Verkiezingen

OP MAAT GESNEDEN

uit Le Monde

De trappen naar het Witte Huis

Bij de verkiezingen in 1860 gaf de presidentskandidaat Abraham Lincoln 100.000 dollars uit. Met de opkomst van de T.V. liep het de spuigaten uit. In 1992 was Bill Clinton reeds aan een uitgave van 130 miljoen dollar (3,9 miljard B.fr.) Een historische record? Ja tot in

1996. Eind februari hadden, bij de voorverkiezingen, de republikeinse kandidaten reeds samen 138 miljoen dollar uitgegeven of zes maal meer dan in 1992. Vier jaar geleden had de Texaanse miljardair en onafhankelijke kandidaat Ross Perot reeds 130 miljoen dollar (12 miljard frank) van zijn persoonlijk fortuin ingezet.

Aan kandidaten die geen beroep doen op federale steun is geen enkele beperking opgelegd, Bij de andere wordt de kiessteun voor alle stortingen van 250 dollar verdubbeld maar ze moeten bij de voorverkiezingen hun uitgaven beperken tot 37 miljoen dollar (1,1 miljard frank). Voor de verkiezing van de twee eindkandidaten ontvangen deze vanwege de staat de bagatelle van 50 miljoen dollar. Eind februari had de republikeinse kandidaat Robert Dole reeds 30 miljoen dollar uitgegeven tegen 25 miljoen voor Forbes,13 miljoen voor Lamar Alexander, 11 miljoen door Pat Buchanan en zes miljoen voor Phil Gramm. Het winnen van stemmen heeft dus een prijs. In de voorverkiezingen in de staat lowa bedroeg de prijs per stem voor de kandidaat Forbes 400 dollar (12.000 fr). Bill Clinton die aan geen voorverkiezingen deelneemt heeft ondertussen voor de verkiezingen die in november plaats hebben reeds een spaarpotje op de kant staan van 36 miljoen dollar. Terecht zeggen steeds meer Amerikanen dat men in de USA met geld alles kan kopen, (ads)

Australië – Parlement (2/3/96)

Met een voorsprong van 5,73 procent en een meerderheid van 42 zetels in het 141 zetels tellende parlement behaalde de conservatieve liberale kandidaat John Howard de overwinning op de gewezen premier Paul Keating van de Labour die dertien jaar het bewind in handen had. De plannen van Keating om Australië los te maken van de Britse monarchie tegen het jaar 2001 en een republiek in te stellen bleken dus niet de belangrijkste zorg te zijn van de kiezers. Of het nu voor de brede volkslagen zal beter gaan is een andere vraag. De kandidaat-minister voor industrieel beleid, Peter Reith, heeft reeds bekend gemaakt dat de nieuwe regering werk zal maken van nieuwe ontslagregelingen. De herinvoering van een wet die de vakbonden verbiedt om bij arbeidsconflicten steunacties op te zetten in andere bedrijfstakken dan deze waar het conflict zich afspeelt werd eveneens aangekondigd.

Spanje – Parlement (3/3/96)

Door een voortijdige ontbinding van het parlement werden op 3/3 vervroegde verkiezingen uitgeschreven. In verhouding tot de verkiezingen van 1993 zag de uitslag er als volgt uit: Partido Popular (PP – rechts) 38,85 % = 150 zetels (in 1993 – 34,8 % -141 zetels). Spaanse Socialistische Partij (PSOE) 37,48 % =141 zetels (in 1993-38,8% 159 zetels). Isquerda Unita (UI) coalitie met communisten -10,58% = 21 zetels (in 93 -9,6 % -18 zetels). Convergenciz Uno (CIO) Catalaanse nationalisten – 4,61 =16 zetels (in 93 -4,9%-17 zetels). Baskische Nationale Partij (PNV) 1,28 % = 5 zetels (in 93-1,2% – 5 zetels). Coalition Canaria (CC), 0,89% = 4 zetels (in 93 -0,9% – 4 zetels). Bloque Nacionalista 3,3 (RNG) 0,88 = 2 zetels (in 93 – 0,5 – 0 zetels). Herri Batasuna (HB) politieke arm van het ETA – 0,73 % = 2 zetels (in 93 – 0,93 -2 zetels).

