Arbeidsgezondheidkunde in Cuba

In 1996 bracht ik een bezoek van 3 weken aan Cuba om er de mogelijke samenwerking tussen de afdeling Arbeids- en Milieugezondheidkunde van de Universiteit Gent en Cubaanse instellingen werkzaam op deze gebieden te bespreken. Ik werd er ontvangen door het “Instituto de Medicina del Trabajo” (IMT) (Instituut voor Arbeidsgeneeskunde) in Havana dat een intensief programma van bezoeken, voordrachten, lessen en discussies organiseerde in Havana en in Santiago de Cuba.

Bedrijfsgezondheidszorg in Cuba

In het kader van ons bezoek werden enkele bedrijven en bedrijfsmedische diensten aangedaan en hadden intensieve besprekingen plaats in het INSAT in Habana.

In de bezochte bedrijven viel op dat de huidige economische situatie geen reden is om de gezondheidsbescherming op de werkplaats te verwaarlozen. Wel zijn er onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheidsschoenen, maskers en oordoppen. Men probeert hieraan tegemoet te komen door het beperken van de blootstellingsduur aan de schadelijke factoren en door een verscherpt medisch toezicht, desnoods met eenvoudige methodes die getuigen van veel creativiteit en gezond verstand. Wat in de bezochte werkplaatsen opviel was het ontspannen werkritme en de zichtbare arbeidsvoldoening.

Cuba heeft een goed uitgebouwd netwerk van bedrijfsgezondheidszorg: op elke werkplek is er een medische dienst met minstens één arts. In totaal zijn er ongeveer 2000 artsen werkzaam in de bedrijven. Ter vergelijking: in België zijn er ongeveer 800 bedrijfsartsen, voor een ongeveer even talrijke bevolking.

In tegenstelling tot België hebben de artsen in deze diensten echter weinig of geen specifieke opleiding in de Arbeidsgezondheidkunde genoten.

Wetenschappelijke instellingen

Het “Instituto Nacional de Salud de los Trabajodores” (INSAT) (Instituut voor de Gezondheid van de Werkers) in Havana, probeert de kwalificatie van het gezondheidspersoneel in de bedrijven op te drijven door het aanbieden van een éénjarige postgraduaat opleiding en diverse korte zomercursussen en hoopt in de nabije toekomst een volwaardige specialistenopleiding uit te bouwen. Het INSAT beschikt over enige appara tuur (maar wel verouderde) voor metingen van gezondheidsbedreigende factoren in het arbeidsmilieu en beschikt over talrijk en competent personeel. Hun meest dringende probleem leek de moeilijke toegang tot recente wetenschappelijke informatie. Sinds 1985 konden zij geen enkel nieuw boek meer aankopen en werden de abonnementen op buitenlandse tijdschriften gestopt. Elektronische wetenschappelijke informatiebronnen die de laatste jaren een enorme ontwikkeling kennen hadden zij niet. Deze situatie is niet alleen uiterst nadelig voor het onderwijs maar ook voor de andere functies van het INSAT: het wetenschappelijk onderzoek, de adviesfunctie t.a.v. het beleid en de bedrijfsartsen en de klinische activiteit (diagnose en behandeling van beroepsziekten).

Daarenboven heeft dit instituut het menselijk potentieel om (zoals trouwens voor de gezondheidszorg i.h.a.) een leidende rol te spelen voor heel Latijns-Amerika.

Tijdens het bezoek werden de mogelijkheden besproken om aan bovengenoemde problemen tegemoet te komen, o.a. door het opzetten van onderwijs en onderzoeksprojecten waarvoor dan financiering zou gezocht worden bij communautaire, nationale of internationale instanties. Twee dergelijke projecten werden sindsdien uitgewerkt:

  • een samenwerkingsprogramma op het gebied van de opleiding van artsen en andere specialisten op het gebied van de bedrijfsgezondheidszorg. Dit project wordt momenteel door de Vlaamse Gemeenschap gesteund.
  • een onderzoeksprogramma betreffende de hittebelasting bij lichamelijk zware arbeid. Hiervoor pogen wij, tot nu toe zonder resultaat, de steun van ABOS te krijgen.

Naast de officiële projecten werd een geldinzamelingsactie gestart. De eerste aanzet hiertoe was de zeer succesvolle barbecue van VREDE in Gent in de zomer van 1996. Daarna werd onze niet-gouvernementele actie onder de vleugels van OXFAM verder gezet (zie verder).

De politieke betekenis van de arbeidsgezondheidkunde

Alhoewel deze discipline reeds in de oudheid en in de renaissance prille aanzetten kende is het vooral sinds de tweede helft van de 19de eeuw dat vooruitstrevende medici zich, gelijklopend met de strijd van de arbeidsbe-weging, hebben ingezet voor de gezondheid van de werknemers.

Tussen beide wereldoorlogen is bij de leiding van een aantal multinationale ondernemingen (b.v. Philips, Unilever) het besef gegroeid dat investeren in de gezondheid van de werknemers op lange termijn meer rendeert dan het voordeel op korte termijn van ongezonde (en goedkopere) arbeidsomstandigheden. Dit leidde tot het oprichten van bedrijfsmedische diensten in deze ondernemingen.

Na de tweede wereldoorlog waren vooral de vakbonden vragende partij voor de bedrijfgezondheidsdiensten die in een reeks Europese landen veralgemeend werden (in België pas vanaf 1968). Ook Oost-Europa kende een veralgemeende bedrijfsgezondheidszorg met in elk land een groot onderzoeksinstituut. Grote instituten in het westen werden enkel in Zweden, Finland en de VS opgericht. Dit laatste “National Institute of Occupational Health and Safety (NIOSH)” groeide in de jaren zeventig uit tot het grootste en meest gezaghebbende van zijn soort.

