Bibliotheeknieuws

Boeken in Vrede

bibliotheeknieuwsbrief

driemaandelijks tijdschrift bibliotheek Jan Verwest

Vrede vzw Galgenberg 29 9000 Gent

tel 09 233 46 88 fax 09.233.56.78

e-mail: vrede@ngonet. be

maart ’98 3de jaargang nr 1

af giftekantoor GentX

v.u.   :  Georges Spriet F.Bernierstraat 29  1060 Brussel

Ten geleide

De bibliotheek Jan Verwest beschikt over meer dan 6.000 titels die handelen over vrede, veiligheid, economie en internationale politiek. Die kunnen gratis geconsulteerd of uitgeleend worden na 100 fr. inschrijvingsgeld te hebben betaald.

Daarnaast beschikt de bibliotheek over meer dan 100 verschillende tijdschriften. Die maken het mogelijk om de nodige achtergrond te vinden bij de actualiteit: Koerden {Koerdistan, Nieuws van en over de Koerden, CILDEKT,…), Irak (Arabies,Afrique-Asie,…), Derde Wereld (Third World Resurgence, Alternatives Sud, De Wereld Morgen,…), Oost-Europa (Oost-Europa verkenningen, Internationale Spectator). Maar ook (internationale) kranten, krantenknipselmappen (geclasseerd per land en per dossier) en naslagwerken (Keesings Historisch Archief, UNDP-rapporten, SIPRI-jaarboeken,…).

Tot slot beschikt de bibliotheek over een internetaansluiting en een aantal interessante website’s.

Kom gerust even binnen. We helpen graag vinden wat u zoekt.

Open elke dag van 13ul5 tot 17ul5 en op afspraak Galgenberg 29, 9000 Gent

UITGAVE VAN VREDE

Hoe geweld aanpakken?

In dit vredescahier graaft Georges Spriefm de complexe materie van conflict en geweld. Uitgangspunt is de erkenning dat de evolutie van conflict naar geweld-uitbarsting te maken heeft met het ontbreken van een essentieel regelingsmechanisme, met name democratie op alle terreinen.

Geweldpreventie heeft maarde beste kansen opslagen als er perspectieven worden geopend die de tegenstellingen fundamenteel aanpakt in een regeling die gebaseerd is op sociale rechtvaardigheid, respectvoor culturele eigenheid en ecologisch behoud en herstel. Een deel van het boekje gaat overde humanitaire militaire interventie waarbij de auteur meent vast te stellen hoe sterk begrensd de humanitaire aanpak van de conflicten in de wereld wel is.

Het boekje is echter geen pleidooi voor passiviteit of onverschilligheid. Integendeel. Hetgaat om de solidariteit met de slachtoffers in hun inspanningen om een tegenmacht opte bouwen, wat een bijzonder belangrijke opdracht is voor al wie begaan is met de vrede.

Georges Spriet. Preventie of management? Pleidooi om de achterliggende oorzaken van geweld aan te pakken. Gent, Vrede, Vredescahier2/97,85p., 150BEF (bestellen door overmaken van 150fr. op rekening van Vrede)

Terreur van de economie

De verleiding is groot om eindeloos uit Forresters De terreur van de economie te citeren. Haar essay is immers een opeenstapeling van krachtige statements die erom vragen aangehaald te worden. Zo beeldend verwoorden ze de gevoelens en gedachten die wellicht elk van ons heeft bij weer een bericht in krant of journaal over dreigende afdankingen, de noodzaak van deregulering of het belang van het vrijwaren van onze concurrentiepositie. Maar De terreur van de economie is meer dan dat. Het pamflet vraagt ons na te denken over de betekenis van arbeid ‘vandaag. Want we zitten immers met een verregaande contradictie. Enerzijds worden we geconfronteerd, aldus Forrester, met het feit dat arbeid overbodig wordt, wat geweldig potentieel biedt naar een zinvollere, bevrijdende invulling van het menselijk leven. Anderzijds blijven we het leven definiëren a.d.h.v. het begrip arbeid: het ontbreken ervan betekent de totale leegte. Denken we maar aan de jonge werklozen in de Franse voorsteden. “Sommigen van die jongeren koesteren wilde dromen: ze willen deel uitmaken van een samenleving die geografisch gezien naast de deur ligt, maar door hun curriculum vitae ontoegankelijk is. Velen van hen (meer dan men denkt) durven te hopen op zoiets concreets als een baan. Arbeid als de Graal, de werkzoekende als de ridder van de Ronde Tafel.” (p.76) De “dynamische krachten” (werkgevers en bedrijfsleiders wereldwijd) blijven van mening, niettegenstaande het dominant discours dat dit lijkt te ontkennen, dat werkzoekenden niet het slachtoffer maar oorzaak zijn van hun sociale uitsluiting. Ondanks het begrip voorde gevoelens van machteloosheid t.a.v. wat Kahn “La Pensee unique” heette, klaagt Forrester de allesoverheersende apathie, “het geweld van de stilte” aan.

