Zorgt de NAVO voor een milieuramp in de Balkan?

Volgens het Joegoslavische Ministerie voor Milieuzaken hebben de NAVO-aanvallen op Joegoslavië onnoemelijke schade toegebracht aan het milieu, waarvan de gevolgen pas voelbaar zullen zijn op lange termijn. De NAVO-aanvallen op Joegoslavië houden een schending in van de Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling en van een hele reeks conventies met betrekking tot het milieu. De Verklaring van Rio zegt dat oorlogsoperaties een vernietigend effect hebben op ontwikkeling en dat internationale reguleringen de bescherming van het milieu verzekeren tijdens gewapende conflicten. Het Joegoslavische ministerie vraagt zich af waarom de internationale organisaties – toch de initiatiefnemers en ondertekenaars van al die conventies – nu niets ondernemen tegen de ecologische gevolgen van de oorlog voor de Balkan, Europa en misschien wel de hele planeet.

De ozonlaag bedreigd

De onophoudelijke vluchten boven Joegoslavië hebben ‘een sterk vernietigend effect op de ozonlaag. De brandstof die gebruikt wordt voor de oorlogsvliegtuigen bevat een groot aantal zwaar-toxische, kankerverwekkende stoffen. Het gevaarlijkst zijn de fluorineradicalen die gevormd worden door de uitstoot van brandstofstabilisators, lood en fluorine-bestanddelen. Zij kunnen brandwonden veroorzaken bij zowel mensen als dieren die eraan blootgesteld worden. Naast de vervuiling door de vliegtuigen zijn er de duizenden tonnen explosieven die in de lucht terecht gekomen zijn, om nog maar te zwijgen over de chemische fabrieken, raffinaderijen, vaten brandstof, opslagplaatsen van grondstoffen e.d. die in vlammen zijn opgegaan en zo een weerslag hebben op de ozonlaag maar vooral ook op het broeikaseffect.

Het is bekend dat de afbraak van de ozonlaag veranderingen teweegbrengt bij levende organismen en een verhoging van het aantal kankergevallen voor gevolg kan hebben. Bovendien blijven de gassen die de ozonlaag aantasten voor lange tijd actief en kunnen zij zich verspreiden over lange afstanden.

Op die manier worden alle inwoners van Europa getroffen, maar men verwacht dat op termijn de bevolkingen van Noord-Europa, het noordelijk gedeelte van de Verenigde Staten, Canada, Nieuw-Zeeland, Australië en het zuiden van Latijns-Amerika de grootste slachtoffers zullen zijn. Dat komt omdat de ozonlaag het dunst is aan de noord- en zuidzijde van de aarde.

Twee zwaargetroffen plekken in Servië zijn het industriële complex van Pan-cevo (twee chemische fabrieken en een olieraffinaderij) en de olieraffinaderij van Novi Sad. In Pancevo is een nog veel grotere ramp vermeden doordat men vaten met chlorine en ammoniak geleegd had voordat de aanval plaatsvond. Was dat niet gebeurd, dan had dat wel eens het einde kunnen betekenen voor de 120.000 inwoners van deze stad.

Experts beweren dat de concentratie aan toxische gassen na de aanval 10.000 keer hoger lag dan het toegelaten niveau. Er zouden 70.000 mensen geëvacueerd zijn.

De olieraffinaderij van Novi Sad is gelegen aan de oevers van de Donau, er is dus weinig verbeelding voor nodig om te weten dat het water van die rivier ook zwaar vervuild is. Ook daar zouden mensen geëvacueerd zijn.

Verarmd uranium

Nog veel schadelijker is het verarmd uranium in de munitie van de NAVO, waarmee zowel burger – als militaire doelwitten bestookt worden. Dit soort munitie wordt gebruikt door kanonnen, jets en waarschijnlijk ook door Tomahawk-kruisraketten. Volgens internationale afspraken behoort uranium tot de zeer toxische, radio-actieve stoffen. De socialistische vakcentrale ACOD liet haar stem horen en heeft gezegd dat de Belgische rijkswachters die deelnemen aan missies in Albanië, gezondheidsproblemen riskeren. De uranium-stofdeeltjes die bij ontploffingen vrijkomen, zijn zeer vluchtig en kunnen zich tot honderd kilometer van de plaats van inslag verspreiden.

