Het akkoord van Belfast in een kokosnotendop

De tekst van het akkoord (35 bladzijden) is zeer gedetailleerd, en dekt alle aspecten van het nieuwe Noord-Ierland.

Grondwetgevende maatregelen

Noord-Ierland blijft een onderdeel van het Verenigd Koninkrijk, tot een meerderheid van de kiezers, in een speciaal daartoe georganiseerde raadpleging, zich uitspreekt voor aansluiting bij de Ierse Republiek. De Britse regering zal de daartoe vereiste wetgeving op punt stellen.

De Ierse regering verbindt zich ertoe de bepalingen van het akkoord na te leven, en de nodige wetgevende maatregelen, voortspruitend uit het akkoord, uit te vaardigen.

De tekst van artikels 2 en 3 van de Ierse grondwet (territoriale aanspraken op Noord-Ierland) wordt vervangen door een nieuwe formulering, die het voorwerp uitmaakte van het referendum van 22 mei IL, dat door 95% van de kiezers werd goedgekeurd. Iedereen geboren in Noord-Ierland, heeft recht op het Ierse staatsburgerschap zo hij/zij het wenst.

De territoriale aanspraak wordt vervangen door een tekst die de aspiratie van de hereniging van Noord en Zuid bevestigt, maar enkel met de instemming van de meerderheid van het volk in Noord-Ierland en in de republiek, op democratische manier uitgedrukt.

Democratische instellingen in Noord-Ierland

Noord-Ierland krijgt een Assemblee met 108 leden, verkozen met algemeen stemrecht, volgens het proportioneel systeem in voege in de republiek (enkelvoudige, overdrachtelijke stem d.w.z., men geeft een voorkeurstem voor een bepaalde kandidaat, en als die niet of alreeds verkozen is, mag men zijn stem ‘overdragen’ op een of meer andere kandidaten op de lijst).

De Assemblee heeft volledige wetgevende en uitvoerende bevoegdheid in alle aangelegenheden die voordien behoorden aan de administratie van Noord-lerland. Deze bevoegdheden kunnen later tot andere terreinen uitgebreid worden.

Gedetailleerde voorwaarden zijn voorzien, om te verzekeren dat alle secties van de gemeenschappen betrokken worden bij het bestuur van Noord-Ierland. De Assemblee krijgt een Eerste Minister en een Vice-Eerste Minister, alsmede (parlementaire) commissies bevoegd voor de verschillende departementen van de huidige administratie. Alle voorzitterposten en ministerportefeuilles worden verkozen met gekwalificeerde meerderheden in elke communautaire groep, en de leden der commissies aangeduid in verhouding tot het aantal verkozenen van elke partij.

Om gekwalificeerde meerderheden te controleren -vereist in de meeste belangrijke beslissingen- moet elke verkozene zich laten registreren als ‘nationalist’ – ‘unionist’ of ‘andere’. De vroegere Eed van Trouw aan de Koningin wordt vervangen door een ‘Plechtige Verbintenis’ die o.m. omvat: het afzweren van geweld voor het nastreven van politieke doeleinden, alle burgers van Noord-Ierland te behandelen op voet van gelijkheid, en elke vorm van discriminatie te verhinderen, oprecht mee te werken aan de uitwerken van een regeringsprogramma, en de beslissingen van de assemblee te steunen en mee te werken aan hun uitvoering. Verder is er ook een gedetailleerde gedragscode voor ministers, om inzake het hanteren van de publieke financies, aansprakelijkheid voor de handelingen van hun departement, vrijwaring van het recht op informatie, een reeks principes m.b.t. de gedragscode in openbare functies.

Die raad zal bestaan uit de leden van de Noord-Ierse executieve, en een gelijk aantal ministers van corresponderende departementen in de republiek. Hij vergadert voltallig twee maal per jaar, en in beperkte samenstelling voor het bespreken van specifieke problemen, zo dikwijls als nodig. De raad is bevoegd voor problemen i.v.m. de Europese Unie, en om geschillen te beslechten.

Een annex geeft de lijst van gebieden waar samenwerking tussen noord en zuid  zal  nagestreefd  worden,  o.m. landbouw, onderwijs, sociale zekerheid, gezondheidszorg, toerisme, transport, ecologie, enz.

De Brits-Ierse Intergoevernementele Conferentie

De Conferentie streeft naar bilaterale samenwerking in materie van wederzijds belang, en i.v.m. Noord-Ierland., samenwerking inzake veiligheidsmaatregelen, burgerrechten, gerecht, gevangeniswezen en politie in Noord-Ierland, tot wanneer deze functies overgenomen worden door de assemblee.

