“Lokale” verkiezingen, wat hebben die om het lijf?

NEDERLAND

Lokaal, in dit verband, wil zeggen in tegenstelling tot nationaal. Daar valt zowel de regionale ronde van 15 maart jl. in Frankrijk onder als de gemeentelijke verkiezingen in Nederland, eerder in maart.

Veel media misbaar, dat wel. Herverdeling van posten, ook dat. Maar verandering van beleid? Dan moet er wel een heel radicale omslag plaats vinden en daar ziet het bij geen van beide voorbeelden naar uit.

Lokaal versus landelijk?

“Lokale” belangen, (van wie precies?) tegenover “landelijke” politieke patronen, is dat een bruikbaar onderscheid? Volgens de radionieuwsdienst domineerde de “grote” politiek in Frankrijk als volgt: 15 % Front National, 30% gewoon rechts en 40 % voor de regeringscoalitie. Wellicht zullen enkele prefecten, voor zover het samenwerking met hun regio betreft, enkele onderdelen moeten aanpassen maar ze blijven verantwoordelijk voor het uitvoeren; de regio’s moeten vooral coördineren tussen de departementen in hun gebied. Meer een verkiezingscircus dan een politiek gebeuren? En dan de Nederlandse situatie: de burgemeesters worden nog steeds benoemd en niet gekozen. Een burgervader met een gemeenteraad van overwegend andere politieke kleur als hijzelf, is niets uitzonderlijks. Wie wat is of doet in een gemeenteraad of deelraad is de doorsnee burger totaal onbekend. De prominenten van de landelijke politieke partijen reisden dan ook stad en land af en spraken dan vooral over wat zij op landelijk niveau voorstonden. Van plaatselijke zaken hadden ze doorgaans nog minder kennis dan de ingezetenen. Zelfs de premier in eigen persoon waarschuwde den volke om toch vooral niet op andere partijen te stemmen: ter rechterzijde zou men te veel willen bezuinigen terwijl bij links allerlei spilzieke lieden zich ophielden. De hand op de knip (met mate!) dat was de ultieme boodschap. Kwaliteit van programma’s? Nee, alles kwam blijkbaar neer op financiën. Misschien zei hij – onbedoeld – daarmee meer over de eigen partij dan over anderen.

Uitkomsten

Uiterst rechts is hier niet meer in de race. De nu nog overgebleven raadsleden van dat soort zijn op de vingers van eén hand te tellen, alle raden van het hele land bijeenge-teld!

Eén van de drie leden van de huidige regeringscoalitie, de pragmatisch liberale partij D’66 telt nog maar nauwelijks mee: ruim de helft aan stemmen verloren. De overige twee coalitiepartners plus de huidige conservatief-christelijke oppositiepartij C.D.A., alle drie van vergelijkbare grootte, laten vooralsnog open welke onderlinge combinatie zij voor een toekomstige coalitie beogen. Politiek en principes moet je niet door elkaar halen. In mei zijn er echte landelijke verkiezingen en dan blijkt wel welk “principe” het best past. Zei daar iemand iets over opportunisme?

Afdeling droeve zaken

Wat bovengenoemde grote drie om het hardst verdriette was de opkomst van plaatselijke groeperingen: in een aantal middelgrote gemeenten gingen zij soms met meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen aan de haal. Daar sta je dan als landelijke politieke prominent. Ander verdriet: duidelijke vooruitgang van twee oppositiepartijen ter linkerzijde. Dat zijn “Groen Links” en de S.P. wat staat voor “Socialistische Partij”. In mei zullen die naar schatting allebei zo’n stuk of vier zetels in de 2de kamer erbij krijgen. Kleine troost voor het conservatieve establishment: geen van die twee maken noemenswaardig kans om bij een toekomstige coalitie (mei a.s.) betrokken te worden.

Slotsom

Hamvraag: is er iets veranderd? Het ziet er niet naar uit, vooral vanwege de slechte financiële positie waarin heel veel gemeenten verkeren. Dat komt, o.a. door de nieuwe regelgeving (uit de tachtiger jaren) inzake rijksbijdragen voor de gemeenten. Nu zijn ze steeds meer aangewezen op z.g. eigen middelen. En die worden niet zoals de rijksmiddelen vergaard middels een “progressief” belastingsstelsel (draagkrachtbeginsel) maar met vaste bedragen per hoofd of per perceel of hoogstens volgens een procentueel systeem. Per gemeente kan het niveau van lokale heffingen flink uiteenlopen. Maar geen partij die daar over gerept heeft. Hier en daar wat lap en stop-middelen in de vorm van ad hoc subsidies of aan te vragen vrijstellingen “voor de echte minima”. Dat een wezenlijk element uit het belastingsstelsel steeds verder onderuit wordt gehaald is inderdaad een landelijk “issue” maar één dat nu juist bij gemeenteraadsverkiezingen te berde zou moeten worden gebracht. Maar dat mag blijkbaar niet van de landelijke politieke partijen en dat lijkt me nu een écht droeve zaak.

L. Samson