Een weinig glorierijke geschiedenis

“Das Volkswagenwerk und seine Arbeiter im Dritten Reich”

Onder deze titel verscheen in 1996 een studie over Volkswagen van de hand van de Duitse historici Hans Hoummen en

Manfred Grieger over ontstaan en rol van de autofabriek in het Derde Rijk.

In 1938 verschijnt de eerste volkswagen uitgedokterd door de ingenieur Porsche in opdracht van de Führer.

De geboorte van Volkswagen had plaats in de jaren ’30. De patron ervan, Ferdinand Porsche, stelde de onderneming vanaf haar ontstaan in dienst van de oorlogsmachine van de nazi’s. Tot de goede vrienden van Porsche behoorde de Führer himself, Dr Robert Ley, chef van het “Arbeidsfront”, Reichsführer SS Heinrich Himmler, Frits Sauckel met de pompeuze titel van “Generallevolmachtiger für den Arbeitseinsatz”.

De volledige geschiedenis is nog niet geschreven want de opvolgers van Porsche weigerden de inzage van de archieven aan de twee auteurs. (Hetzelfde gebeurde bij Peugeot. Hier ook werd een kijk in de archieven geweigerd die betrekking hebben op de samenwerking die destijds plaats had met Volkswagen.) Ook het Duitse ministerie van binnenlandse zaken weigert archieven ter beschikking te stellen in naam van de “nationale belangen”.

In de werkelijkheid gaat het om de collaboratie met de nazi-oorlogsmachine gedekt te houden. Hierbij gaat het niet alleen om de samenwerking tussen de Duitse en Franse bourgeoisie, maar betreft het het grootste deel van het groot-kapitaal van bezet en onbezet Europa. We weten toch nu hoe de Zwitserse en Zweedse banken de Duitse oorlogsindustrie financierden na de machtsgreep van de nazi’s in 1933. De “eerbiediging” van de Zwitserse en Zweedse “neutraliteit” vormde een onderdeel van de nazi-strategie in die periode.

De nazi’s waren in Duitsland nog maar een maand aan de macht of Hitler stelde een “industriële nota” op voor de Duitse federatie van de automobielindustrie waarvan, zo toevallig, Porsche de voorzitter was. Het is goed te weten dat de almachtige Führer zijn tekst eerst onderwierp aan de goedkeuring van de grote lichten van de Duitse industrie. De Führer drukte de industriële wereld op het hart dat die niets te vrezen had van de herstructurering. In feite ging het om het inschakelen in de oorlogsindustrie. Die inschakeling zou tevens gepaard gaan met de opdrijving van de winsten. De maatregelen van de Führer voorzagen o.m. fiscale voordelen, subsidies voor de export en het ter beschikking stellen van goedkope arbeidskrachten. Daarom ook werden de vakbonden verboden en werden alle arbeidersorganisaties vernietigd.

De Volkswagenfabriek werd volgestouwd met goedkope Italiaanse werkkrachten. Duitse arbeiders; die waren voorzien voor “die Armee”. In 1945 bestonden de werkkrachten van Volkswagen voor 90% uit niet-Duitsers. Het waren de slachtoffers van de Duitse oorlogsmachine die voor het verder bestaan van de fabriek moesten instaan.

De grote baas van Volkswagen hield zich niet alleen bezig met de constructie van zijn “kevers” maar was tevens voorzitter van de “Kommission Panzer” die een variëteit van pantserwagens produceerde waaronder de vermaarde Tijgertanks en het bombardementsvliegtuig “Junker 88”.

De nazi-slogan “Freude durch Arbeit” werd “Vernichtung durch Arbeit”. Duizenden gedeporteerde Russische arbeiders werden als slaven tewerkgesteld om maar niet te spreken van de bij de zes miljoen Russische krijgsgevangenen.

Zoals de massa-doders van de chemische trust I.G.Farben bleef ook Ferdinand Porsche de trouwe discipel van Hitler. Waarom ontkwam hij dan het lot dat Himmler (zelfmoord) en Sauckel (opgehangen) ten dele viel? Porsche leefde nog vele jaren gelukkig na de oorlog. Hoe dat kwam kan men raden.

Op het einde van de oorlog waren de meeste fabrieken van Volkswagen zwaar beschadigd, maar dank zij de geallieerde hulp en het Marshall-plan werden de fabrieken snel opgestart. De SS-vrienden van Porsche waren er niet meer, maar Porsche zelf was er nog. De nazi-partij was er ook niet meer maar daar kwam de Christen-Democratische Union van Konrad Adenauer… en Porsche betuigde zijn vertrouwen in de democratie, de vrije markt en de Europese constructie.

De tijden waren veranderd, en de slogans ook. Het “kevertje” daagde weer op en werd zijn symbool voor het Duitse economische wonder.

Albert De Coninck