Willekeur, onbewoonbaarheid, niet verzorgde epidemieën en een algemene corruptie is daar het lot van 2.800 gevangenen. Deze hel is het beeld van een rechtssysteem, dat in naam van de strijd tegen de drughandel, meer onschuldigen dan schuldigen laat opsluiten.
Alain Abellard, reporter van Le Monde beschrijft die gruwelijke hel op een pakkende wijze.
Mensen, eigenlijk levende geraamten, te vergelijken met de overlevenden van de nazikampen, bevolken de Litoral gevangenis in Guayaquil, een havenstad in Ecuador. Een bezoeker dient eerst smeergeld, 100 Franse fr. te betalen, vooraleer hij toegelaten wordt. Zwarten hebben er het zwaarst te verduren.
Het “castigo” is een plaats van ongeveer 80 m2, waarin een 50-tal gevangenen zitten opgesloten. Er is slechts een armzalige verluchting en er is helemaal geen licht, noch water. Een gat in de bodem dient als w.c. Daar langs komen de ratten binnenvallen.
Een 39-jarige Fransman, Daniël Tibi, die daar ook heeft vastgezeten gedurende 28 maanden, weet ervan mee te spreken.
Tegenover het “castigo” bevindt zich de quarantainezaal, die ongeveer 20 x 8 m groot is. Vensters of verluchtingsopeningen zijn er niet. ‘.,
De stank is er nog ondraaglijker dan de verpeste lucht van de 22 gebouwen en de talrijke gangen. Volgens verschillende bronnen zijn er meer dan vijftig gevangenen die lijden aan tuberculose. Tenminste 300 gedetineerden hebben longproblemen. En zeker nog eens zoveel hebben darminfecties, dysenterie en kolieken. Het gebrek aan vitaminerijk voedsel, opent de weg voor stafylococcen, infecties (bacteriën). Dokter Washington Cruz, één van de gevangenisdokters, die een inventaris aanlegde van seropositieve aidspatiënten, deed de volgende onthutsende uitspraak : “Het is een ware ramp, waarvan de omvang het toelaatbare ver overschrijdt”.
De polikliniek is haar naam totaal onwaardig, want ze lijkt eerder op een lijkenhuis. Een 20-tal gedetineerden hokken er samen in de stank van hun uitwerpselen, terwijl er onophoudend gerocheld wordt. Een beeld dat men liefst zo spoedig mogelijk vergeet, zo afschuwelijk !
Het centrum voor Sociale Integratie
Dit is de administratieve naam voor een instelling, waar geen enkel geneesmiddel te vinden is. Dokter Cruz steekt wanhopig de armen in de lucht. De weinige apotheken in enkele paviljoenen worden opengehouden door gevangenen. Ze hebben er goed voor moeten betalen. In het kader van de algemene corruptie, ook en vooral in de administratie, blijven de armen in de kou staan. Ongedierte en ratten houden zich kalm overdag, om het ’s nachts de gevangenen lastig te maken. Overal huizen wilde, ruige katten. Vooral dan in de cantine, een gebouw in gestampte aarde met een opengescheurd dak. De zwarte, dunne soep, waarin poten, vleugels en koppen van kippen zwemmen, wordt in een paniekerige sfeer bedeeld. De meeste van de 2.860 gevangenen komen er echter nooit eten. Ze bevoorraden zich in de talrijke winkeltjes. Indien ze de middelen hebben gaan ze eten in de gevangenisrestaurants. Gans dit commerciële gedoe wordt beheerd door gevangenen, maar zit stevig in handen van de corrupte administratie en cipiers.
Vele andere gedetineerden kunnen zich voeden dankzij het meegebrachte voedsel van familie of vrienden, tijdens de bezoekdagen, Een 5 a 600 gevangenen hebben geen degelijke bevoorrading. Met veel honger en angst verbruiken ze het gevangeniseten. De bewakers delen dan stokslagen uit, niet zozeer om de orde te handhaven, maar wel om er een klimaat van terreur te creëren.
De “biombos”
Omheen de ruime zaal, het “castigo”, bevinden zich de “biombos”, vuile ruimten, die beheerd worden door gevangenen. Na betaling kan men er slapen in een betonnen stapelbed met drie of vier lotgenoten. Wie niet de betaalmiddelen heeft, smeergeld voor de bewakers, slaapt tussen de ratten op de met afval en viezigheid besmeurde grond. Men loopt gevaar bestolen te worden of er het hachje bij in te schieten. Daar tegenover staan dan de bemiddelde gevangenen, die 1.000 dollars kunnen neertellen voor een cel voor 2 personen in het paviljoen genaamd “aatenuado alto”, wat een zeker comfort biedt. Slechts een 75-tal gevangenen kan zich die luxe permiteren. Er zijn echter nog andere, minder dure cellen “atenu-ado bajo” genaamd. Kortom, geld speelt hier de hoofdrol. De corruptie is er schrijnend.
In juli ’97 deed de onderstaatssecretaris Edith Garcia van sociale zaken de volgende uitspraak na het bezoek aan zo’n gevangenis : “Zestig procent van de vastgehouden personen zijn illegaal aangehouden”.
Onder druk van de Verenigde Staten heeft Ecuador een onverbiddelijke strijd aangebonden tegen de drughandel. Het Amerikaanse Antidrugagentschap (DEA) schenkt premies aan de politie voor elke aanhouding, wat aanleiding geeft tot lukrake arrestaties. Erger nog, folteringen zijn schering en inslag. Het betreft hier verkrachting van de mensenrechten op grote schaal.
René Van Nerum naar Alain Abellard