Eusko Alkartasuna (EA) 0,46 % = 1 zetel. Esquerra Republicane de Catalanya (ERC) 0,67 % – 1 zetel. Union Valenciana (UV) 0,37% = 1 zetel. De opkomst bedroeg 78,04 procent. Felipo Gonzalez, voorzitter van de PSOE, nam de leiding (sinds 1982) in vier regeringen. Zijn regering die in 1993, ook al na vervroegde verkiezingen werd samengesteld was een minderheidsregering. Deze kreeg de steun van de Baskische Nationale Partij en in bijzonder van de Catalaanse CIU van Jordi Piyol. Spanje is met een werkloosheidsgraad van 22,7 % (3.6 miljoen) verhoudingsgewijze de recordhouder in Europa. Bij de jongeren tussen 16 en 25 jaar zit 42 %, bijna een op twee zonder job. De sinds jaren gedane beloften van Gonzalez voor de tewerkstelling – maar zonder merkbaar resultaat – hebben de ex-premier in diskrediet gebracht. Daarbij komen dan nog de verschillende schandalen die elkaar opvolgden en de PSOE ondermijnden. Er was de zaak van Juan Guerra, de broer van de gewezen ex-premier Alfonso Guerra, die enkele honderden miljoenen verdiende met een vastgoedhandel die hij beheerde van uit een regeringskantoor in Sevilla.

Een jaar geleden was er de zaak van de voormalige chef van de Guardia Civil, Luis Roldan, die ervan verdacht wordt miljoenen aan steekpenningen te hebben geïncasseerd. De oud-gouverneur van de Bank van Spanje, Mariano, maakte zich eveneens schuldig aan effectenhandel met voorkennis en andere duistere praktijken.

Daar bovenop was er het schandaal van de antiterroristische bevrijdingsgroep GAL die in 1980 met regeringsgelden werd opgericht en in de jaren 80 niet minder dan 27 mensen vermoordde in de vuile oorlog tegen de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Ex-premier Gonzalez wordt er van verdacht mede aan de basis gelegen te hebben van de oprichting van het doodseskader van de GAL. Met al deze feiten geconfronteerd was het te voorzien dat Gonzalez de duimen zou moeien leggen tegen de rechtse José Martia Aznar van de Partido Popular die als een vernieuwer overkwam. Deze slaagde er in de overwinning te behalen maar alhoewel hij het rechts gewaad probeerde af te leggen zich als een centrumfiguur voor te stellen gelukte hij er niet in een absolute meerderheid te behalen. Eens te meer werden de opiniepeilers, die een volledige afgang van de PSOE en een overweldigende meerderheid van de PP hadden aangekondigd, in het ongelijk gesteld.

Spanje telt 32.499 miljoen kiezers.

De Kamer bestaat uit 350 volksvertegenwoordigers. De Senaat telt 254 senatoren (208 worden rechtstreeks verkozen en 46 door de regionale parlementen aangesteld). Verkiezingssysteem: proportioneel op regionaal niveau.

Zimbabwe ■ President (19/3/96)

Robert Mugabe, de aftredende president, werd tijdens de tweede ronde verkozen met 92,7 % van de stemmen. Hij was de enige overblijvende kandidaat gezien zijn twee tegenstrevers uit de eerste ronde zich terugtrokken.

Soedan – President (22/3/96)

Generaal Omar el Bécher die in 1989 door een militaire staatsgreep aan de macht kwam won met 75 % van de stemmen de presidentsverkiezingen. Een paar dagen later kondigde hij reeds aan dat hij de islamitische wet, de charia en het verbod van politieke partijen zou handhaven.

Benin – President (18-24/3/96)

Aan de eerste ronde namen de aftredende president Nicéphore Siglo, een gewezen beheerder van de Wereldbank, Mathieu Kérékou,de gewezen president, Adrien Houngbédji, voormalig voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en Bruno Amoussou, huidig kamervoorzitter, deel. De tweede ronde werd een duel tussen de twee eerstgenoemden. Kérékou won de confrontatie met 52,49% van destemmen tegenover47,51 % voor uittredend president Siglo. Mathieu Kérékou, die in onze pers wordt gebrandmerkt als een gewezen dictator, probeerde jaren terug in dit ontwikkelingsland een marxis-tisch-leninistische koers te volgen. Hij slaagde niet in zijn opzet en organiseerde enkele jaren terug een Nationale Conferentie die het pluralisme van de partijen aanvaardde. De eerste presidentsverkiezingen werden dan ook glansvol gewonnen door Siglo. Maar deze gewezen beheerder van de Wereldbank zette een politiek in die rampzalig werd voor de bevolking. Zo werd Kérékou de kandidaat van de uitgestotenen en de benadeligden. Opmerkelijk is dat Kérékou gesteund werd door de twee andere kandidaten uit de eerste verkiezingsronde. Ook al was een van hen, Adrien Houngbédji, destijds, tijdens het eerste presidentschap ter dood veroordeeld. Hij blijkt erg populair te zijn gezien hij in de eerste ronde 20 % van de stemmen behaalde. Het is niet uitgesloten dat hij de eerste minister wordt. Ondertussen blijft Siglo de uitslag van de verkiezingen betwisten en beschuldigt enkele buurlanden en Frankrijk bijgedragen te hebben tot de overwinning van Kérékou.

