Meneer Netanyahu, geef Israël een kans

Het is nu al twee jaar dat de desastreuze militaire campagne van Shimon Peres in Libanon, de schandelijke aanslagen van Harnas en de handigheid van uw reclame-adviseur, van u de eerste Israëlische regeringsleider maakten die rechtstreeks door het volk werd gekozen. U leeft en overleeft dus naast een gekozen parlement wiens lot aan u is verbonden: uw val houdt haar ontbinding in. Maar wat hebt u met uw nieuwe bevoegdheden aangevangen? Volgens de pers, en zelfs volgens partijgenoten, heeft u zich vooral veel opgewonden zonder veel concreet resultaat. Op binnenlands vlak zou u vooral de drang van de orthodoxe joden hebben aangemoedigd naar een theocratische staat. Op buitenlands vlak heeft u het elan van het Oslo-proces gebroken, dat was gegroeid uit de intelligentie van Shimon Peres, en uit de politieke moed van Itzhak Rabin.

Ik ken en respecteer uw diepe sociologische en culturele banden met de Verenigde Staten, waarvan u bijna staatsburger was geworden. Maar is het werkelijk met een debat tussen republikeinse senatoren en hun democratische president in de States, dat u hoopt het belangrijkste probleem van Israël op te kunnen lossen? Met name, het samenleven met z’n Arabische buren, en in de eerste plaats met de Palestijnen? Deze laatsten zijn – en waarom dit niet erkennen? – mede-eigenaar van groot-lsraël-Palestina, uw land, mijn land, maar ook het land van Arafat en Ziad Kawas, mijn vriend.

Zal het nogal electorale dynamisme van VS-senator DAmato de Palestijnen, opnieuw ontzegd van alle hoop, signalen en werkelijke vooruitgang brengen in de realisering van hun recht zichzelf te zijn, en zichzelf te besturen? Moet het de president van de V.S.A. zijn die ons onze eigen strijd in herinnering brengt voor het recht en de vrijheid een “vrij volk te zijn in haar land”?

Ik had me voorgesteld na uw verkiezing, dat u als jong politicus een beleid zou voeren boven het ideologisch discours van uw partij, een beleid dat het Israëlische volk naar vrede zou leiden, d.w.z. naar dialoog en co-existentie. Ik had me voorgesteld dat u een politieke carrière uit ging bouwen gebaseerd op de toekomst, en niet op het verdringen van het verleden.

Maar uw beleid sluit zich op in een veiligheidsperspectief dat gevoed wordt door angst. U speelt op onze oude reflexen van het ghetto onder de slogan “iedereen is tegen ons”. Iedereen: de christenen, de moslims, allen in de wereld die zich vragen stellen en velen die verontwaardigd zijn over uw politiek.

Waar is uw politiek dan wel op gefundeerd? Hoe bekijkt u de toekomst van dit land, en van de bevolking over wie u regeert? Menahem Beghin, uw voorganger-partijgenoot aan het hoofd van de regering, heeft in Camp David “de legitieme rechten van de Palestijnen” erkend. Bestaat er volgens u een recht dat legitiemer zou zijn dat het recht op onafhankelijkheid, en de vrijheid z’n gemeenschapsleven te organiseren? Gelooft u dat het in stukken snijden van de nederige lap grond dat u haar wel wil geven, de honger naar onafhankelijkheid van de Palestijnse ‘bevolking zal stillen? Wil u de Palestijnse bevolking naar de andere Jordaanoever drijven, die uw eigen partij voorheen nog als joodse grond bestempelde?

Zou u werkelijk de bewuste keuze gemaakt hebben dit volk op te sluiten in een autonomie onder Israëlische controle, epm aldus het conflict te laten aanslepen tot het absurde einde van zelfvernietiging? Maar let op! U handelt alsof de toekomst slechts bepaald wordt door de moord op Rabin. De geschiedenis zou u dan ooit kunnen verwarren met diegenen die aan de oorsprong van deze misdaad liggen. Stop toch deze nachtmerrie van een land waar alleen de jood burger is, en de Arabier een simpele inwoner-met-autonomie. Verlaat Amerika, geef de messiaanse illusies op. Keer terug naar de berg van Judea en overvloed van Galilea. Erken de menselijke werkelijkheid van dit groot-lsraël-Palestina waar we meer dan 2000 jaar van gescheiden hebben geleefd, en waar we bij onze terugkeer een volk vonden dat daar woonde en leefde. (…) Men zou een pact moeten opstellen van wederzijds respect, een alliantie vóór de ontwikkeling in dit gemeenschappelijke land, om een bestaan op te bouwen waarin elk bij de andere ook thuis zou zijn. Ik weet het wel: er bestaat dat laffe en criminele terrorisme. Er zijn de haat-kreten, de verbrande vlaggen, de niet-erkende clausules van afgesloten akkoorden, de voldongen feiten die het status quo verbreken. Maar wie is daar verantwoordelijk voor? Zou het alleen toe te schrijven zijn aan de Palestijnse Autoriteit? Indien u om dit “oude nieuwe land” te regeren alleen maar oude argumenten kunt herkauwen, verstrengeld met obsessionele angsten misprijzen, zonder ooit uw politiek denken verder te laten gaan dan de ruzies in uw meerderheid; indien u zelf niet kunt luisteren naar de nieuwsberichten en de raad van uw eigen inlichtingendiensten niet wil volgen; indien u werkelijk niet van politiek wil veranderen, dan zou het beter zijn dat u weigert nog langer gebukt te gaan onder het juk dat uw politieke intelligentie en uw morele moed dreigen te verstikken.

Om de liefde, die u ongetwijfeld, hebt voor haar, geef het volk van Israël een kans.

Theo Klein, advocaat, voormalig voorzitter van de Representatieve Raad van Joodse Instellingen in Frankrijk (CRIF)

in Le Monde van 30 mei 1998