Volgens nationaal ACOD-afgevaardig-de Eric Van Moerkerke betekent dat dat rijkswachters die werken  in Albanië maar ook in Macedonië, besmetting riskeren door inademing en door het eten van plaatselijk voedsel. In 1991 al maakte het US Defence Nuclear Agency bekend dat straling van verarmd uranium een ‘ernstig gezondheidsrisico’ inhoudt. Wie ermee in contact komt wordt blootgesteld aan een straling van 200 millirem per uur. De toegestane hoeveelheid is 100 millirem… per jaar. De aandoeningen die eruit voortvloeien – allerlei vormen van kanker en bij kinderen leukemie – staan bekend als het Golfsyndroom. In de Golfoorlog in Irak, acht jaar geleden, werd ook verarmd uranium gebruikt en nu pas beginnen de gevolgen duidelijk zichtbaar te worden.

Ook de watervervuiling valt niet te onderschatten. Op de Donau bijvoorbeeld dreef in het begin van de oorlog een olievlek van 15 km lang en 400 m breed. Er is al meermaals dode vis gesignaleerd en ook de overige rivierfauna en -flora lijdt onder de oorlogsvervuiling.

De Donau mondt uit in de Zwarte Zee. Van de overige vervuilde rivieren mondt een deel uit in de Egeïsche Zee, een ander deel mondt eerst uit in de Adriatische Zee, later in de Middellandse Zee. Daar komt nog bij dat de Adriatische Zee en het Skadarmeer, aan de grens met Albanië, direct vervuild worden door de aanwezigheid van gevechts-schepen en onderzeeërs, door militaire operaties en de consequenties daarvan.

Beschermde natuurparken zijn ook niet veilig voor de NAVO: er werden er al verscheidene gebombardeerd of gebruikt voor oorlogsoperaties.

De gevolgen voor de buurlanden

Een vertegenwoordiger van het Russische Ministerie van Defensie zou in het begin van de oorlog al gezegd hebben dat schadelijke stoffen die vrijkomen bij olieverbranding Polen bereikt hadden en op weg waren naar Finland en dat ze, afhankelijk van de weersomstandigheden, Hongarije, Griekenland en Italië zouden kunnen bereiken. Intussen zouden er in Griekenland, als gevolg van de oorlog, al dioxine- en PCB-waarden gemeten zijn die 15 keer hoger liggen dan normaal. Verhoogde radio-activiteitswaarden zijn er niet vastgesteld,  maar dat  is  nooit een thema geweest, volgens Harvard-epidemioloog Dimitris Trichopoulos, “want in de oorlog in Joegoslavië worden alleen conventionele wapens gebruikt.” Macedonië, dat ook lijdt onder vervuilde lucht en rivieren, zegt niet te weten of er zich radio-actieve stoffen in de atmosfeer bevinden en vraagt andere landen of instanties die informatie daarover hebben, die niet verborgen te houden als een militair geheim. Macedonische milieudeskundigen vrezen een nieuw Tsjernobyl. Macedonië zegt dat het het probleem zeker ter sprake zal brengen op de volgende bijeenkomst van het CEI (Central European Initia-tive), waarin een groot aantal Midden-en Oost-Europese landen vertegenwoordigd zijn.

Aan de humanitaire VN-missie die onlangs in Joegoslavië geweest is, namen ook medewerkers deel van het UNEP (UN Environment Programme) en het UNCHS (UN Centre for Human Settlements). Het was hun taak om gedetailleerde en betrouwbare informatie te verzamelen om een actieplan voor de hele regio uit te werken, waarin prioriteiten kunnen worden vastgelegd. Dit zal gebeuren in samenwerking met technische VN-organen, relevante VN-organisaties, regeringen, NGO’s en observatiepunten in de regio.

Sigrid Vaes Antoine Uytterhaeghe