Duitsland – Deelstaten – 23/3/96

Baden- Württemberg: de CDU stijgt van 39,6 % in 1992 naar 41,3%. DeSPD valt terug van 29,4% naar 25,1 %. De FDP klimt op van 5,9 % naar 9,6 %, terwijl de Groenen met 7 % eveneens winst boeken.

Opmerkelijk is het succes van de extreem-rechtse Republikaner die 9,0 % behaalden.

Sleeswiik-Holstein: na acht jaar verliest de SPD zijn meerderheid. Zij valt terug van 46,2 % naar 39,8 %. De CDU groeide van 33,8 % naar 37,2 %, terwijl de Groenen opklommen van 4,9 % naar 8,1 % en de FDP met 5,2 % zijn positie handhaafde. De vorming van een rood-groene coalitie behoort tot de mogelijkheden.

Rheinland Pfaltz: de SPD liep terug van 44,8 % naar 39,8 %. De CDU behaalde zoals in ’92 zijn 38,7 %. De FDP steeg van 6,9 % naar 8,9 % en de Groenen kregen 6,8 %. De SPD die samen met de FDP regeerde kan dus deze meerderheid handhaven.

Opmerkelijk in deze verkiezingen is de terugkomst van de liberale FDP op het toneel. In alle andere deelstaten bleef ze, met uitzondering van Hessen, onder de kiesdrempel. Voor de CDU die in de federale regering over een knappe meerderheid beschikt is dit een goede zaak. Dat ondanks de meer dan vier miljoen werklozen en de sociale en economische problemen de sociaal-democraten van de SPD er nog op achteruit gaan moet deze tot nadenken stemmen. De nieuwe voorzitter, Oscar Lafontaine die ook al t.o.v. van de migranten enkele krasse verklaringen aflegde, zal zeker een andere weg moeten inslaan wil zijn partij als een alternatief voor de CDU overkomen

Taiwan ■ President ■ 24/3/’96

In de eerste rechtstreekse presidentsverkiezingen won de aftredende president, de 73-jarige Lee Teng-hui met 55 % de presidentsverkiezingen. Zijn naaste rivaal Pang Ming-Min behaalde 21 procent.

De regering van de Chinese Volksrepubliek vreest dat Lee Teng-hui, aangemoedigd door de Verenigde Staten en het westen de afscheiding en de onafhankelijkheid van deze Chinese provincie zal nastreven. De door Peking uitgevoerde militaire oefeningen bij de kusten van Taiwan tijdens de verkiezingscampagne blijven niettemin een betreurenswaardig initiatief dat zeker tegengestelde gevolgen heeft gehad.

Top…punt!

Men zal zich herinneren dat de gewezen voorzitter van Sabena, Pierre Godefroid, herhaalde malen het personeel onder druk zette om loonsverlagingen te aanvaarden. Godefroid, die ondertussen de duimen moest leggen voor de eensgezinde vakbondsactie, moest uiteindelijk zijn ontslag indienen. Niet getreurd echter. Volgens de R.T.B.F. werd Godefroid de laan uitgestuurd met een gouden handdruk van … 30 miljoen frank. U leest wel goed dertig miljoen frank.

Schaamte kennen dit soort mensen blijkbaar niet. Ze voelen zich nu eenmaal superieur.

Zuid-Korea – Parlement – 10/4A96

Bij de parlementsverkiezingen stonden 299 zetels op het spel. Hieronder werden 253 volgens het meerderheidsstelsel gekozen en de overige 46 toegewezen volgens het proportioneel principe.

De Nieuwe Koreaanse Partij (NKP) van president Kim-Young-sam behaalde 139 zetels waarvan 18 die worden toegewezen. In het vorige parlement beschikte zijn partij in totaal over 150 zetels. Het Nationaal Congres voor Nieuwe Politiek ‘NCNC’ van de grootste oppositiepartij onder leiding van Kim-Dae-jung bekwam 79 zetels waarvan 16 toegewezen tegen 52 in het vorige parlement.

De derde plaats gaat naar de Verenigde Liberale Partij (ULD) van Kim Jong-pil die 50 zetels veroverde waarvan 9 toegewezen.

