Nelson Mandela’s diplomatie

De manier waarop Nelson Mandela matiging en dialoog wou doordrukken in de Congo-crisis, heeft menig tegenstander verbaasd. In werkelijkheid moet men vaststellen dat charisma onvoldoende is om de machtsverhoudingen tussen zijn land en de buurstaten, te doen vergeten, ondanks de wil tot solidariteit die het ANC afkondigde. De werkelijkheid is wel wat complexer. De hegemonistische bedoelingen over de regio vanwege het blanke Zuid-Afrikaanse kapitaal, maar ook van sommige openbare consortia (zoals de energiesector), schijnen door de ANC-regering geen halt te zijn toegeroepen. De regering heeft natuurlijk nood aan nationale economische successen in haar inspanning om de werkloosheid tegen te gaan.

Met de bedoeling de nationale industriële productie concurrentiëler te maken, na zovele jaren protectionisme, heeft Zuid-Afrika douanebarrières opgericht of bepaalde handelsakkoorden niet nagekomen, ondanks de hevige protesten van de partners, zoals Zimbabwe, dat met name haar textielproductie traditioneel voor Zuid-Afrika bestemd, niet kan afzetten. De herziening van de douane-overeenkomsten tussen Pretoria en de landen die ooit de rechtstreekse satellieten waren (Lesotho, Swaziland, Botswana en Namibië) blijft maar aanslepen door het gebrek aan bereidheid bij Pretoria om sommige prerogatieven op te geven. Aldus werd de hoop dat eens het ANC aan de macht, de ongelijkheid op economisch vlak zou worden rechtgezet, de kop ingedrukt. Voor Pretoria ligt de prioriteit duidelijk bij het trachten op te lossen van de eigen interne problemen. Op politiek vlak heeft het tegen wil en dank exporteren van het Zuid-Afrikaanse eenheidsmodel, ook niet overal evenveel bijval gekend. De goede trouw van de charismatische leider heeft hem niet gespaard van scherpe contestatie, waar persoonlijke rivaliteit nooit ver weg is. Dat is zeker het geval voor Zimbabwe. President Moegabe en zijn partij, de ZANU/PF hebben een lange geschiedenis van onenigheden met het ANC.

Angola is een land dat zich, samen met Tanzania en Mauritius, buiten de economische invloedssfeer van Zuid-Afrika situeert. De relaties tussen Luanda en Pretoria lopen ook echter ook niet van harte, omdat men in Angola een soort ondankbaarheid aanvoelt vanwege het ANC. In Luanda hoopte men op geprivili-gieerde relaties met Pretoria, eens de vrienden er aan de macht kwamen. Maar de eerder ongelukkige pogingen van vice-president Thabo Mbeki om een nieuwe onderhandelingsronde te beginnen in het Angolese conflict – nadat hij een zeker krediet had verleend aan de versie Savimbi over de impasse van de vredesregeling – deden de temperatuur behoorlijk zakken. Het eerste bezoek van Nelson Mandela aan Angola begin dit jaar, kwam een beetje laat om  de muur van wantrouwen, die intussen was opgetrokken tussen de voormalige wapenbroeders, helemaal weg te nemen.

Angola kwam in het Congo-conflict tussen beide op basis van haar eigen nationale belangen in de geopolitieke context. Op de eerste 3 vergadering van SADC nadat Zimbabwe en r    Angola besloten hadden Kabila te steunen, stelde Mandela een onmiddellijk staakt-het-vuren voor en onderhandelingen, waarbij Angola niet de indruk kreeg dat Pretoria oog had voor de Angolese veiligheidsnoden. Blijkbaar is Zuid-Afrika onvoldoende in staat gebleken te luisteren naar z’n potentiële bondgenoten.

Toegegeven, Zuid-Afrika zet nog maar zijn eerste passen in de Afrikaanse diplomatie. Maar wat te denken van de ijdele pogingen om de rol van bemiddelaar te spelen tussen Israël en Palestina, van die eigenaardige toenadering tot de despotische monarchieën in de Arabische Golf om hen wapens te verkopen, of nog van de bedoeling om tussen te komen in het geschil Ethiopië – Erithrea, of het geschil Marokko Polisario zonder vooraf de betrokkenen te hebben geraadpleegd? Dergelijke misstappen van de Zuid-Afrikaanse diplomatie behoren tot de toekomstige uitdaging die de opvolgers van Mandela zullen moeten opnemen.
1 Naar een editoriaal in Ie Nouvel Afrique Asie, Okt. 1998