Ze zal ongetwijfeld aangenaam verrast (geweest) zijn door de recente acties van werklozen in Frankrijk en Duitsland die, hoe kleinschalig ook, ingaan tegen de terreur van een dictatoriaal economisch systeem. Want “…’roet in het eten gooien’ is wat ons te doen staat. Roet in het eten gooien om dit planetaire, koortsachtige spel in de war te sturen, (…) Om ons doel te bereiken kunnen we nooit ver genoeg gaan met het in twijfel trekken van problemen -we kunnen ons zelfs afvragen of die problemen wel bestaan-en moeten we de heersende discussies ter discussie stellen.” (p.21) Forrester biedt geen oplossingen, dat was ook niet haar bedoeling. En ze verlangt van ons allen slechts één iets, dat we blijven denken. “Want niets zet zoveel in gang als denken. Denken isin essentie daadkrachtig. Niets is zo subversief als denken. Niets is zo gevreesd.” (p.80) Indien er meerderen hun ‘denken’ met dezelfde panache als Forrester aan de mensheid zouden kenbaar maken, dan waren we waarschijnlijk al een heel eind weegs.

Mieke Valcke

Viviane Forrester. De terreur van de economie.

Dochters

In een lijvig boek wordt op een historisch verantwoorde wijze, maar uitdrukkelijk met sympathie, de geschiedenis van de SW (Socialistische Vooruitziende Vrouwen) geschetst. Het werk valt uiteen in twee delen. Deel 1 bestrijkt de periode vanaf de eeuwwisseling tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en is volledig van de hand van Denise Deweerdt. Deel 2 behandelt, in vijf bijdragen van verschillende auteurs de vrouwenwerking vanaf de bevrijding tot nu. Naar de oorlogsjaren zelf wordt heel even verwezen in een overgangsartikeltje van vijf bladzijden. Samen vormen deze onderdelen een evenwichtig geheel waarin vooral gestreefd werd naar

volledigheid. De wijze waarop het boek opgebouwd is, zorgt er voor dat het belangrijk documentatiemateriaal wordt voorde historici die zich willen verdiepen in specifieke thema’s met betrekking tot de rol van de vrouw binnen de socialistische beweging.

Los daarvan beschrijft het boek vooral hoe de socialistische vrouwen van de SW het moeilijke evenwicht probeerden te beoefenden tussen “gerechtvaardigd feminisme en de zo noodzakelijke klassenstrijd”. Terloopse opmerkingen, korte situatieschetsen, kleine gebeurtenissen maken wel duidelijk dat er van in den beginne heel wat interne strijd tussen de vrouwen onderling en de verschillende vrouwenorganisaties moet geweest zijn. De bijdragen maken ook duidelijk dat dit vooral te maken had met het gebrek aan sociale promotie voor vrouwen binnen de politiek. Hoe belangrijk de steun van mannen was om het, als vrouwen vrouwenbeweging, binnen de socialistische partij te maken, komt verschillende keren tot uiting. Toch wordt de concurrentie tussen bijvoorbeeld SV en SW alleen inde marge beschreven en wordt niet echt ingegaan op de pijnlijke momenten in de geschiedenis van de jarige.

Het boek levert in ieder geval een belangrijke bijdrage tot de geschiedenis van de arbeidersbeweging en de vrouwenbeweging in België. Bovendien vormt het een passend uitgangspunt voor grondiger onderzoek naar de verschillende behandelde thema’s, gaande van feminisme, over sociale zekerheid, vrouwenwerking in de vakbond, vrouwenpers binnen de socialistische beweging, naar het beeld van de vrouw tijdens het interbellum, de vrouw als arbeidster of huishoudster en de rol van de vrouwenbeweging voorde vrede. Een betere manier om zichzelf te vieren kan men echt niet bedenken.

