De Belgische wapenwet: een waardeloos vod papier?

In artikel 4 van de wet op de wapenhandel van 1991 staan een aantal criteria die restricties opleggen aan de uitvoer van wapens naar derde landen: respect voor mensenrechten, interne conflicten, medeplichtigheid aan drugshandel, etc. Uit onderstaande voorbeelden (Mexico, Turkije en Indonesië) moet blijken dat België het niet zo nauw neemt met de eigen wetgeving en naar believen wapens exporteert naar landen met geen al te goede reputatie voor een of meerdere criteria.

Mexico

Het NAFTA-akkoord doet Mexico steeds meer inpassen in het beleid dat Washington voert: op economisch vlak, maar ook zeker op vlak van migratie, terrorisme-bestrijding, en anti-drugtrafiekprogramma’s.

Er zijn nieuwe gezamenlijke patrouilles met de VS-migratie-diensten, grootschalige arrestaties van migranten, e.d.m.. Op het vlak van drugs wordt Mexico op het beklaagdenbankje gezet en aangemaand strenger en repressiever op te treden. De derde pijler van dit nieuwe vijandbeeld dat Washington creëert tegenover Mexico is het terrorisme. Men kan hier spreken van een bi-nationalisering van de nationale veiligheid van de States, waarbij Mexico verplicht wordt uit te voeren wat Washington wil. Zo werd er intussen de Top-contactgroep opgericht die op een steeds militaristischer manier de strijd tegen de drugtrafiek opneemt.(1) De eng-politionele en militaristische aanpak is onder de nieuwe regering van Zedillo verscherpt. Dergelijke militarisering heeft uiteraard rechtstreekse gevolgen voor de civiele en politieke rechten van de Mexicanen, en onrechtstreeks op de economische, culturele en sociale rechten.

Daarnaast volgden nog nooit zoveel Mexicaanse militairen scholing in de States, en kreeg of kocht Mexico ongezien veel Amerikaans militair materiaal. Maar ook ons land is aanwezig op dit terrein.

Belgische wapens

In de allereerste plaats zijn er de directe wapenleveringen vanuit België aan Mexico. Het is niet zo eenvoudig om concrete wapenhandeldossiers aan te wijzen. Maar er werd vroeger al gesproken over wapenleveringen aan Mexico. Maar sedert enkele jaren bestaat er het VN-wapenregister voor conventionele wapens, waar de staten vrijwillig melden wat ze verhandelden. Recent krijgen onze volksvertegenwoordigers nu ook informatie over Belgische wapenleveringen per land van bestemming. Het blijkt dat België in 1996 voor 271,977 miljoen frank militair materiaal aan Mexico verkocht.

Naar alle waarschijnlijkheid betreft een belangrijk deel van deze 272 miljoen de levering van de pantservoertuigen AMX & BDX van Franse makelij, die het Belgisch leger tweedehands verkoopt. Dergelijke pantservoertuigen gebruikt men nu precies om de troepenontplooiing overal in het land te realiseren. Ze zijn dus ook naar alle waarschijnlijkheid in Chiapas of Guerrero ingezet. De militarisering van ganse regio’s, de banden van de paramilitaire groepen met het leger, de gewelddadige ontruiming van de “autonome” dorpen in Chiapas, maakten vele slachtoffers bij de bevolking. Deze repressie en gewapende optredens dienen om de strijd voor sociale rechtvaardigheid van de bevolking de kop in te drukken.

Handel met Mexico

Mexico is de tweede belangrijkste handelspartner van België in Latijns-Amerika.

In 1997 voerde België voor 13 miljard frank uit. D.i. 0,19% van de totale Belgische buitenlandse handel. Mexico staat op de partnerlijst van de Belgische Luxemburgse Unie op de 39ste plaats. Enkele belangrijke Belgische ondernemingen op de Mexicaanse markt zijn: Solvay, Magotteaux, Eternit, Bekaert, Structurplas, Alcatel Bell (dat ook defensiesystemen ontwikkelt), Carmeuse. De Nul, Wommelgem Machines Colette. Een handelsmissie georganiseerd door de Belgische Dienst van Buitenlandse Handel bezocht eind mei 1998 Mexico. Minister Maystadt ondertekende een gezamenlijke intentieverklaring over bescherming van investeringen en het VBO sloot een samenwerkingsakkoord met haar Mexicaanse tegenhanger.

Dossier

Maar er is ook nog dit.

Het Mexicaanse leger beschikt over grote aantallen FAL-ge-weren en MAG-machinegeweren, de paradepaardjes van ons aller Fabrique Nationale in Herstal. Deze wapens heeft ze naar alle waarschijnlijkheid niet aangekocht in België. Dat hoeft ook niet. De Mexicaanse Fabrica Nacional de Armas beschikt over een licentie om die wapens in Mexico te fabriceren.(2) Kwestie van risicospreiding zoals dat in het economisch jargon heet. Productieconcentratie maakt té afhankelijk van de regelgeving in dat land waar de activiteit is gecentraliseerd. Daarom is een beleid van licentieverkoop aan andere landen bijzonder interessant om de mogelijk te restrictieve wetten van het moederland te omzeilen. De vredesweek pleit ervoor om ook de technologie-overdracht voor wapenaanmaak – allerlei productielicenties dus ook – aan dezelfde regels te onderwerpen als de gewone wapens. Maar het is niet evident dat de wet op korte termijn zal worden gewijzigd.

