Martelaars voor de vrede en democratie

De Oranje Parades

De maand juli is elk jaar het hoogtepunt voor de Oranje Parades, de herdenking van de Slag aan de Boyne, waar de protestantse Willem van Oranje de katholieke Jakob II versloeg in 1685. Een deel van de Ierse adel koos de zijde van Jakob, een deel koos de zijde van Willem van Oranje. De slag werd grotendeels uitgevochten door huurlingen, zoals dat destijds gebruikelijk was. De adellijke aanhangers van de verslagen pretendent namen de benen naar Europa, waar ze hun diensten aanboden aan de katholieke vorstenhuizen in Frankrijk, Spanje, Oostenrijk, en zelfs tot aan het Hof van de Tsaren in St.-Petersburg. Ze zijn hier gekend onder de naam van de ‘Wild Geese’, de wilde ganzen, en waren terug te vinden op al de slagvelden van Europa waar absolutistische monarchen hun onderdanen of hun buren over de kling dachten te jagen, ter verwezenlijking van hun dynastieke, imperialistische en kolonialistische avonturen. De Oranje Loges, die pas in de 19de eeuw opgericht werden vieren de verjaardag als een overwinning van de “protestanten” op de “katholieken” (“roomsen”), en in het verleden gaven de parades doorgaans aanleiding tot rellen en intimidatie van niet-protestan-ten. Een laattijdige oprisping van de godsdienstoorlogen van de 16de en 17de eeuw. Een Ierse ‘Slag der Gulden Sporen’?

In de loop van de laatste jaren heeft het beeld zich tamelijk sterk gewijzigd. 25 jaar troebelen hebben geleid tot een soort etnische zuivering, waarbij katholieken uit overwegend protestantse wijze gepest of verdreven werden, terwijl hetzelfde scenario zich afspeelde in overwegend katholieke wijken. Het resultaat is, dat Ulster zich ontpopt heeft tot een lappendeken van protestantse en katholieke getto’s, waar in gelijke tred met de toename van het geweld, de respectieve paramilitaire organisaties hun greep op de gemeenschap hebben bevestigd, en de lakens uitdelen..Dat levert nu problemen op voor de orangisten: langsheen hun traditionele ‘routes’ werden in de loop der laatste jaren nieuwe wijken gebouwd, die vlug een ‘etnisch-zuiver’ karakter aannamen. In de ‘nationalistische wijken’ vooral die waar vooral ‘kansarmen’, ongeschoolden en werklozen wonen, stelt Sinn Fein/IRA de wet. In die buurten werden nu wijkcomités opgericht onder leiding van Sinn Fein/IRA activisten. Hun doel is, de doortocht van de parades door, of nabij, hun buurt te verijdelen. Dat gaf in de vorige paar jaren aanleiding tot ernstige conflicten, tot en met het werpen van molo-tov cocktails. Een stap te meer op het reeds vertrouwde beeld van Klein-Bosnië, Unionisten en Nationalisten/ Republikeinen, hebben zich ingekapseld in hun eigen kleine staatjes, waar paramilitaire “Blockführers” zich gedragen als leiders van extra-territoriale eilandjes.Ze zijn gemakkelijk te herkennen: over de ‘republikeinse’ wappert de Ierse driekleur, en de boordstenen zijn groen-wit-geel geschilderd, in de ‘loyalistische’ is het de ‘Union Jack’, en de kleuren rood-wit-blauw, In het kader van het recente akkoord van Belfast werd getracht een oplossing te vinden voor het netelige probleem van de Parades. Een onafhankelijke commissie werd opgericht, waarvan de leden door Westminster werden benoemd, ze zijn bijgevolg niet representatief en worden door beide partijen met argwaan bekeken. Het komt er zowat op neer, dat beslissingen worden aanvaard door de partij die voldoening krijgt en verworpen door de andere partij. Het was te voorzien, dat dit systeem grotere problemen zou opwerpen, eerder dan een kalmerend effect uit te oefenen.

Het was dan ook met spanning dat uitgekeken werd naar de meest controversiële van de parades, die van Drumcree waar al twee keer na mekaar ernstige rellen uitbraken toen de Orangisten verhinderd werden op de terugweg traditiegetrouw langs de Garvaghy Road naar hun vertrekpunt terug te keren.

