Ierland rapport

1997 zag een nieuwe regering van centrum rechts aan de macht, een minderheidscoalitie van Fianna Fail (centrum rechts) en Progressive Democrats (neo-liberaal) met de steun van drie onafhankeiijken. De centrum linkse coalitie van Fine Gael, Labour en Democratie Left moest de duimen leggen in de algemene verkiezingen, ondanks een goed palmares dat aanzienlijke verbeteringen had ingevoerd voor de minst bedeelden. Een combinatie van middelklashebzucht, de opkomst van een record aantal ‘onafhankeiijken’ (met strikt parochiale programma’s) en geslaagd ‘strategisch stemmen’ op Fianna Fail kandidaten, was in een notendop de verklaring. Fianna Fail won trouwens weinig extra stemmen, en de P.D.’s verloren meer dan de helft van hun volksvertegenwoordigers.

De gevolgen lieten niet op zich wachten. Het nieuwe budget is volledig afgestemd op de grote verdieners en het zakenleven, de traditioneel nationalistische en republikeinse instelling van Fianna Fail heeft haar weerslag op het beleid t.o.v. Noord-lerland. Het is meer nationalistisch georiënteerd, maar wordt getemperd door de apathie van de overgrote meerderheid in het zuiden t.o.v. het gebeuren in Noord-lerland. Emotionele reacties tegen bijzonder gruwelijke uitspattingen zijn doorgaans van korte duur, en richten zich in hoofdzaak tegen Sinn Fein/IRA. De massa in het zuiden voelt geen affiniteit met hen, en beschouwt de neiging van republikeinse figuren om te spreken ‘in naam van het Ierse volk’ bijzonder arrogant. Met dat al is de situatie in Noord-lerland kritiek, ongedisciplineerde elementen aan ‘republikeinse’ en ‘loyalistische’ zijde worden aangetrokken door splintergroepen, die tegen elk compromis zijn en ten allen prijze het ‘Vredesinitiatief’ pogen te kelderen.

Het ‘Nationale Vraagstuk’ ?? compromis of oorlog ?

De titel is een fictie, de dreiging van nieuw geweld op grote schaal is een realiteit.

De publiciteit voor Gerry Adams, leider van Sinn Fein/IRA in de media, het onthaal dat hem in Washington te beurt viel, heeft de positie van de Provo’s verder versterkt.

Maar een nieuw bestand dat de IRA tot stand bracht eind vorige zomer, leidde tot het ontstaan van nieuwe splintergroepen in het republikeinse kamp. Hun compromisloze, extreme posities maakt ze tot een aantrekkingspool voor misnoegde elementen bij de Provo’s. Een gelijkaardige ontwikkeling doet zich voor aan loyalistische kant.

Jim Cusack, journalist bij de toonaangevende Irish Times schrijft (24 januari 1998):

“De (loyalistische) ‘gunmen’ die negen slachtoffers maakten in de afgelopen zeven weken zijn een angstwekkend allegaartje, zelfs bij de maatstaven van de gebrutaliseerde samenleving van Noord-lerland. Ze hebben de traditionele Britse militaire structuur van de loyalistische milities ingeruild voor een gangstercultuur (van Amerikaanse inspiratie), waar hippe haarstijl en dito kledij even belangrijk zijn als de pistolen en het moorden.”

En hij gaat verder:

Hun evenknie aan republikeinse zijde is het INLA (Iers Republikeins Bevrijdingsleger), dat Billy Wright, sec-tair moordenaar en ex-drugdealer in de gevangenis vermoordde. Dood oefent hij nog meer aantrekkingskracht uit op het nieuwe broed van jonge loyalisten. Wright’s organisatie groeide van een losse verzameling van ‘niet-gebonden’ loyalisten tot een miii-tie die een sterke aantrekkingskracht uitoefent op de leden van de losser gestructureerde UDA militie waarvan leden betrokken waren bij de meest recente moorden op willekeurig gekozen katholieken. Het beter gestructureerde en politiek mondige UVF heeft tot hiertoe weerstand geboden aan het LVF fenomeen.”