Paula Burghgraeve

Densie Deweerdt (red.). De dochters van Marianne. 75 jaar SW .A’pen/Gent, Hadewijch/AMSAB, 1997,352 blz

Herinneringen van een president

Elke belangrijke politicus wil uiteindelijk wel zijn autobiografie om in het pantheon van de onsterfelijken te geraken. Heel wat van die schrijfsels zijn al vlug verouderd en amper te lezen. De autobiografie van de voormalige bondspresident van Duitsland, Richard Von Weizsacker, heeft evenwel meer in haar mars. Dit heeft te maken met de boeiende geschiedenis van Duitsland. Zijn jonge jaren beleeft hij in de woelige Weimarrepubliek. Op zijn twaalf jaar is hij getuige van de machtsovername van Hitler. Zijn vader is diplomaat waardoor hij de daaropvolgende jaren in het buitenland vertoeft. In 1938 keert hij terug naar Duitsland om zijn dienstplicht te vervullen. Zeven jaar lang is hij soldaat. Zoals voor zovele Duitsers is het een traumatische ervaring. Zijn oudere broer zou bij de inval in Polen overlijden. Hijzelf geraakt enkele keren gewond. Hij verliest heel wat familieleden en vrienden, onder andere omwille van hun betrokkenheid bij de mislukte aanslag op Hitler in 1944.

Na de oorlog wordt hij lid van de CDU. Hij ziet zijn keuze als een “derde weg tussen kapitalisme en communisme, om arbeidshervormingen en om de eerste stappen naar een ontwikkelingspolitiek voor het Noord-Zuid-probleem”. Interessant in het boek is zijn relaas over de ‘Ostpolitik’ in de jaren ’60en 70. De ratificering van de verdragen van Moskou en Warschau (die o.a. de definitieve soevereiniteit van de twee Duitse staten zou regelen) behoort tot de moeilijkste momenten in zijn politieke carrière. Binnen de CDU, die toen in de oppositie zat, is er veel verzet tegen deze ‘Ostvertrage’. Zelf is hij voorstander van ratificering, maar dat brengt hem bijna in een isolement. Uiteindelijk zal de CDU zich onthouden. In de beginjaren ’80 is hij burgemeester van Berlijn. Kort daarna, in 1984, wordt hij de nieuwe bondspresident. In dit hoogste, zij het ceremonieel ambt, zou hij bevoorrechte getuige zijn van de belangrijkste naoorlogs episode van Duitsland: de hereniging. In dit vrij uitgebreide onderdeel volgen een aantal interessante nabeschouwingen. Met dit boek krijgt de lezer een boeiend verslag van een centrumpoliticus over het Duitsland van de 20e eeuw.

Ludo De Brabander

Richard Von Weizsëcker. Vier Tijdperken. Herinneringen. Amsterdam/Antwerpen, uitgeverij Atlas, 1997, 399 blz.

Brazilië, Chili, Zambia

Wie geïnteresseerd is in derdewereldlanden, kent onderhand al de Landenreeksen die een gezamenlijke uitgave zijn van het Koninklijke Instituut voor de Tropen, NOVIB en het Belgische NCOS. Het interessante aan de reeks is dat de boekjes hanteerbaar zijn als een soort alternatieve reisgids. Ze gaan dieper en verder dan wat we doorgaans als toerisme-info krijgen voorgeschoteld en zijn dus een welkome aanvulling daarop. Er zijn drie nieuwe uitgaven verschenen. In Brazilië krijgen we het typische verhaal van een ontwikkelingsland, dat tegelijk rijk en arm is. Economisch is het een rijk land in het zuidoosten en zuiden, maar een arm land in het noordoosten. Dit laatste landsdeel wordt ook wel eens het Afrikaanse deel van Brazilië genoemd. Hoewel arm, klopt daar de “ziel van de Braziliaanse cultuur” (p.5). Chili wordt dikwijls geroemd om zijn economische successen. Volgens gegevens van de overheid is de armoede sinds 1987 gehalveerd. Met inmiddels al twee verkozen presidenten, lijkt de dictatuur van Pinochet al geschiedenis. Maar op de achtergrond blijft het leger aanwezig. De mensenrechtenschendingen uit het Pinochet tijdperk blijven ongestraft en Pinochet zelf is nog altijd opperbevelhebber. Jammer dat hieraan maar weinig aandacht wordt besteed. Wel veel aandacht is er voor de negatieve aspecten van het Chileense groeiwonder, zowel op menselijk als milieuvlak. De derde uitgave handelt over Zambia. Zambia is als