De Demokratische Partij (DP) is goed voor 15 zetels waarvan 6 toegewezen.

Onafhankelijke kandidaten behaalden 16 zetels. President Kim Young-sam komt er eigenlijk nog goed van af en zal, ondanks zijn verlies, verder kunnen regeren met de steun van de onafhankelijken.

Na de aanhouding van de twee voorgaande presidenten die beschuldigd werden van corruptie wordt ook Kim Young-sam beschuldigd steekpenningen te hebben ontvangen van grote ondernemingen voor zijn presidentscampagne in 1992. Oppositieleider Kim Dae-jung wees er na de bekendmaking van de verkiezingsuitslagen op dat “de regering van Kim Young-sam alle televisie-media mobiliseerde om berichten over de gedemilitariseerde zone onder een vergrootglas te plaatsen en schromelijk te overdrijven” om de kiezers naar zich toe te trekken.

Het is niet overdreven te zeggen dat de westerse informatiemedia zich in deze desinformatiecampagne hebben laten meeslepen.

Rusland

Niet minder dan 17 personen hebben hun kandidatuur ingediend voor de presidentsverziekeringen waarvan de eerste ronde op 16 juni plaats heeft. De kandidaten moesten hiervoor 1 miljoen handtekeningen voorleggen.

De belangrijkste kandidaten zijn de huidige president Boris Jeltsin, Guinadi Ziouganov, voorzitter van de communistische partij, de nationalistische generaal Lebed, Guigori Lavlissnki, voorstander van de liberalisering en Vladimir Jirinovski die extreem- echts vertegenwoordigd maar uiteindelijk Jeltsin’s soberheidsplan en de oorlog in Tsjetsjenië ondersteunt en reeds bekend maakte in de tweede ronde op te roepen om tegen de communisten te stemmen. Verder zijn er mensen uit de zakenwereld, de vroegere olympische kampioen gewichtheffen Louri Vlassov. (ultria-nationalist) en Mikhaïl Gorbatsjov die volgen de opiniepeilingen amper een procent zou halen. Sinds weken tracht Jeltsin het tij te doen keren o.m. door zijn akkoord met het IMF. waarmee hij de achterstallige lonen kan betalen, de top van de 67 te Moskou en zijn bezoek aan Peking.

Zo heeft hij eveneens in een decreet bekend gemaakt dat voortaan ook de Rode Vlag van de gewezen Sovjetunie, naast de Russische vlag, zal meegedragen worden in de manifestaties voor de herdenking van de overwinning op het nazisme.

Verkiezingen: informatie en commentaar André De Smet.

uit Liberation

“Jeltsin bedrieger” “Onze rode vlag” – ” Dief”

“Ik geef ze u terug na de verkiezingen”

“Ze hebben nog steeds niets begrepen van de democratie”

Italië: een dubbelzinnig kiessysteem

Voor de derde maal op vier jaar tijd verkozen de Italianen hun parlement (Kamer van Volksvertegenwoordigers en Senaat). De beruchte kieswet die in 1993 werd ingevoerd om Italië te “democratiseren” is duidelijk een fiasco geworden. Het vroeger bestaand proportioneel stelsel dat toeliet dat alle politieke krachten volgens hun representtiviteit verkozenen hadden, werd dus vervangen door het huidig systeem dat dat nu door alle partijen in vraag wordt gesteld. Het huidig systeem is noch mossel noch vis. Drie vierde van de verkozenen (475 op de 630 volksvertegenwoordigers en 246 op de 315 senatoren) worden volgens het meerderheidsprincipe – in een ronde – verkozen. Die de meeste stemmen heeft wint dus. De overige 25% (155 volksvertegenwoordigers en 69 senatoren) worden volgens het proportioneel systeem verkozen. De partijen dienen nochtans de kiesdrempel van 4 % te overschrijden.

Met dit kiessysteem is het de bedoeling geweest tot een duidelijke meerderheid te komen voor het vormen van een regering.

De voorbije maanden hebben aangetoond dat – doorheen de terugtrekking van de Lega Nord uit de coalitie “Polo per la Liberta” van de mediamagnaat Berlusconi – dat deze berekening geen steek houdt.

Het huidig kiessysteem verplicht de partijen dus, willen ze voldoende verkozenen hebben of betrokken te worden bij een regeringsmeerderheid, zich ondanks al hun verschillen als coalities aan de verkiezingen deel te nemen. Deze formule is in bijzonder van toepassing bij de 75 % die volgens het meerderheidssysteem verkozen wordt. Dit betekent dus dat er vooraf akkoorden moeten worden afgesloten en de kandidaten door de betrokken partijen moeten worden aangeduid.