Cusack legt de blaam voor deze gang van zaken voor de deur van de UDA. En: “Na het wapenbestand van 1994 ging de UDA verder met het recruteren van jongelui, oefende ze in het gebruik van vuurwapens, maar verwaarloosde elke vorm van politieke scholing en discipline. “

De morele en militaire aftakeling van UDA begon reeds aanvang jaren 80. De organisatie ontaardde vlug in een “pub and clubs” cultuur, de private drankgelegenheden op strikt sectaire grondslag, een typisch fenomeen voor de werkende klasse aan beide zijden van de sectaire kloof in Noord-lerland, het equivalent van de partijlokalen van bij ons. (Deze clubs waren in het verleden reeds de uitvalsbasis voor aanvallen op de tegenpartij.)

John McMichael, de vader van de huidige leider van de Ulster Democratie Party, politieke vleugel van de UDA richtte een nieuwe, meer gedisciplineerde organisatie op, die haar aanvallen richtte op leidende republikeinse figuren. Gerry Adams ontsnapte ter nauwernood aan een aanslag van die groep. Maar toen John McMichael omkwam bij een 13RA bomaanslag, viel de organisatie vlug weer in de handen van drinkersclubs, wier ongedisciplineerd en roekeloos opstreden in samenwerking met het LVF, de UDP nu gedwongen heeft de conferentietafel te verlaten. (UDA heeft sindsdien verklaard het wapenbestand terug in te voeren, en UDP zal naar verwacht, rond eind februari weer tot de besprekingen toegelaten worden.)

Jim Cusack eindigt zijn betoog met een verwijzing naar het feit dat tal van leden van LVF en I IOA als ‘nevenverdienste’ betrokken zijn in de drughandel… in samenwerking mei KATHOLIEKE drugdealers, die op hun beurt banden hebben met het INLA en andere republikeinse milities!

De ‘vrijschutters’ mentaliteit van de splintergroepen aan weerszijden van de sectaire kloof vormt vandaag de grootste bedreiging voor de vreedzame oplossing van het Noord-lerse probleem. Hun enige princiep is dat ze tegen elke overeenkomst zijn. Hun zinloos en onvoorspelbaar optreden zet de gematigde partijen, en vooral Sinn Fein/IRA en PUP/UVF onder druk om harde taal te spreken en alles af te wijzen dat zou kunnen beschouwd worden als gunstig voor de tegenpartij.

De vrees om verder invloed te verliezen t. o. v. de extremistische splintergroepen is niet ingebeeld, Sinn Fein/IRA heeft dat reeds aan den lijve ondervonden, en wisselt stoere taal af met knipoogjes naar hun meer gematigde collega’s.

Tengevolge van dit alles ligt het initiatief in grote mate in handen van de extreme vleugels.

Op initiatief van de vakbonden betoogden duizenden protestanten en katholieken in Noord-lerland op 30 januari II.

In Belfast werd de manifestatie verstoord door republikeinse tegenmanifestanten met anti-Britse en anti-unionistische slogans. Elke nieuwe provocatie kan het vuur aan de lont steken en de Provo’s en de UVF opnieuw in het conflict betrekken. De gevolgen zijn niet te overzien.

Noord-lerland staat eens te meer aan de rand van de afgrond, het. vredesinitiatief is op sterven na dood. Men zegt ons dat er licht is aan het einde van de tunnel, maar de tunnel wordt alsmaar langer, en het einde komt niet naderbij.

P.D.: Progressive Democrats, rechtse partij, heeft veel aan invloed verloren. UDA: Ulster Defence Association, loyalistische paramilitaire organisatie, militaire vleugel van UDP.

UDP: Unionist Democratiic Party, 2.22 % in mei 1996.

LVF: loyalistische splintergroep, Loyalist Volunteer Force.

UVF: Ulster Volunteer Force, militaire vleugel van PUP.

PUP: Progressive Unionist Party, 3.47 % in mei 1996.

Sinn Fein: 15.47 % in mei 1996. Alle gematigde partijen samen (nat. union. en neutraal):  18.84%. Frans Frison, Dublin, 1 februari 1998