zovele ex-kolonies nog steeds afhankelijk van de inkomsten uit 1 grondstof. In 1995 vertegenwoordigt koper 70 procent van de inkomsten van het land. Hoe nadelig deze situatie kan zijn, blijkt bij de ineenstorting van de wereldmarktprijs. Interne spanningen zijn het directe gevolg. President Kaunda moet in 1991 het veld ruimen voor de nieuw verkozen president Chiluba. Maar die is er tot op heden niet in geslaagd om aan de verwachtingen van de Zambianen te voldoen: zorgen voor werk en inkomen. Voorlopig is het land echter nog gespaard gebleven van een burgeroorlog, maarde barre situatie mag wellicht niette lang meer aanslepen.

LDB

Drie uitgaven in de Landenreeks: Marcel Bayer. Brazilië (73 blz.); Nick Caistor. Chili (81 blz.); Bram Posthumus. Zambia (73 blz.). Amsterdam, KIT, 1997. Te koop via het NCOS (395 fr.): 09/539.26.20

Koerden

De Koerden zijn de laatste maanden weer volop in de belangstelling. Wie meer wil weten over dit onderdrukte volk kan terecht bij de publicaties van het Koerdische Instituut. Eind vorig jaar zijn er drie verschenen. De eerste is van de hand van Kathy Verzelen en geeft een globaal overzicht van de politiek en geschiedenis van het Koerdische volk in vier landen: Turkije, Irak, Iran en Syrië. Er wordt ook aandacht besteed aan de houding van de internationale gemeenschap (de VN en de EU) tegenover de Koerdische problematiek. In het licht van de actualiteit biedt het laatste, evenwel weinig kritische, deel enig inzicht over de Belgische politiek t.a.v. de Koerden. Behalve de Koerden in Koerdistan, dat zich over de hiervoor genoemde landen uitstrekt, is er ook nog de diaspora. Herman Taels schrijft in een tweede uitgave van het Koerdisch Instituut over de 500.000 tot 1 miljoen Koerden inde voormalige Sovjetunie, vooral in Centraal-Azië en de kaukasus. Maar hoelang nog? In Azerbeidzjan bijvoorbeeld zijn de autoriteiten al jaren bezig met een assimilatiepolitiek en ze worden daarin gesteund door hun Turkmeense broeders in Turkije. In Armenië zag een groot deel van de Koerden zich genoodzaakt om te verhuizen. In de rest van de voormalige Sovjetunie proberen de Koerden te overleven, ondanks alle problemen. In Dr.Abdel Rahman Ghassemlou. Man van vrede en dialoog, krijgen we een portret van één van de belangrijkste persoonlijkheden van de Koerdische strijd. Ghassemlou was lid en leider van de Iraanse Democratische Partij van Koerdistan (PDK-I). Hij heeft heel zijn leven gepoogd om een oplossing te vinden voor de Koerdische strijd via dialoog. Een van zijn bekende uitspraken luidt: “De Koerden komen heel weinig of bijna niet in de internationale belangstelling. Dat komt omdat we niet aan terrorisme doen en daar ben ik fier op.” Het is dan ook een tragische gebeurtenis dat de vredelievende Ghassemlou tijdens een geheime ontmoeting in Wenen in 1989 met vertegenwoordigers van Iran.door geweldom het leven komt.

LDB

Kathy Verzelen. De Koerden en zelfbeschikkingsrecht (171 blz.); Herman Taels. De Koerden in de (voormalige) Sovjetunie (1921-1994) (114 blz.); Dr.AbduI Rahman Ghassemlou. Man van vrede en dialoog (72 blz.). Uitgaven van het Koerdisch Instituut te Brussel, 1997

John Burroughs. The (il)legality of threat or use of nuclear weapons. A guide of the historie opinion of the international court of justice. Munster, LIT-verlag, 1997,169 blz.

