De Turkse agressie tegen Syrië

De relaties tussen Turkije en Syrië zijn nog maar eens op een dieptepunt beland. Ditmaal is de aanwezigheid van de Koerdische guerrilla PKK de aanleiding. Turkije heeft gedreigd met militaire acties tegen zijn buur. Na de voortdurende invallen in Noord-lrak laat Turkije opnieuw zijn voorkeur voor militaire oplossingen blijken.

De relaties tussen Turkije en Syrië staan al langer onder spanning. De annexatie van de provincie Hatay in 1939 door Turkije heeft Syrië nooit verteerd. 40 jaar later zorgt het Turkse GAP, een reusachtig dammenproject op Tigris en Eufraat, voor serieuze spanningen. De Turken hadden in 1990 de loop van de Eufraat afgeleid om de reusachtige Atatürk-dam te vullen. De Syrische industrie en landbouw langs de loop van de rivier kwamen plots zonder water te zitten. Recent is daar ook de Syrische bezorgdheid bijgekomen over het in 1996 afgesloten militaire samenwerkingsakkoord van Turkije met aartsrivaal Israël.

Struikelblok PKK

Het huidige dispuut draait rond de aanwezigheid van de PKK in de door Syrië gecontroleerde Bekaa-vallei en de steun van Damascus aan PKK-leider Abdullah Öcalan. Turkije heeft nooit geaarzeld om tegen de PKK in het buitenland grote militaire middelen in te zetten. Turkse militairen voeren al jaren nagenoeg constant operaties tegen de PKK in Noord-lrak. Het westen heeft hier zelden of nooit over geklaagd, hoewel het Turkse leger over geen enkel internationaal mandaat beschikt voor de invasies. Dit en de militaire samenwerking met Israël sterken het Turkse regime in de overtuiging, dat het best een oorlog kan riskeren met Syrië. Eind september begon Ankara met maneuvers aan de Syrische grens waarbij een 10.000 manschappen sterke troepenmacht werden ontplooid. Voor de luchtsteun werden Turkse RF-5 en F-16-gevechts-vliegtuigen in stelling gebracht. De Turkse pers doet daarbij zijn best om olie op het vuur te gooien. De Turkse krant Hürriyet van 3 oktober sprak regelrechte oorlogstaal. Het leger is klaar voor een interventie tegen Syrië, aldus directeur E. Özkök. Zijn collega sprak over “het straffen en vernietigen van de Syrische microbe”. De nieuwe baas van het Turkse leger, generaal Kivrikoglu, zei dat “Turkije in een staat van een niet-verklaarde oorlog met Syrië leeft”. Alle politieke partijen, inclusief de sociaal-democratische CHP en de islamisten van FP, hebben hun steun aan de harde houding van leger en regime uitgesproken.

Door de bemiddeling van diverse Arabische naties lijkt een open oorlog vooralsnog afgewend. De Syriërs zouden bereid zijn om toegevingen te doen. In de Arabische pers wordt intussen verwezen naar de militaire samenwerking tussen Turkije en Israël, waardoor Syrië zich tussen “hamer en aambeeld” bevindt. In geval van oorlog zou Syrië als gevolg van deze alliantie kunnen genieten van de steun van verschillende Arabische naties. De Turkse houding zou alleszins kunnen uitmonden in een groot Midden-Oostenconflict.

Waarom juist nu?

De aanwezigheid van de PKK in Syrië en Libanon dateert al van voor 1984. Vraag is waarom Turkije juist nu een oorlog over de PKK riskeert. De alliantie met Israël vormt slechts een deel van het antwoord. De PKK heeft volgens het Turkse leger reeds verschillende nederlagen geleden. Door de diverse invasies in Noord-lrak en het akkoord tussen de twee belangrijkste Iraaks-Koerdische fracties van Barzani (KDP) en Talabani (PUK), is opereren van op Iraaks grondgebied voor de PKK zeer moeilijk. Vandaar dat de PKK haar activiteiten in de Bekaa-vallei terug heeft moeten opschroeven. Het Turkse leger is er van overtuigd dat het wegwerken van de Syrische steun voor de PKK de definitieve doodsteek zal betekenen.

Maar er zijn ook binnenlandse redenen. De veel geplaagde regering Yilmaz scoort niet echt goed bij de Turkse publieke opinie. Het Turkse leger vreest daardoor een grote overwinning van de islamisten tijdens de verkiezingen van 18 april 1999. Met haar oorlogstaal hopen de militairen de publieke opinie eensgezind achter leger en regering te scharen.

Dergelijke oorlogstaal is ook nodig om de aandacht af te leiden van de wil van de PKK om te komen tot een politieke oplossing. De PKK handhaaft sedert 1 september opnieuw een éénzijdig staakt-het-vuren en benadrukt daarbij te kiezen voor een democratisch Turkije waar Turken en Koerden in wederzijds respect kunnen samenleven. Dat is natuurlijk heel wat anders dan het discours dat het Turkse leger over de PKK hanteert. Volgens hen is de PKK een ‘separatistische en terroristische’ organisatie. Het Turkse leger ervaart een politieke oplossing van het Koerdische conflict als bedreigend voor haar machtsbasis. In oorlogssituaties spelen militairen immers de eerste viool.

Ludo De Brabander