Zo heeft Refondazione communista in de meeste kiesdistricten geen kandidaten voorgedragen tegen deze van de “Ulivo” maar kreeg als tegenprestatie in een veertigtal kiesdistricten de eerste plaats op de lijst “Olivo” onder de benaming progressist. Een pact van hetzelfde type werd afgesloten met de beweging voor de Italiaanse hernieuwing van de gewezen premier Lamberto Dino die voorheen deel uitmaakte van Forza Italië van Berlusconi.

Italië – Parlement – 21/4/96

De Italiaanse kiezers hebben het uitgevochten. Het is uiteindelijk de Olijfboomcoalitie die de nieuwe regering zal vormen. Dit wordt de 56ste sinds het einde van wereldoorlog II. Bij de 50 miljoen kiezers namen aan de stemming deel. De uitslag ziet er als volgt uit:

Kamer van Volksvertegenwoordigers

Olijfboom: 284 zetels.
Refondazione Communista: 35 zetels (alliantie). 
Pool van de Vrijheid: 243.
Liga Nord: 59.
Autonomen: 2.
Lijst van Zuid-Tyrol: 3.
Neo-Fascisten: 1.

In procenten:

PDS: 21,1 % (20,4% in 94), Groenen: 2,5%, Dini:4,3 %, Christen-Dem.-Links-Prodi: 6,8 %, Refondazione Communista: 8,6 % (6 % in 94). Forza Italië: 20,6 % (21 % in 94), Nat. Alliantie: 15,7 % (13,5 in 94), CDU: 5,8 %. Lega Nord: 10,2 % (8,4 % in 94). Lijst Val dAoste: 0,1 %, Zuid-Tirol: 6,8 %, Lijst Pannella: 1,9 %. Verscheidene: 1,6 %, Neo-Fascisten: 0,95 %.

Senaat

Olijfboom, 157 zetels, Ref. Communista: 10 zetels.

Pool van de Vrijheid: 116 zetels.

Lega Nord: 27 zetels,

Lijst Pannella: 1,

Regionale lijsten: 3 zetels,

Neo-Fascisten: 1 zetel.

In procenten:

Olijfboom: 41,2 %,

Ref. Communista: 2,9 %; (Alliantie).

Pool van de Vrijheid: 37,3 %.

Lega Nord: 10,4%,

Autonome lijsten: 1,8 %,

Socialisten: 0,9 %.

Andere lijsten: 1,6,

Lijst Pannella: 1,6%,

Neo-Fascisten: 2,3 %.

De Olijfboom-coalitie beschikt slechts over een meerderheid als zij de steun krijgt van de Fond. Communista. Deze heeft aangekondigd dat zij haar steun zal verlenen voor de vorming van een Centrum-Linkse regering. Tevens heeft ze bekend gemaakt dat zij zich onvoorwaardelijk zal verzetten tegen iedere aanslag op de sociale verworvenheden van de Italiaanse bevolking. Zo wil ze de herinvoering van de koppeling van de lonen aan de index, een principe dat door de vorige rechtse regering werd afgeschaft. De christen-democratische politicus Romano Prodi, de leider van de Olijfboom-coalitie, die de nieuwe premier wordt, wenst een politiek te voeren in de richting van het Verdrag van Maastricht om, onder de een of de andere vorm, aansluiting te vinden met de Europese eenheidsmunt.


Coalities en allianties

Polo per Liberta (Pool van de vrijheid) (rechts)

Leider: Silvio Berlusconi.

Forza Italië

Partij van Berlusconi.

Alliance Nationale: de gewezen neotascistische MSI.

Leider: Giantranco Fini.

C.C.D., rechtse vleugel van de ex-christen-democratische partij.

Alliantie met:

Club Pannella (gewezen radicalen)

L Ulivo (Olijfboom)

(Centrum links)

Leider: Romano Prodi.

PDS: Partij van democratisch links, de gewezen P.C.I.

Algemeen secretaris: Massimo D’Alema.

De Groenen

Christen-democratisch links

Romano Prodi.

Allianties met:

R.C. (Refondation Communista).

Rinovamento (ex-premier Lamberto Dini)

Niet aangesloten bij een coalitie en zonder alliantie / LEGA NORD (rechts)

Leider Umberto Bossi.

De “Pool van de Vrijheid” streeft een presidentieel regime na met een sterke uitvoerende macht naar Frans voorbeeld. De “Olijfboom” is voor de invoering van een systeem van autonome regionale solidariteit