Met het Reaganisme, Thatcherisme en andere neo-liberalismen krijgt het streven naar korte termijn maximale winst echter weer de bovenhand. De deregulering inzake reglementering op de arbeidsbescherming past volledig in dit kader. Eén voorbeeld hiervan was de afschaffing van de bevoegdheid van de arbeidsinspectie in de kleine bedrijven door de Reagan administratie. Ook in ons land wordt de bedrijfsgezondheidszorg bedreigd, echter vooral door commerciële concurrentie tussen de externe preventiediensten, die paradoxaal de kwaliteit vaker naar beneden haalt dan bevordert. In hetzelfde kader past de wereldwijde afbraak van de mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de arbeidsgezondheidkunde. Zo kregen in de laatste jaren de Noord-Amerikaanse, Zweedse, Finse en Oost- Europese instituten zware besparingen te slikken en werden de speciale fondsen voor arbeidsgezondheidkundig wetenschappelijk onderzoek in Frankrijk en Nederland gewoon afgeschaft. Terloops weze vermeld dat dergelijke specifieke onderzoeksfondsen in België niet konden afgeschaft worden, omdat ze … nooit bestaan hebben. Wellicht zijn deze ontwikkelingen en hun politieke betekenis in de arbeidersbeweging nog onvoldoende doorgedrongen.

Onze steun aan de Cubaanse arbeidsgezondheidkunde moet in de wereldwijde (klasse)strijd voor betere arbeidsomstandigheden gesitueerd worden.

Steunactie

“Arbeidsgezondheidkunde

Cuba”

Zoals reeds vermeld hebben wij niet gewacht op de officiële zegen van onze autoriteiten om het “Instituto de Salud de los Trabajadores-INSAT” (Instituut voor de Gezondheid van de Arbeiders) in Havana te helpen.

Mede dank zij de milde steun van vele vrienden werd op de rekening bij OXFAM momenteel reeds ongeveer 300.000 fr. ingezameld. Hiermee werden reeds een computer (met CD-ROM lezer), een fotokopietoestel en een toestelletje bezorgd om de hart-frequentie te meten tijdens het werk en op te slaan voor computeranalyse. Hiermee kan de zwaarte van het werk geëvalueerd worden, hetgeen in een ontwikkelingsland met een warm klimaat bijzonder nuttig is. Tijdens mijn bezoek aan het instituut in december j.l. kon ik vaststellen dat deze toestellen bijzonder nuttig gebruikt worden. Zo werd er b.v. een e-mail adres tot stand gebracht, hetgeen natuurlijk zeer belangrijk is wanneer men geen toegang heeft tot een internationale telefoon- of faxlijn. Tevens werd een informatieblad opgestart dat naar alle Cubaanse bedrijfsartsen rondgestuurd wordt. Deze uitrusting liet ook toe in december een internationaal congres in te richten dat met 600 deelnemers een groot succes werd. Op dit congres waren onder andere ook deelnemers uit Italië en uit diverse Scandinavische landen aanwezig die verschillende samenwerkingsprojecten met Cuba voorbereiden. De inschrijvingsgelden voor een cursus voor Guatemalteekse artsen (gesteund door het Internationaal Arbeidsbureau) lieten toe een nieuwe lichte bestelwagen te kopen, ter ver-

vanging van een oude die vaker defect was dan niet, onontbeerlijk om zich naar de bedrijven en provinciale centra te begeven. Onze hulp heeft dus een duidelijk vermenigvuldigingseffekt!

Nu de ergste noden in het INSAT te Havana gelenigd zijn nemen wij ons voor het tweede belangrijkste oplei-dings- en onderzoekscentrum voor bedrijfsgezondheidszorg, met name dat van het 900 km verder gelegen Santiago de Cuba te helpen.

U kunt tot dit alles nog verder uw steentje bijdragen door storting op rekening 000-0000028-28 van OXFAM met de vermelding van CUB 00 -22. Giften van 1.000 fr. en meer zijn fiscaal aftrekbaar. Naargelang uw inkomen varieert het belastingvoordeel voor elke gestorte 1.000 fr. van 321 fr. (voor belastbaar inkomen van minder dan 253.000 fr.) tot 708 fr. (voor een inkomen van meer dan 2.420.000 fr. per jaar).

Mede namens mijn Cubaanse collega’s bedank ik u zeer hartelijk voor uw morele en materiële steun.

Ik ben uiteraard steeds bereid tot verdere inlichtingen.

Met vriendelijke groeten,

Prof. Dr. M. VANHOORNE

Gordunakaai 7

9000 Gent

Tel. (09) 222 40 33

Tel. werk (09) 240 36 91

Fax werk (09) 240 49 94

e-mail: michel.vanhoorne@rug.ac.be

PS. Tijdens mijn bezoek aan Cuba in december 97 heb ik kunnen vaststellen dat de toestand van het land, alhoewel nog steeds moeilijk, in vergelijking met mijn vorig bezoek in april 96 op allerlei vlakken merkbaar verbeterd was: voeding, openbaar vervoer, restauratie van oud-Havanna, herstelling van wegen, bijna geen elektriciteitspannes enz. Naast Fidel geniet een schare politici (waaronder veel jongeren) het vertrouwen van de bevolking. Al mijn gesprekspartners (zowel kaderleden als de man in de straat) bevestigen dit en het vertrouwen in de toekomst lijkt algemeen.

Alle voorspellingen over een ineenstorting van het systeem lijken mij dan ook niet gefundeerd.