De Europese Unie en haar ziekteverschijnselen (2)

De Europese Leugen (Peter Vander-bruggen-Kritak 1996) is zoals de titel doet vermoeden om te beginnen een scherpe aanval op de speculanten die eigenlijk onverschillig zijn voor alles behalve het eigen belang. Worden ook op de korrel genomen: de Britten die alleen maar mee doen om erger te voorkomen (aanvankelijk onder Thatcher en Major) en anderzijds de Fransen en de Duitsers die een ononderbroken machtspelletje tegen elkaar spelen. De VS. zagen een welkome versterking in West-Europa tegen het communisme, vooral het State Department (buitenlandse zaken), zag het zo terwijl het ministerie van financiën zijn vraagtekens had. De EMS die tot nog toe de dienst uitmaakte wordt door de auteur als een ziek systeem omschreven dat toch naar behoren werkte. Helmut Schmidt en Giscard d’Estaing beiden ministers van financiën (van D en F) in 1971 in 1971 hadden de basis gelegd voor dit Europees Monetair Systeem (EMS). Het systeem werd ten dode opgeschreven toen Helmut Kohl en Francois Mitterrand (de presidenten van de Bondsrepubliek en van Frankrijk) overeen kwamen om de flexibiliteit bij de wortel uit te roeien. Maastricht kon nu de doodsklok inluiden van de EMS. De crash deed zich voor in 1992, één maand nadat de Britse regering besloten had het pond uit de EMS te halen. De speculanten waren losgelaten. Het perverse van de speculaties is dat zij zichzelf voeden. Terzelfertijd ging men uit van de idee dat de politieke wil de economische realiteit zou kunnen blijven overstijgen en men lanceerde de mythe van de “overbodige” wisselkoersen. De auteur heeft het verder nog over “het verschrikkelijk verdrag van Maastricht”. Hij vreest dat de economische fundamenten zelfs niet acheraf zullen worden vastgelegd. Men gaat te vlug. De Verenigde Staten deden er ruim honderd jaar over om een eenheidsmunt op poten te zetten en dit kreeg zijn beslag in 1913. In Europa krijgt de politiek voorrang. De auteur vreest een catastrofe en heeft het over de deflatoire bom van Maastricht die slechts naar het Amerikaans voorbeeld in niet minder dan honderd jaar kan worden overwonnen. Doemdenken genoeg dus.

Het Verdrag van Maastricht. Lieven Verstraete-Standaard uitg. 1992. Een munt voor Europa, dit is het meest concrete resultaat van het verdrag pijn en smart wachten en de vraag is of iedereen wel meedoet (de meest recente berichten doen veronderstellen dat de kandidaten niet zullen afhaken). Er zijn wel vooruitzichten en ook punten waarover men zich nog zorgen blijft maken. Naar een Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid? De nationale bevoegdheden liggen nog zo moeilijk dat men in het beste geval zal gaan naar een ingewikkeld vergelijk. Voor een Europese diplomatie lijken de vooruitzichten beter. De Europese commissie kan voor het eerst initiatieven nemen in verband met het buitenlands en veiligheidsbeleid. Buitenlands beleid en defensie: de moeilijke keuze tussen Europeanisme en Atlantisme kan zelfs niet uitgewerkt worden ook al is de principiële keuze theoretisch mogelijk. Omschrijvingen waarin de West-Europese Unie (de WEU) gezien wordt ais de Europese pijler van het Atlantisch Bondgenootschap, tonen voldoende aan dat er geen sprake is van een autonome defensie. Het Europees Parlement: er zijn verbeteringen op het vlak van het medebeslissingsrecht. Toch breiden de Europese bevoegdheden zich sneller uit dan de controlemacht van het EP (Europarlement)

Sedert Maastricht is er voor de commissie de verplichte investituur door het E.P.

De factuur: de strijd lijkt gestreden maar wie gaat dat betalen.

10 april 1998 Victor Stuyck Voetnoot:

Het derde deel gaat over een Amerikaans standpunt betreffende Europa (Thurov): julinummer. Het vierde deel geeft een zicht op de meningen van  Belgische  Europarlementsleden,  oud-Euro-parlêmentsleden en anderen.

Het systeem van de centrale banken weeft een federaal web