekende uitslagen op basis van 2/3 van de getelde stemmen kan men vaststellen welke richting het uit gaat.

Op dit ogenblik leidt de Democratische Indonesische Partij (PDI-P) van Mega-wati Sukarnoputri (de dochter van de eerste president, Sukarno) met 40 % van de stemmen. Haar twee bondgenoten, twee moslimpartijen, de Partij van het Nationaal Ontwaken (PKB) van Abdurrahman Wahid en de Partij van het Nationaal Mandaat van Armien Raïs zijn goed voor 20 % van de stemmen. De Golkar, de partij die vroeger aan de macht was en gesteund werd door het leger en die ook het werktuig van Suharto was, behaalt met zijn bondgenoot, de Partij van de Verenigde Ontwikkeling, 1/3 van de stemmen. Na deze uitslagen wordt reeds gedacht aan de presidentsverkiezingen die in november moeten plaats hebben.

Het ziet er naar uit dat de moslimpartijen, in een land waar 80 % van de bevolking tot de Islam behoord, het moeilijk hebben met een vrouwelijke kandidaat. Niettemin verklaarden ze Megawati Sukarnoputri te zullen steunen.

Het is het consultatief Assemblee dat de president verkiest. Dit is samengesteld uit de 462 verkozenen van 7 juni, de 32 vertegenwoordigers van het leger, 135 afgevaardigden van de provinciale Assemblees en 65 vertegenwoordigers van organisaties.

Gezien elk provenciaal Assemblee, zonder rekening te houden met het aantal inwoners, over vijf afgevaardigden beschikt en de Golkar sterk vertegenwoordigd is in de afgelegen gebieden en op het platteland is Megawati Sukarnoputri nog niet verzekerd van de overwinning.

INDONESIË

Bevolking: 202 miljoen. Oppervlakte: 2 miljoen km2. (5000 km afstand van west naar oost) Archipel: 17.508 eilanden. Religie: 80 % moslim. 1945: Einde van de Japanse bezetting. Tot 1949 strijd tegen de Nederlandse koloniale macht. 1949: Sukarno wordt president. 1965: Opstand van het leger onder leiding van Suharto met de hulp van de CIA: 500.000 communisten, progressieven en Indonesiërs van diverse origine worden vermoord. Het Westen zwijgt en laat begaan. 1967: Suharto wordt president. 1976: Djakarta annexeert Oost-Timor. Suharto wordt door zijn kliek herkoren in 1978, 1983, 1988. 1993 en 1998. Na de financiële crisis en de daaropvolgende volksopstand wordt Suharto afgezet.