De Europese Unie, het MAI en Helms-Burton

Op 18 mei jl., op de G-8 top in Birmingham, kondigden Blair, Santer en Clinton triomfantelijk een akkoord aan over de aanslepende ruzie rond de extraterritoriale wetten Helms-Burton (Cuba) en D’Amato-Kennedy of ILSA act (Libië en Iran). Reeds 2 jaar onderhandelt Leon Brittan, Europees handelscommissaris, met de VS-regering, over hoe de Europese Unie eventueel de doelstellingen van de Helms-Burton wetgeving – d.w.z. een investeringsboycot tegen Cuba – zal overnemen. Het wordt steeds duidelijker dat de Europese Commissie in dit dossier ongelooflijke toegevingen aan het doen is.

Op die manier verspeelt de Unie niet enkel haar capaciteit tot het voeren van een van de VS onafhankelijke buitenlandse politiek t.a.v. Cuba, maar ze aanvaardt bovendien een wijziging van fundamentele principes uit het Internationaal Recht. Nog maar kort geleden verwijderde Minister van Financiën Maystadt zijn diplomaat uit de OESO die het niet nodig achtte om hem van de draagwijdte van de MAI-voorstellen op de hoogte te brengen. Het wordt hoog tijd dat de 15 lidstaten de Britse handelscommissaris Leon Brittan de wacht aanzeggen. De laatste 2 jaar poogt deze man geschiedenis te schrijven waarbij hij doelbewust de 15 lidstaten van de draagwijdte van zijn toegevingen in het ongewisse laat.

Het akkoord van Birmingham heeft veel kans door het VS-Congres aanvaard te worden

In een brief van Jesse Helms aan Madeleine Albright, Minister van Buitenlandse Zaken van de VS, geschreven op 17 juni jl., lezen we het volgende : “Na 13 maanden van onderhandelingen hebben de Europeanen -weliswaar morrend en met tegenzin -aanvaard dat hun bedrijven geen eigendommen, genaast door het Castro regime, in weerwil van het internationaal recht, meer mogen gebruiken (om profijt te maken). Deze laattijdige toegeving van de E.U. betekent een buitengewone steun aan de ” Cuban Liberty and Democratie Solidarity Act” (de Helms-Burton wet). Na 2 jaar bitter bekritiseren van deze VS-wet – en na zelfs een basisloze klacht ingediend te hebben in de Wereld Handels Organisatie (WHO) – hebben de Europeanen de fundamentele principes van deze wet aanvaard. Door dit te doen, onderwerpen ze (hun eigen) actuele en toekomstige buitenlandse investeerders in Cuba aan de bestaande sancties van de Helms-Burton wet en hebben ze onze zaak voor VS-ge-rechtshoven en de WHO versterkt.”(…) “Samenvattend kunnen we stellen dat de Helms-Burton wet een historische vooruitgang vertegenwoordigt in de verdediging van eigendomsrechten in Cuba en over gans de wereld.” De brief gaat nog verder en somt de bijkomende eisen op die Helms aan de Europeanen stelt alvorens hij Titel 4 van de wet wil amenderen. Het amenderen van Titel 4 is de Europese voorwaarde om de “overeenkomst” van 18 mei jongstleden in Birmingham in werking te laten treden.

“Het akkoord van Birmingham was de wortel die de Europeanen het VS-Congres hebben voorgehouden om alsnog Titel 4 geamendeerd te krijgen” aldus een Europees diplomaat. Weinigen dachten dat dit ook werkelijk zou gebeuren (Helms had enkele dagen voordien “No Deal” geroepen), dus was het blijkbaar ook niet zo belangrijk wat er precies instond. Nu blijkt echter dat het onderhandelingsvoorstel in Birmingham rechtstreeks van het bureel van Helms afkomstig was, dat Leon Brittan naar alle waarschijnlijkheid op de hoogte was van de verborgen agenda erachter en dat het VS Congres (onder impuls van Jesse Helms) bereid zou zijn deze overeenkomst (die de Helms-Burton wet lichtjes afzwakt) te ondertekenen.