Turkije

België verscheepte in 1996 voor 152,835 miljoen fr. aan wapentuig naar Turkije. Naar aanleiding van zijn nieuw wetsvoorstel voor een betere controle op de wapenhandel in april j.l., liet SP-kamerlid Dirk Van der Maelen zich ontvallen dat wapenleveringen aan Turkije niet uit te sluiten zijn. “We moeten realistisch zijn. Turkije bijvoorbeeld is een Navo-lidstaat waaraan we volgens internationale regels moeten leveren.”(3)

Voor die zogenaamde internationale regels moet de Belgische wapenwet passen. Indien de criteria van de Belgische wapenwet normaal zouden worden toegepast is uitvoer naar Turkije niet mogelijk: 1. de wapens kunnen bijdragen tot schendingen van de mensenrechten 2. er zijn behoorlijke interne spanningen die tot gewapende conflicten leiden 3. er zijn meerdere aanwijzingen dat Turkse regeringsfunctionarissen betrokken zijn bij drugstrafieken.(4) Het jaarlijkse rapport dat de Human Rights Foundation of Turkey (HRFT) elk jaar verspreidt laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het zijn stuk voor stuk kanjers met het hele gamma mensenrechtenschendingen.

Schijndemocratie

Zo alles naar wens verloopt zullen er volgend jaar op 18 april 1999 verkiezingen plaatsvinden. Turkse verkiezingen verlopen, enkele onregelmatigheden niet te na gesproken, vrij correct. Probleem is dat de bevoegdheden van het verkozen parlement zeer beperkt zijn en dat is ook het geval met de opeenvolgende regeringen. De Nationale Veiligheidsraad, waarin de top van het militair establishment zetelt, bepaalt de grenzen van het politieke handelen. Gevoelige kwesties, zoals de oorlog tegen de PKK, zijn een zaak van het leger waar de politieke wereld zich best niet mee moeit. Worden de grenzen toch overschreden, dan volgen onvermijdelijk sancties. In 1994 werd de onschendbaarheid opgeheven van de Koerdische parlementairen van de DEP, omdat ze ijverden voor een politieke oplossing van het Koerdische vraagstuk. Voor de militairen is er helemaal geen vraagstuk en dus moesten de parlementairen opstappen. Vier onder hen kregen zware gevangenisstraffen toegewezen. Tijdens de verkiezingen van december 1995 behaalde islamitische Refah Partisi (RP -Welvaartspartij) een klinkende overwinning. In een klap werd de RP de grootste partij en geraakte ze in het regeringspluche. Dit belette de militairen niet, na talloze dreigementen, om een defacto staatsgreep te plegen door de RP tot aftreden te dwingen en tenslotte te laten verbieden in een schijnproces.

Turkije is eigenlijk niets anders dan een verborgen dictatuur waar mensenrechtenschendingen op grote schaal oogluikend worden toegelaten. De laatste twee jaar zijn allerlei duistere netwerken aan het licht gekomen tussen de (drugs)maffia, politie en leger, enkele hooggeplaatste politici en extreem-rechts. Er waren getuigenissen van stand-rechterlijke executies van politieke opposanten uitgevoerd door een geheime cel in de schoot van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Maar tot vandaag loopt de voormalige verantwoordelijke minister, Mehmet Agar, op vrije voeten. Meer nog, hij blijft contacten onderhouden met prominente politici, leger- en politiefunctionarissen.

NAVO-wapens

Maar er is meer. De berichten over het gebruik van Navo-wapens tegen de Koerdische bevolking zijn niet meer te tellen. De oorlog tegen de PKK kostte al meer dan 30.000 mensenlevens, meer dan 3.000 dorpen zijn vernietigd of ontruimd, waardoor 3 miljoen Koerden op de vlucht zijn. Desondanks kunnen Amerikaanse en West-Europese bedrijven zonder problemen hun wapens slijten aan het Turkse leger. De Turkse wapenmarkt is dan ook een van de meest lucratieve. Vorig jaar werd het defensieplan (OYTEP) van het ministerie van defensie goedgekeurd.(5) Tussen 1996 en 2007 plant men investeringen ter waarde van 31 miljard dollar. Het programma voorziet o.m in de aanschaf van enkele duizenden pantservoertuigen, meer dan 100 aanvalshelikopters, AWACS (radarvliegtuigen), oorlogsschepen, raketsystemen, enz… De lijst is eindeloos. Dit plan is echter nog maar het begin van een reusachtig bewapeningsprogramma: over 25 jaar is de generale staf vragende partij voor investeringen ter waarde van 150 miljard dollar aan wapens en militaire uitrusting.