Niet zwijgen over vrouwenbesnijdenis

Tijdens mijn jeugd, in een nomadische familie in Somalië, werd er weinig gesproken over de buitenwereld. We leefden gewoon ons leven, van dag tot dag, overlevend met onze gewoonten en ons vee.

Iedereen leefde op die manier en iedereen had ook op die manier geleefd, voor zolang als we ons herinnerden. Er was maar één juiste manier om te leven, en dat was de onze.

Van mensenrechten hadden we nog nooit gehoord en iets als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens was absoluut ondenkbaar. Ik ben een hele grote uitzondering, want ik liep weg.

Ik verliet ons thuis. Ik had nooit gehoord van iemand anders die dat ooit had gedaan. Maar ik deed het. Waarom? Om te voorkomen dat ik voor een stel kamelen zou worden uitgehuwelijkt aan een oude man. Dat was ook wel onderdeel van hoe we leefden, maar ik kon het gewoon niet accepteren. Kennelijk was ik gewoon anders.

Ik was een van twaalf kinderen. Op mijn vijfde werd ik ‘besneden’. Ik herinner het me alsof het gisteren was. Mijn moeder vertelde me dat ik een braaf meisje moest zijn en me niet moest bewegen. De vrouw die het deed gebruikte een oud scheermesje, met het opgedroogde bloed van een ander meisje er nog op. Ze sneed mijn clitoris eraf, en ook de rest, inclusief mijn schaamlippen, en naaide me daarna dicht met naald – dit alles zonder verdoving. De pijn was ongelooflijk. Ze bonden mijn benen bij elkaar, zodat ik niet kon lopen en mezelf openscheuren. Ik bloedde drie maanden lang en alles wat ik wilde was doodgaan.

Ik overleefde, maar besnijdenis doodde een van mijn zusjes en twee van mijn nichtjes. In mijn land kun je daar niet aan ontsnappen. Ze grijpen je, binden je vast en doen het. Waarom? Omdat het deel uitmaakt van de cultuur. Mijn moeder was besneden, en ook haar moeder,  grootmoeder en overgrootmoeders voor haar. Het zijn de mannen die het willen. Zij zeggen dat de religie het wil. Maar het heeft niets met religie van doen. Noch de bijbel, noch de koran spreekt over vrouwenbesnijdenis.

Mannen willen gewoon niet dat vrouwen plezier beleven aan seks. Ze denken dat onbesneden vrouwen met iedereen naar bed zullen gaan, omdat ze zichzelf niet onder controle hebben.

De pijn houdt niet op na de eerste keer snijden. Elke keer dat een vrouw seks heeft, moet de man zich naar binnen forceren, of haar opensnijden met zijn mes. Elke keer dat een vrouw een kind baart, moet ze worden opengesneden. Als het kind geboren is, wordt ze weer dichtgenaaid.

Vrouwenbesnijdenis is niet meer dan foltering. Het is wreed, onmenselijk en bovenal onnodig. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt dat niemand aan dergelijke praktijken mag worden blootgesteld. Naar schatting hebben 120 miljoen vrouwen besnijdenis ondergaan en lopen jaarlijks twee miljoen meisjes gevaar dat lot te delen.

Tegenwoordig ben ik ambassadeur voor het VN-bevolkingsfonds (UNFFA) en voor mijn zusters in Afrika, die hun stem niet kunnen verheffen. Wij willen dat vrouwenbesnijdenis stopt. We willen worden behandeld als mensen, met dezelfde waardigheid als wordt gegarandeerd door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Ik zal niet zwijgen voor het zover is.

Waris Dirie

Ambassadeur voor het VN-bevolkingsfonds

Uit het boek “Selected Thought in The Occasion of the 50th Anniversany of the Universal Declaration of Human Rights”.