Een uitspraak van het internationaal gerechtshof heeft de dreiging en het gebruik van kernwapens in alle omstandigheden illegaal verklaard. Het gerechtshof bepaalde voorts dat op de staten met kernwapens de onvoorwaardelijke verplichting rust om onmiddellijk onderhandelingen te starten over nucleaire ontwapening en deze onderhandelingen tot een goed uit einde te brengen. John Borroughs is coördinator van de Internationale Vereniging van Advocaten tegen Nucleaire Wapens. Hij heeft belangrijke pleidooien gehouden voor het Internationaal gerechtshof die uiteindelijk tot deze rechtspraak hebben geleid.

Charles King. Ending civil wars. New York, Oxford University Press/International Institute for Strategie Studies, 1997, 93 blz.

Bij gewelddadige interne conflicten wordt veel te weinig rekening gehouden met de specifieke structuur ervan. Er wordt teveel waarde gehecht aan het zogenaamd irrationeel karakter van de actuele burgeroorlogen. Er zijn daarentegen vooral structurele obstakels die moeten worden geanalyseerd alvorens er kan gedacht worden aan

wegen die het gewelddadig conflict kunnen beëindigen. De auteur wijst er op dat internationale interventies meestal tot mislukken zijn gedoemd – hij concludeert dit na een analyse van tal van interne oorlogen – o.m. omdat internationale actoren het succes van hun interventies meten op basis van gevolgen voor hun strategische belangen eerder dan op basis van de invloed op de oorlogsvoerende partijen.

Opvoeden tot wereldburger. Handboek voor de leerkracht van het secundair onderwijs. Brussel/ Mechelen, NCOS, Belgisch Comité voor Unicef/Bakermat, 1996,261 blz.

Het boek biedt methodieken om leerlingen een mondiale vorming te geven. Het zet leerlingen er toe aan om de actuele wereldproblemen op een positieve en daadkrachtige manier te bestuderen. Een goede handleiding voor leerkrachten en opvoeders die de Noord-Zuidthematiek naar jonge mensen willen brengen.

Linking Legacies. Connecting the cold war Nuclear weapon production processes tot their environmental consequences. Washington, The Environmental Management Information Center, 1997, 230 blz.

Het boek is een grondig en uiterst gedetailleerd overzicht van de ecologische gevolgen van de productie van nucleaire wapens in de VS. Het behandelt de geschiedenis van de productie van nucleaire wapens en geeft de verschillende soorten nucleaire stoffen en afval weer. Het geeft ook voorbeelden van heel wat soorten besmetting en het doet de risico’s uit de doeken. Het geheel wordt geïllustreerd met foto’s en ondersteund met soms zeer complexe schema’s.

Stella Braam en Mehmet Ülger. Grijze wolven. Een zoektocht naar Turks extreem rechts. Amsterdam, Nijgh en Van Ditmar, 1997,175 blz.

Journalistiek verslag van de activiteiten van de extreem-rechtse Grijze Wolven in Nederlanden België. Deze hebben zich in talloze gemeenten.soms zelf met subsidie, weten te vestigen. Daarbij worden ook organisaties en politieke partijen geïnfiltreerd. Doel van de Grijze Wolven is de vestiging va neen Groot-Turks rijk. In het Westen bestrijden zij hardnekkig de integratie van de Turken.

Thierry Verhelst. Economische organisatie en lokale culturen. Bercehm, EPO, 1997, 78 blz.

In dit tweede deel uit de reeks monografieën over interculturaliteit, bestudeert Thierry Verhelst de culturele dynamiek van derdewereldlanden in het economische leven. Hij heeft het over de kwalijke gevolgen van de kapitalistische logica met zijn concurrentie en winstmaximalisatie. Verhelst tracht ook alternatieven te formuleren op het wereldkapitalisme. Hij vertrekt van de diversiteit aan culturele eigenschappen die een antwoord kunnen zijn voor het verzet. Zo is er o.m. aandacht voor nieuwe opvattingen over geld, bankieren en consumeren.

samenstelling:

M-J Vanmol