Newroz is een Koerdisch feest, wat Turkije ook beweert

Een 10-koppige delegatie van de Coördinatie ‘Stop de oorlog tegen het Koerdische volk’ trok in maart naar Turks-Koerdistan om er het Koerdische nieuwjaarsfeest Newroz bij te wonen. Daarnaast was het de bedoeling een beter zicht te krijgen op de mensenrechtensituatie en de oorlog in het gebied.

Elk jaar op 21 maart vieren de Koerden het eeuwenoude Newrozfeest. Over de legendes waaruit Newroz is ontsproten doen verschillende versies de ronde. Zeker is dat er elementen van het Zoroastrisme – voorloper van de grote monotheistische godsdiensten ontstaan in Iraans Koerdistan – in terug te vinden zijn. Zo dansen en zingen de Koerden rond het vuur, dat in het Zoroastrisch dualisme (het goede en het kwade) symbool staat voor rechtvaardigheid en de strijd tegen de machten van het kwaad. Een uiterst geschikt symbool dus voor de strijd tegen de verdrukking.

Newroz is uitgegroeid tot een politiek feest waar de Koerden hun rechten opeisen en oproepen tot vrede en vrijheid. Voor de Turkse autoriteiten voldoende om de festiviteiten steevast hard aan te pakken. In de voorbije jaren heeft dit geresulteerd in meer dan 100 dodelijke slachtoffers en ook dit jaar vielen er twee doden in de stad Van en tal van gewonden. Maar omdat de gewelddadige aanpak van de politie het enthousiasme van de Koerden niet kan temperen, proberen de autoriteiten het Newrozfeest te recupereren als Newruz. Daarbij worden kosten noch moeite gespaard om van het feest een Turks feest te maken: eigen brochures, eigen legendes, officiële feesten, dure attracties, enz.

Die pogingen zijn op een bijna lachwekkende wijze mislukt. In Diyarbakir werd een heus voetbalstadion afgehuurd. Met slechts 700 mensen weergalmde er vooral de leegte. Functionarissen poogden op televisie de schijn hoog te houden door al glimlachend over het ‘Newruz’-vuur te springen. De stijfheid droop er af. Het geheel contrasteerde fel met het feest dat het Democratisch Platform (een samenwerkingsverband tussen vakbonden, Koerdische en mensenrechtenorganisaties) in Diyarbakir opzette. Ondanks de massale aanwezigheid van de politie, namen een kleine 100.000 mensen deel aan de festiviteiten. Vrouwen, mannen en kinderen dansten gezamenlijk rond de verschillende vuren. Overal was er muziek. Geleidelijk aan kreeg het gebeuren het karakter van een manifestatie waarbij allerlei slogans werden geroepen. Het viel de Belgische delegatie daarbij op hoe de menigte haar steun betuigde aan de PKK: “de PKK is het volk, het volk is de PKK”, daarmee duidelijk makend dat de PKK voor de Koerden een bevrijdingsbeweging is en niet zoals de Turkse overheid voortdurend benadrukt, een terroristische organisatie. In heel veel slogans lag het verlangen naar vrede. Symbolisch werden een aantal duiven losgelaten.

De feestvierders wilden opstappen naar het graf van Koerdische martelaren, wat evenwel verhinderd werd door de politie. Heel die tijd waren we er getuige van hoe de organisatoren hun best deden om geweld te vermijden en er daarbij in slaagden de verhitte gemoederen in te tomen. De politie stuurde de manifestatie uiteindelijk door de nauwe straten richting centrum. Achteraf bleek waarom. Wij liepen aan de staart van de betoging, toen de politie plotseling zwaar begon te chargeren en met motorvoertuigen op de mensen inreed. Achterblijvers werden zwaar aangepakt of onder de voet gelopen. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen mannen, vrouwen en de talrijk opgekomen kinderen. Het politie-geweld was buiten alle proporties en onnodig. Het was duidelijk een georkestreerde operatie. Vandaar ook dat de massa in smalle straten werd geleid, wat het politieoptreden vergemakkelijkte. Ondergetekende zag hoe een jong meisje werd neergeknuppeld. Een ander meisje dat zwaar ten val was gekomen, werd bewusteloos weggedragen. Het Democratisch Platform sprak later op een persconferentie over dertig gewonden en rond de tweehonderd arrestaties. Wij konden zien hoe de arrestanten, eens ze waren opgepakt, het in de bus nog eens met knuppels te verduren kregen van mannen in burger. Onder hen heel wat extreem-rechtse militanten. De politie liet hen begaan. Het bevestigt geruchten en getuigenissen over nauwe samenwerking tussen beide en dat vooral in Koerdistan (zie ook Vrede nr 328 en de Susurlukaffaire).

De organisatoren laten zich evenwel niet van de wijs brengen. De Koerden hebben leren leven met de repressie. En wat Newroz betreft: “Ondanks alles blijft Newroz een feest van de vrede”.

Ludo De Brabander

De Belgische delegatie had ontmoetingen met de Koerdische partij HADEP (de Democratische Volkspartij), IHD (Mensenrechtenassociatie), ÖDP (Vrijheid en Solidariteits-partij), de Koerdische uitgeverij Avesta, etc. Maar ook met officiëlen, zoals de Belgische consul in Istanbul en de gouverneur van Mardin (stad in Koerdistan aan de Syrische grens).

Het werk van de delegatie en van de coördinatie in het algemeen begint vruchten af te werpen. Volksunie-senator Jan Loones heeft een voorstel tot eisenplatform in het partijbureau ingediend met onder meer “onmiddellijke onderhandelingen met de PKK” en vooral een eis tot wapenembargo. Opmerkelijk: ‘Het NATO-lidmaatschap van Turkije moet daarbij in de weegschaal worden gelegd. In geval dit niet haalbaar blijkt, moet België desnoods zelf uit de NATO treden.

In de Kamer kwamen er ook interpellaties en vragen rond de Koerdische kwestie waarin de bekommernissen van de coördinatie duidelijk aan bod kwamen (wapenembargo). Op het nationaal partijbureau van Agalev kreeg de coördinatie de ruimte voor een verslag van de Belgische delegatie en wordt er werk gemaakt van parlementaire opvolging. Wordt vervolgd.