Het Birmingham-akkoord en de MAI onderhandelingen

Wat is er precies gebeurd ? De Helms-Burton onderhandelingen verschoven de afgelopen 2 jaar langzaam van een meningsverschil tussen de VS en de E.U. in buitenlandse politiek met betrekking tot Cuba, naar een set disciplines betreffende een investeringscode in “illegaal” genationaliseerde eigendommen in Cuba om voorlopig te eindigen in een globaal verdrag over de wereldwijde verdediging van eigendomsrechten (niet alleen in Cuba, maar overal in de wereld, behalve in de E.U. en de VSA, want deze zijn contracterende partijen…). De Europese Commissie blijkt akkoord te gaan om haar bedrijven te “ontraden” investeringen te doen in eigendommen (overal ter wereld…) die in een speciaal register zouden worden opgenomen en die volgens het internationaal recht “illegaal” zouden genationaliseerd zijn. Hier zitten we verdacht dicht bij de MAI-discussie van april 1998. Voortaan zou het aan een Europese of een VS interpretatie toekomen om uit te maken of een staat al dan niet onrechtmatig eigendom van haar eigen onderdanen heeft genationaliseerd. Welk land in het zuiden zal het nog aandurven landhervormingen door te voeren voor het publieke belang, wetende dat deze morgen illegaal zullen verklaard worden door de eigenaars (of beter gezegd door hun politieke broodheren) die betrokken partij zijn ? Wetende dat het gevolg zal zijn dat er een internationale ban op toekomstige investeringen staat in je land ? Volgens het huidige internationaal recht is het de exclusieve aangelegenheid van de staat of zij nationaliseert of niet. De manier waarop zal beoordeeld worden of een staat al dan niet “legaal” nationaliseert zal liggen in het verheffen van het eigendomsrecht tot een internationaal mensenrecht. Ook Leon Brittan ziet het zo. Hij heeft de nationaliseringen op Cuba volgens eigen zeggen bestudeerd en is tot de slotsom gekomen dat Cuba inderdaad massaal “illegaal” nationaliseerde… Wij zien geen andere uitleg dan dat hij nationaliseringen an sich als een aantasting van een fundamenteel mensenrecht beschouwt want alvast Cuba heeft geen weet van een juridisch onderzoek dat de Europese Commissie deed. Je zou op zijn minst verwachten dat ze geconsulteerd worden in deze… Dat Cuba met een resem Europese landen succesvolle compensatieakkoorden afsloot (wat dus een erkenning inhoudt van de validiteit van deze nationaliseringen volgens het internationaal recht), doet blijkbaar niet ter zake. Leon Brittan haalde zijn kaas blijkbaar uit de VSA, de enige staat die halsstarrig weigert om met Cuba een globaal compensatieakkoord af te sluiten. Het feit dat in de overeenkomst niet gedefinieerd wordt wanneer een naasting illegaal is, het feit dat zowel de VS en de EU blijkbaar uitgegaan van de nieuwe interpretatie, creëert aldus nieuw internationaal recht. En dit is uiteindelijk de bedoeling van Helms. Zijn agenda is een nieuwe definitie van eigendomsrecht internationaal op te dringen, Europa is flink op weg om dit te aanvaarden.

Is het daarenboven toevallig dat Edwin Williamson – advocaat en vroeger voorzitter van de MAI expertengroep in de “Business and Industry Advisory Council” bij de OESO, vandaag adviseur is bij het VS ministerie van buitenlandse zaken voor wat betreft de voorbereidingen van het standpunt rond de Helms-Burton onderhandelingen ? Dit akkoord lijkt verdacht veel op een substituut voor de voorlopig mislukte MAI-onderhandelingen. Waar in april 1998 het Helms-Burton conflict het voornaamste obstakel was voor een akkoord, is vandaag deze onderhandeling de gangmaker van een succesvolle nieuwe toekomstige MAI-onderhan-deling in de WTO. En de Europese Commissie speelt het spel mee, met Leon Brittan als vooruitgeschoven pion.

Het is bijna 12.00 uur voorbij voor de Europese Unie

De 15 lidstaten hebben tot nog toe blijk gegeven van het niet beseffen van de draagwijdte van deze onderhandelingen. Anders kan je moeilijk verklaren waarom ze zo ver gaan in hun toegevingen. Het is tijd dat de 15 lidstaten de Europese Commissie op de vingers tikt. Buitenlandse politiek is nog steeds geen bevoegdheid van de Commissie. Menig waarnemer ziet in de handelingen van Leon Brittan een manoeuvre om ook dit laatste stukje prerogatief in de praktijk aan de 15 lidstaten te onttrekken. Wil de Europese Unie zelfs maar een deeltje geloofwaardigheid behouden zowel bij haar onderdanen als in de VSA, dan kan ze de volgende suggesties misschien overdenken :

1. Het moet gezegd dat de Helms-Burton wet geen handelsconflict is maar een conflict van buitenlandse politiek. Tot nader order voeren de 15 lidstaten officieel een politiek van constructieve economische samenwerking met Cuba. Vandaag onderhandelt men echter over hoe de E.U. zichzelf een moratorium op investeringen tegen Cuba zal opleggen. Het valt moeilijk te begrijpen hoe de E.U. op deze manier haar objectief van meer democratie in Cuba op een geloofwaardige manier aan de man zal kunnen brengen op dit eiland. In Miami vergelijken ze de Helms-Burton wetgeving met een snelkookpan effect. Bezorg de gewone Cubaan zo lang als nodig schaarste en ongemak, dan zal hij vroeg of laat zijn regering met geweld omver werpen. Een recept tot regelrechte chaos en gewelddadige omwenteling dus. Onttrek deze onderhandelingen dus voor het te laat is aan de bevoegdheid van Leon Brittan, een handelscommissaris, die een nimmer geziene minachting tentoon spreidt ten aanzien van iedere parlementaire vraag naar informatie.

