Wit-Rusland: de NAVO oostwaarts afremmen …

Hoe tien jaar ongeremd kapitalisme in Rusland hebben huisgehouden wordt stilaan voor de hele wereld duidelijk. De Republiek Wit-Rusland koos voor een andere weg.

Wit-Ruslands “eigen weg”

Wit-Rusland behoorde tot de gewezen Sovjet-republieken, die bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 hun zelfstandigheid uitriepen. In de toenmalige chaotische omstandigheden waren het net als in andere gewezen Sovjet-republieken een reeks “hervormingen” op gang gebracht met privatiseringen, afbouw van collectieve landbouwbedrijven, enz. Dat viel bij de Wit-Russen niet in de smaak, en na enkele roerige jaren werd een tot dan toe weinig bekend man, Alexander Loekasjenko, met een ware aardverschuiving van 81% van de stemmen tot president verkozen. Hij had in 1991 als énige Wit-Russische parlementslid tégen de opheffing van de Sovjet-Unie (de “overeenkomst van Belaya Vedja”) gestemd, en zijn kiesprogramma was eenvoudig:

  1. stop de privatiseringen,
  2. verbied de verkoop van landbouwgronden, en
  3. bereid een unie met Rusland voor. Deze derde eis leidde hij af uit een recent referendum, waarbij een groot deel van de bevolking er vóór gestemd had dat Wit-Rusland een unie met Rusland zou aangaan.

Westen steunt oppositie

Na die volksraadpleging was de oppositie o.l.v. het “Wit-Russisch Volksfront” razend, en er was al even wanhopige inmenging vanwege de westerse raadgevers, die voor steun aan de uitbouw van een kapitalistische markteconomie te Minsk bijeen waren. Ook de – toen overrompelde en opgesplitste – CP nam een tijdlang aan het verzet tegen Loekasjenko deel.

Na de verkiezingen bleef Loekasjenko vasthouden aan zijn beleid en omdat hij in het parlement geen meerderheid kon vinden, nam hij het initiatief tot een volksraadpleging voor een nieuwe grondwet met méér macht voor de president, en waarbij o.a. het recht op vrije aan- en verkoop van grond opgeheven werd. De grondwet werd door 70% van de kiezers goedgekeurd, en later met 110 tegen 70 stemmen in het parlement aanvaard. De 60 leden van het vroegere  parlement,  –  tegenstanders  van Loekasjenko – hebben verklaard dat zij alléén het wettige Wit-Russische parlement zijn, gesteund door het Westen dat nog steeds het “oude” parlement erkent.

Dat alles heeft Loekasjenko niet belet zijn positie in Wit-Rusland te versterken, en hij wijst de EL/-besluiten als onwettige inmenging af. Aan de verkiezingen in 1996 nam het “Wit-Russisch Volksfront” geen deel. Het was steeds actief stakingen en demonstraties aan het organiseren, en “Volksfront”-\ë\der Pazn-jak werd aangehouden, maar vluchtte en vond asiel in de VSA.

Economische groei

Anders dan bij de grote oosterbuur Rusland – waar de economie op elk gebied de dieperik in gleed – slaagde Wit-Rusland erin een economische groei te verwezenlijken. In dat land was geen sprake van schoktherapieën, en lonen en pensioenen werden tijdig uitbetaald. Er waren uiteraard schaarste-toestan-den, en bepaalde goederen werden op de rantsoenlijsten gezet, zodat de ergste zwartemarkt-uitwassen voorkomen werden.

De belofte van een unie met Rusland werd ingehouden via het plechtig afsluiten – met kerkelijke zegen – van een verdrag tussen Loekasjenko en Jeltsin. In het begin leek het erop dat het verdrag weinig concreet inhield, en dat Jeltsin er slechts mee instemde om aan het sterke “un/e”-gevoel van de Russen tegemoet te komen. Maar het verdrag is tamelijk volledig en strikt uitgewerkt op gebieden als handel, douane, veiligheid e.a.

Gevolgen Russische crisis

De economische ineenstorting van Rusland in augustus 1998 trof ook Wit-Rusland, o.m. omdat een aanzienlijk deel van zijn uitvoer voor Rusland bestemd is. Dat maakte dan ook een strenger economisch beleid nodig, maar de regering gaf niet toe aan de goedkope geldschieters van het Internationaal Muntfonds (IMF), David Philips, vertegenwoordiger van de Wereldbank te Minsk, ging in augustus 1998 voor twee weken met vakantie naar huis maar kwam niet meer terug. Bij zijn vertrek zei hij tegen journalisten dat de hoofdoorzaak van zijn vertrek lag in de geringe kansen dat Wit-Rusland de economische hervormingen zou doorvoeren die in een juni-memorandum afgesproken waren.

Phillips wees er wel op, dat er positieve neigingen waren in Wit-Ruslands economie, zoals een aanzienlijke toename van het bruto binnenlands product, in de industrie en wel niet het minst in de industriebouw. Hij voorzag echter dat die groei niet kon voortgezet worden zonder “diepgaande structuurveranderingen en grote buitenlandse investeringen”.

Daar is de Wereldbank weer

In februari 1999 bezocht alweer een //WF-afvaardiging Wit-Rusland met een aanbod van nieuwe leningen. Natuurlijk onder voorwaarden, namelijk dat de economie met privatiseringen een mo-netaristische koers opgelegd zou worden.

Op een persconferentie te Minsk stelde de Wit-Russische financieminister Nikolaj Korbut dat hij “erg pessimistisch” was “omtrent de vraag of Wit-Rusland op economische steun van het IMF een beroep zou kunnen doen”. Volgens hem had de economische koers van Wit-Rusland zijn juistheid en degelijkheid al bewezen, in tegenstelling tot de koers die het IMF eiste. Van verschillende kanten komen er signalen dat de toestand in Wit-Rusland -ondanks de moeilijkheden die de kapitalistische crisis van buitenaf meebracht – stabieler wordt, en dat president én regering wel eens versterkt uit de volgende verkiezingen zouden kunnen uitkomen.

Dreigen met geweld…

Een deel van de Wit-Russische oppositie zit in de Litouwse hoofdstad Vilnius (de Litouwse president, een VS-burger, was tijdens de oorlog in Wit-Rusland onder SS-bevel in het zogenaamde “2de Litouwse regiment” actief). Die oppositie verspreidt racistische, primair anti-Russische “nationalistische” propaganda en heeft het over “gewapend verzet” tegen de “Russische bezetters”. Hoewel volstrekt onbetekenend in Wit-Rusland zelf, vinden dergelijke groepen in het Westen actieve “vrienden”, die hen altijd op het geschikte ogenblik – allicht als het ooit tot een A//4l/0-oorlog tegen Rusland komt? -zullen kunnen inzetten. In 1916 had de Duitse bezetter overigens nét hetzelfde uitgehaald, toen hij de eerste zogenaamd “onafhankelijke” Wit-Russische staat oprichtte…

Yvan Grosjean (28 maart 1999)