Veiligheid en oorlog privatiseren

De veiligheid en de oorlog “privatiseren”

Begin november heeft president Clinton bekend gemaakt dat de Amerikaanse regering besloten heeft het Amerikaanse bedrijf Dyncorp in te schakelen om de 150 Amerikanen te leveren voor de “pacificatie-opdracht” van de O.V.S.E. in Kosovo.

Voorheen had Washington reeds de firma Military Professional Resources onder de arm genomen voor de opleiding van Bosnische regeringssoldaten in het kader van de Dayton akkoorden. Gelijktijdig worden dit soort militaire multinationale firma’s ingeschakeld voor privé, meestal geheime clandestiene opdrachten.

Deze bestaan meestal uit het bewaken van oliepijplijnen, boortorens, diamant e.a. mijnen enz. Om deze te beschermen worden ook al eens landmijnen uitgezet wat niet verhindert dat dezelfde firma’s, in opdracht van internationale organisaties, met het uitvoeren van ontmijningsopdrachten belast worden.

Bovendien leverden ze in het verleden, meestal in Afrikaanse landen, huurlingen om conflicten uit te vechten. Vanzelfsprekend laten deze firma’s, die nauwe banden hebben met de uitbating van diamant e.a. mijnen, niet na in deze landen lucratieve economische exploitaties op te zetten. Dit soort militaire firma’s, waarin gewezen militaire bevelhebbers een belangrijke rol spelen, zijn dan ook zelf grote multinationals geworden die in alle takken van de economische wereld inspraak hebben. In het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy, pleit een zekere Shearer, voormalig V.N.-adviseur voor Liberia en Rwanda, en tegenwoordig vorser van het Londens “Institute for Strategie Studies” voor een uitbreiding van deze formule.

Op 24 juni 1997, werd in Washington, op initiatief van het Defense Intelligence Agency (DIA), de inlichtingsdienst van het Pentagon, een gesloten symposium georganiseerd met als thema: “de privatisering van de veiligheid in de Afrikaanse sub sahara”. Onder de deelnemers waren er de vertegenwoordigers van de huurlingenfirma’s, maar ook de gewezen staatssecretaris voor Afrika van president Bush, Herman Cohen, militaire bevelhebbers; toplui van verschillende inlichtingsdiensten, Amerikaanse   militaire   attachés   uit

Afrikaanse landen, maar ook potentiële klanten zoals de vertegenwoordigers van oliemaatschappijen als Texaco en Exxon.

En… hou u vast ook vertegenwoordigers van humanitaire organisaties als World Vision, Unicef, het Hoog Commissariaat voor vluchtelingen.

De organisator van het symposium, William Thorn, verantwoordelijk van DIA voor Afrika, wees er op dat de privé krachten doeltreffend en loyaal moeten zijn. De zienswijze van de Amerikanen kennende weten we wat dit “loyaal t.o.v. Amerika betekent”.

Hoofddoel van het symposium bleek echter het nemen van maatregelen om “de niet geregistreerde firma’s, de nieuwkomers, van de markt te houden” en de landen die het spelletje niet willen meespelen onder druk te zetten.

De hogergenoemde Shearer ging er, in zijn reeds geciteerd artikel, ook al van uit dat gezien de meeste regionale conflicten in Afrika plaats hebben, waar noch de V.S. noch West-Europa strategische belangen laten gelden, het niet langer nodig is een onderscheid te maken tussen het optreden van klassieke troepen en huurlingen van particuliere ondernemingen die, tegen betaling, de legitieme regeringen een handje komen toesteken.

Bovendien wordt er hierbij van uitgegaan dat de dood van een landgenoot (herinner u de para’s in Rwanda) in het buitenland niet zonder invloed is op de eigen openbare opinie, terwijl niemand zich over de dood van een huurling zorgen maakt.

V.N.-huurlingen conventie

In december was het negen jaar geleden dat de algemene vergadering van de Verenigde Naties, een “Internationale Conventie tegen recrutering, gebruik, van huurlingen” goedkeurde.

Om de conventie in werking te stellen moet de tekst door 22 landen van de 186 lidstaten geratificeerd worden. Op dit ogenblik hebben slechts 16 landen deze stap gezet.

Dit zijn: Azerbeidzjan, Barbados, Wit-Rusland, Kameroen, Cyprus, Georgië,

Italië, Moldavië, Mauretanië, Saoudi Arabië, de Seychellen, Suriname, Togo, Turkmenistan, Oekraïne en Ouzbe-kistan.

Het valt op dat zich onder deze landen, met uitzondering van Italië, geen westerse of andere grote landen bevinden. Ook België heeft tot heden de tijd niet gevonden om dit verdrag te ratificeren. Toeval, nalatigheid of…

Ons land heeft er nochtans belang bij gezien de nog recente affaire Tavernier die in Congo – Zaïre in het kamp van Mobutu een legertje leidde dat onze regering in diskrediet bracht.

De Peruaanse speciale V.N.-gezant voor het huurlingenprobleem, Enrique Bernals Ballestros zet de VN-lidstaten aan zo snel mogelijk tot de ratificatie over te gaan. Hij wijst er hierbij op dat iedere dag uitstel de beteugeling en de regulering van de huurlingenfirma’s steeds moeilijker maakt. Een zaak is hierbij duidelijk. Hoe meer tijd er voorbijgaat, hoe beter deze privé huurlingenlegers, dank zij de steun van sommige staatsapparaten, de militaire hiërarchie en de zakenwereld hun positie zullen versterken. De commerciële grenzen zijn op weg om afgeschaft te worden. De staten die deze verdedigen worden als “ketters” van de nieuwe religie van de globalisering beschouwd.

De progressieven mogen niet nalaten rekening te houden dat het probleem van de huurlingenlegers, de privatisering van oorlog en veiligheid, in nauw verband staan met de steeds groeiende macht van de multinationals (zie de recente monsterfusies) en de steeds grotere invloed van internationale instellingen zoals het LM.F., de Wereldbank, de OESO, de Wereldhandelsorganisatie, de MAI en noem maar op. Dat de regering van de VS., ondanks de V.N.-beslissingen, niet aarzelt om op firma’s die huurlingen uitbesteden, een beroep te doen, wijst er op dat ze aan de besluiten van de VN. haar voeten veegt.

André De Smet

Bron:

Vrede nr. 393 – maart-april 1998. De Wereld Morgen, juni 1998. De Standaard, 20/10 en 6/11. Mercenaires S A.

Philippe Caplan – Francois Misser. Uitg. Desclee de Brouwer – Paris 1998. Zie ook blz. 18 – Nagels met koppen.

Vrede – nr. 335 – januari-februari ’99