  • Indien dit politiek niet haalbaar is, dien dan de klacht bij de WHO opnieuw in. Door het laten uitdoven van het in 1997 opgestartte panel (sommige waarnemers menen trouwens dat deze uitdooftechniek een op voorhand afgesproken scenario was tussen Stuart Eizenstat en Leon Brittan) heeft de EU de beginnende oppositie van “free-traders” tegen de Helms-Burton wetgeving in de Republikeinse Partij ontkracht. De Helms-Burton wet is illegaal, ieder Europees land denkt er zo over. Ze is dit niet enkel omdat ze exfra-terri-toriaal is (ook de EU heeft extraterritoriale wetten), maar ook omdat ze indruist tegen het principe van niet inmenging in de interne aangelegenheden van een ander land. Tegen een illegale wet zeg je gewoon neen. Het is niet aan de EU om voor Clinton de kastanjes uit het vuur te halen. Indien er een extreem-rechts Congres illegale wetten stemt, die de president daarenboven niet tegenhoudt (wat hij kon…), dan is dit een VS probleem. De E.U. dreigt haar toegeeflijke houding nog duur te betalen, in het VS-Congres staat haar geloofwaardigheid nu reeds op een absoluut dieptepunt.
  • Breng Titel 3 nu eens eindelijk serieus op de onderhandelingstafel. Zich in het riet laten sturen met een belofte dat Clinton het Congres zal “aftasten” om te zien of er een amendement van deze bepalingen eventueel mogelijk zou zijn, hebben we vorig jaar reeds meegemaakt met titel 4. Er kwam niets van terecht, integendeel…
  • Laat je niet in de luren leggen door beloftes dat de Franse Total investering in Iran en de Spaanse Repsol activiteiten in de Libische oliesector getolereerd zullen worden door de VS. Dit is geen toegeving, want de ILSA act is op dergelijke manier geconstrueerd dat de president ze makkelijk kan “waiven”. En zelf indien woord zou gehouden worden, denk op lange termijn, de korteter-mijnvoordelen wegen niet op tegen de langetermijnnadelen…
  • Jesse Helms is nog niet helemaal over de brug gekomen. Indien de bovenstaande aanbevelingen niet haalbaar zijn, weiger dan op zijn minst in te gaan op de bijkomende voorwaarden die hij vandaag stelt alvorens hij Titel 4 wil amenderen. In deze bijkomende voorwaarden (cfr. dezelfde brief van 17 juni aan M. Albright) wil hij :

• garantie dat de reeds gedane investeringen (van voor het akkoord van 18 mei) in Cuba mede opgenomen worden in het akkoord, en dat het dus niet enkel over toekomstige investeringen zou gaan,

  • strengere sancties dan enkel maar het weigeren van Delcredere-ga-ranties voor investeringen in Cuba,
  • naast nog 5 andere voorwaarden, bikkelharde garanties dat ook de naasting van eigendommen van tot VS genaturaliseerde Cubanen illegaal worden verklaard.

Twee jaar onderhandelen heeft vandaag enkel nog maar geleid tot constante toegevingen aan Jesse Helms. Helms is geen gek, zoals sommige euro-diplomaten binnenskamers zeggen. Helms is een veel geduchter en verstandiger tegenstander dan men denkt, die in feite de huidige onderhandelingen leidt. Zijn profetische woorden van 2 jaar geleden zijn bijna realiteit: “The Europeans will end up doing this to themselves”.

Het is evenzeer verwonderlijk hoe stil de Europese bedrijfswereld blijft bij deze reeds 2 jaar aan de gang zijnde onderhandelingen. Weten zij niet wat er op het spel staat ? Zijn ze bang hun stem te laten horen ? Het zou in ieder geval van een kortzichtige houding getuigen indien ze liever geen standpunt innemen in deze politiek delicate kwestie. Ook zij bestuderen beter eens de langetermijngevolgen van Leon Brittan’s politiek. In hun eigen voordeel…

En laten we a.u.b. het noorden niet verliezen in deze discussie. Reeds meer dan 30 jaar lang handhaven de VSA een blokkade tegen Cuba. Ook België heeft reeds meerdere malen in de VN deze blokkade veroordeeld. Het Belgische parlement deed dit ook. Helms-Burton is niets meer dan een consolideren van deze blokkade. Daarover onderhandelen is niet enkel onderhandelen over de mogelijkheid van het voeren van een van de VS onafhankelijke buitenlandse politiek (in de veronderstelling natuurlijk dat dit niet onderhandelbaar is ?) maar is in flagrante tegenspraak met onze houding in de Verenigde Naties. Hier ligt een uitgelezen mogelijkheid om meer ethiek in de internationale relaties te brengen. Misschien lijkt Cuba ons geen handelsoorlog met de VS waard, maar bedenk dat het hier over veel meer dan Cuba gaat. Het zou ons morgen erg zuur kunnen opbreken. Er dienen zich belangrijke discussies aan in 1999 in de WHO. Ook de Millennium round is Leon Brittan reeds aan het voorbereiden. Zeggen we de VSA nu reeds dat we bereid zijn tot eender welke toegeving? Dit is alvast de mening die ze in het VS-Congres hebben verworven door de aanhoudende Europese debacles in de Helms-Burton onderhandelingen.

Xavier DECLERCQ Verantwoordelijke Mobilisatie van Oxfam-Solidariteit. Lid van de Coördinatie voor de opheffing van de blokkade tegen Cuba.