De Brits-Ierse raad

Deze raad vormt een soort overgangsstadium naar een federatieve ontwikkeling van het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft tot opdracht de bevordering van harmonieuze betrekkingen tussen de volken van de Britse eilanden. Hij zal ook omvatten, de afgevaardigden van de nieuwe instituties van Schotland en Wales, zodra die verkozen zijn, van Noord-Ierland, het eiland Man, en de kanaaleilanden.

Rechten, waarborgen en gelijkberechtiging

Dit hoofdstuk somt op: de vrijheid van politieke mening, van uitdrukking en van godsdienst, het recht om nationale en politieke verzuchtingen na te streven met democratische en wettelijke middelen, vrijheid van keuze van woonplaats, gelijkberechtiging in alle sociale en economische activiteiten, ongeacht klasse, geloof, handicap, geslacht of etnische herkomst, bescherming tegen sectaire pesterijen, volledige en gelijkgerechtigde deelname van de vrouwen aan alle politieke activiteiten.

Economisch, sociaal en cultureel hoofdstuk

Stipuleert in groot detail de maatregelen voorzien voor de wederopbouw van de van de economie, die zwaar te lijden had van de troebelen, de hoge werkloosheid, en het uitwissen van de ongelijkheden inzake tewerkstelling tussen nationalisten en unionisten.

Op cultureel gebied: maatregelen voor de bescherming en promotie van ‘minderheidstalen’ in de geest van het Charter van de Raad van Europa inzake regionale en minderheidstalen. Dit omvat bevordering van het Gaelic en van het Ulster-schots dialect.

Tenslotte wordt gedacht aan de vervanging van openbare symbolen en emblemen, die aanleiding geven tot verdeeldheid, door nieuwe vormen die wederzijds respect bevorderen.

Ontwapening van de paramilitaire formaties

Een onafhankelijke internationale commissie voor ontwapening werkt reeds enige tijd aan schema’s voor de inteve-ring van wapens in het bezit van de paramilitaire organisaties. Alle ondertekenaars van het akkoord bevestigen hun verbintenis i.v.m. de totale ontwapening van alle paramilitaire organisaties.De streefdatum is mei 2000 (2 jaar na het referendum van 22.5.1998).

Veiligheid

De ondertekenaars noteren dat het tot standkomen van een vreedzaam milieu op de basis van dit akkoord, moet leiden tot de normalisatie van de in voege zijnde veiligheidsmaatregelen en praktijken.

De Britse regering zal overgaan tot de reductie van de sterkte en de taken van het leger in Noord-Ierland, in functie van de vereisten van een normale en vreedzame samenleving. Bestaande veiligheidsinstallaties worden verwijderd, uitzonderingsmaatregelen worden opgeheven.

De Ierse regering zal overgaan tot de herziening van de wet op de misdrijven tegen de staat, met het oog op de hervorming en schrapping van die elementen die niet langer vereist zijn, in de mate dat de omstandigheden het toelaten.

Politie en gerecht

Maatregelen worden voorzien om de politie van Noord-Ierland te hervormen, met het oog op het bekomen van de steun van de volledige gemeenschap, professioneel, effectief en vrij van partijdige politieke inmenging. Ook het gerecht zal aan revaluering onderworpen worden, met het oog op de bevordering van onpartijdigheid, het verwerven van het vertrouwen van alle secties van de gemeenschap. De aanbevelingen van de commissies belast met deze hervormingen zullen worden bediscussieerd met de politieke partijen, en met de Ierse regering. De gedetailleerde opdracht van de commissies vult drie extra pagina’s van de tekst van het akkoord.

Gevangenen

Beide regeringen zullen de beleidslijnen vastleggen voor de vervroegde vrijlating van gevangenen, met respect voor de rechten van individuele gevangenen in nationaal of internationaal recht.

Gevangenen aangesloten bij organisaties die geen volledig en ondubbelzinnig wapenbestand hebben geproclameerd of instand gehouden, vallen niet onder toepassing van dit hoofdstuk. Beide regeringen zullen het programma voor vervroegde vrijlating afwerken binnen een bepaald tijdsschema. Data voor vrijlating van gevangenen die in aanmerking komen worden bepaald met inachtname van de ernst van de misdrijven en de noodzaak de gemeenschap te beschermen. In aanmerking komende gevangenen die nog opgesloten zitten twee jaar na de aanvang van het schema, zullen op dat tijdstip worden vrijgelaten.

Frans Frison, Dublin 27.5.’98