Eerlijkheidshalve

Somalië: milde straf voor blauwhelmen

Belgische para’s, die in Somalië als blauwhelmen optraden, maakten het aldaar al te bont. Van februari tot juni 1993 gingen deze “vredessoldaten” zich te buiten aan machtsmisbruik waarbij in bijzonder kinderen het slachtoffer waren. Zo werden kinderen die verdacht werden van diefstal zeer hardhandig aangepakt.

Men is op de hoogte van twee kinderen die verplicht werden hun graf te graven. Een soldaat hield een wapen tegen het hoofd van een kind terwijl een andere een schot loste.

Zo heeft men het ook over kinderen die boven een vijver, waarin krokodillen zaten, geplaatst werden. Een officier weigerde een persoon in nood de nodige hulp te verlenen.

De zaak ging aan het rollen toen in oktober 1993, in een kazerne foto’s rondslingerden waarop de “heldendaden” van deze militairen te bewonderen waren. De zestien militairen die bij deze feiten betrokken waren kwamen begin november voor de rechtbank. De rechtbank veroordeelde één van de militairen, de luitenant die de schijnexe-cutie op touw zette, tot 1.000 fr. boete en acht dagen gevangenisstraf met uitstel. Ondanks de rechtbank de feiten bewezen achtte werden de anderen vrijgesproken omdat men met een veroordeling de herklassering van de militairen niet wilde schaden.

Dit alles geeft ons een beeld van de geest die bij de militairen heerste die in Somalië werden ingezet. Het zou spijtig zijn als alle blauwhelmen, waarvan velen hun taak ernstig opnemen, met de plegers van bovengenoemde wandaden vereenzelvigd zouden worden. Met haar uitspraak heeft de rechtbank hier zeker niet toe bijgedragen, (ads).

V.S.-embargo veroordeeld door V.N.

Voor het vierde opeenvolgende jaar heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het door de V.S. op 7 februari 1962 ingestelde embargo tegen Cuba aan de kaak gesteld. 117 landen stemden voor de opheffing, 38 landen onthielden zich en 3 landen (de Verenigde Staten, Israël en Oezbekistan) stemden tegen. Vorig jaar stemden slechts 101 landen voor (48 onthoudingen en 2 tegen) en in 1993 stemden er 88 voor. Het toenemend aantal landen dat zich uitspreekt tegen het embargo ontkracht het argument van de V.S. “dat dit embargo van strategisch belang is gezien de kommunistische dreiging op enkele kilometers van onze kusten”.

Op de 15 landen van de Europese Unie hebben slechts Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland zich onthouden. Rusland, China, Canada, Australië, Spanje, Frankrijk, België, Nieuw-Zeeland, Mexico e.a. landen stemden voor de resolutie. Ook Argentinië voor de eerste maal. Japan onthield zich. Bij het nader bekijken merkt men dat de onthoudingen nog te vinden zijn bij de trouwste bondgenoten van de V.S. of van landen die, om ekonomische reden, afhankelijk zijn van de V.S. Ondertussen wil de Republikeinse meerderheid van het Amerikaans Kongres met het wetsontwerp – Helms – Burton -het bestaande embargo nog versterken door o.m. de andere landen onder druk te zetten.

Het is dus zeker een stap voorwaarts dat onlangs, zij het voor een voorzichtig aftasten, een delegatie van de Europese Unie onder leiding van Spanje naar Cuba trok.

Tijdens de Spaans-Amerikaanse top in Barilocke (Argentinië) die op 19 oktober doorging werd het embargo tegen Cuba eveneens met kracht veroordeeld. Dit was eveneens het geval in Catagena (Colombia) waar de afgevaardigden van 113 niet gebonden landen in een motie de nadruk legden op het feit “dat de financieel ekonomische beperkingen die unilateraal door de Verenigde Staten tegen Cuba worden toegepast in strijd zijn met het Charter van de Verenigde Naties en het internationale recht”. Bovendien werd de V.S. gevraagd “haar meningsverschillen met Cuba op te lossen door onderhandelingen op voet van gelijkheid en wederzijds respect”. Het ziet er dus doorheen de hoger geciteerde feiten naar uit dat het aantal landen dat zich tegen het V.S.-embargo uitspreekt van jaar tot jaar toeneemt. Door het opvoeren van deze druk zal de V.S. hiermee willens nillens moeten rekening houden, (ads).

Sankties gaan verder tegen Irak

Het sinds 5 jaar bestaande embargo tegen Irak werd op 8 november door de Veiligheidsraad van de V.N. verlengd. Dit houdt in dat het Irak verboden is petroleum uit te voeren. Saoudi-Arabië, de trouwe bondgenoot van de V.S., kan dus verder gaan om zelf het Iraakse kworum op haar rekening te nemen. Emat Abdal, sekretaris-generaal van de Arabische Liga, had Irak uitgenodigd om voorlopig de V.N.-resolutie 983 te aanvaarden, die Irak toelaat onder internationale kontrole een beperkt deel van zijn petroleum uit te voeren in ruil voor voedingswaren en medikamenten. Een procent van de opbrengst zou eveneens afgehouden worden voor de betaling van oorlogsschade. De Iraakse regering wijst er terecht op dat dit een inmenging is in haar binnenlandse aangelegenheden en territoriale integriteit.

Ondertussen wordt algemeen aanvaard, ook door Unicef e.a. internationale organisaties, dat het bestaande embargo tegen Irak katastrofale gevolgen heeft voor het Iraakse volk, in bijzonder voor de kinderen. Dagelijkse sterven er mensen aan de gevolgen van ondervoeding en gebrek aan hoogstnoodzakelijke medikamenten.

De Voedsel- en Landbouworganisatie van de V.N. (F.A.O.) publiceerde in het Brits medisch tijdschrift „The Lancet” een bijdrage waaruit blijkt dat sinds het einde van de Golfoorlog in 1991 meer dan 560.000 kinderen het leven verloren.

Is dit geen misdaad tegen de mensheid waaraan de V.N.-Veiligheidsdraad, onder impuls van de Verenigde Staten die er het laatste woord hebben, zich schuldig maakt ? (ads)

Afghaanse fundamentalisten

Het gaat van kwaad tot erger in Afghanistan. Enerzijds zijn er de dagelijkse bombardementen en de vele doden, anderzijds is er de groeiende onverdraagzaamheid.

De kortgeleden op het voorplan gekomen Talibans (door Pakistan gesteunde fundamentalistische studenten) stellen al hun voorgangers in de schaduw. Het laatste „meesterstuk” is de sluiting van 135 meisjesscholen. Ongeveer 47.000 meisjes krijgen zo verbod nog school te lopen en de onderwijzeressen vallen zonder werk. In september vroeg Peter Hansen, hoofd van de humanistische afdelingen van Unicef om een bedrag te schenken van 3,7 miljard frank humanitaire hulp voor Afghanistan. Dit geld zou gebruikt worden om mijnen op te sporen, de gezondheidszorg en een programma voor onderwijs. Unicef heeft nu besloten de toekenning van een deel van het beloofde geld bestemd voor onderwijs op te schorten. (ads).