Maar de Garvaghy Road loopt langsheen een nationalistisch/republikeins ‘eiland’ waar op elke elektriciteitspaal de vlag van de republiek wappert. Het symbool van confrontatie bij uitstek, dat werkt ais de rode lap voor de oranje-stier. Van lang vooraf klonk uit de Garvaghy Road buurt robuuste taal: geen oranje voet zou nationalistische bodem bezoedelen. Gemaskerde jongelui werden opgemerkt, en voorraden lege flessen en petroleum werden aangelegd op strategische punten. Het wijkcommittee onder leiding van een gewezen (?) IRA man, die veroordeeld werd voor terroristische acties, wou geen duim toegeven. De orangisten waren wel bereid om met het buurtco-mittee te praten, maar niet met een veroordeelde terrorist. En die patsituatie duurde voort. De Parade commissie besloot de Orangisten geen toelating te verlenen om langs de Garvaghy Road terug te keren naar Portadown. Het leger blokkeerde de straat, groef een diepe gracht en legde prikkeldraad versperringen aan. De scène was gezet, en het spektakel kon beginnen.

De parade stopte aan de versperringen, er werd geroepen en getierd en een verklaring afgelezen dat de Orangisten daar zouden blijven tot ze toelating kregen om door te marcheren, zo nodig tot Kerstmis. Tenten werden opgericht, en die avond verzamelden zich naar schatting een tienduizend Orangisten en sympathisanten voor de barricade. Dat was 10 juli. De volgende dag kwam dominee Paisley, de Unionistische Le Pen, de verzamelde getrouwen toespreken, op de hem eigen, opruiende, populistische manier. Die avond werd een aanval in de regel gelanceerd op de barricade, gemaskerde paramilitairen losten enkele vuurschoten, en brisantbommen werden geworpen in de richting van het poli-tiecordon. Vier politiemannen werden ernstig gewond. Inmiddels kwam in de rest van de provincie het gepeupel op de straat: wagens en autobussen werden in brand gestoken, molotovcocktails geworpen naar woningen van katholieken. 172 gezinnen moesten hun huis verlaten, waar ze jarenlang ongestoord naast hun pro testantse buren hadden geleefd. 300 woningen werden in brand gestoken.
De schade wordt op 300 miljoen Esterling geraamd. De toestand liep uit de hand. Britse versterkingen werden in gezet om de politie te helpen om de orde te herstellen. Niet voor het eerst dreigden politieke kwakkels een kwetsbaar akkoord te ‘ ondermijnen. Inderdaad, de vrees dat het nu wel gedaan was met het Vredesproces, en het Akkoord van Belfast leek nooit meer actueel dan op 11 juli. Maar de voornaamste protagonisten, Ulster Unionist leider David Trimble, verkozen tot eerste minister van de nieuwe Assemblee, en Seamus Mallon, van de SDLP, zijn adjunct, hielden voet bij stek en konden vooralsnog de schipbreuk vermijden.

Statistieken van FAIT (families tegen intimidatie) geven vooi de eerste helft van dit jaar 30 republikeinse schietpartijen (meestal IRA), en 17 vooi rekening van UDA en UVF (loyalist). Verder waren er 27 republikeinse en 36 loyalistische afranselingen, waarbij de slachtoffers soms erger toegetakeld werden dan deze met schotwonden. In Deny dwong het IRA 7 personen de stad te verlaten op straf van dood zo ze terugkeren. FAIT en een andere anti- intimidatie gioep Outciy’. zijn do enige organisaties die het op- j nemen vooi de slachtoffers van dat veemgericht. Beide organisaties herhalen keei op keer dat de reden voor de aanval m de meeste gevallen is. dat het slachtoffer het pad heeft gekruist van pdramiblaire figuren.

NASCHRIFT

Op 12 juli werden in de overwegend protestantse wijk Carnany van het stadje Ballymoney drie kinderen gedood door een brandbom. De Orangisten werden er verantwoordelijk voor gesteld.

Op zondag 19 juli stierf de katholiek Andy Kearney door het optreden van con “IRA-strafexpeditie” De “real IRA” zorgde midden augustus voor een ongemeen hoog aantal slachtoffers door een bomaanslag in een winkelcentrumin Omagh 28 doden. Een catastrofe inderdaad

Enkele dagen nadien kondigde het “real IRA” een wapenbestand aan. Ook het INLA zegt de wapens neer te leggen.

De laatste nog actieve loyalistische paramilitaire organisatie (Loyalist Volunteer Force) had al eerder een definitief en onwederroepelijk bestand afgekondigd. Dat betekent dat, indien deze situatie zich kan bestendigen, na de recentste harde confrontatie en terreur nu de meeste gewapende actoren een bestand zijn aangegaan, (redactie)

Frans Frison, Dublin, 10 augustus 1998.

Ingekort door de redactie.