Nike, Adidas, Ronaldo en de slavenarbeid van vrouwen in El Salvador

Rosa Virgina Hernandez is een syndi-caliste uit El Salvador. Om op 8 april 1995 een zestien urende staking te hebben geleid tegen de uitbuitingspraktijken in de textielbedrijven (meestal buitenlandse o.m. uit Taiwan) die gevestigd zijn in een vrijhandelszone, werd ze op de zwarte lijst gezet. Zo is er het bedrijf Formosa waar jonge vrouwen van twaalf tot dertig jaar worden tewerkgesteld. De wettelijke leeftijdsgrens in El Salvador is nochtans vijftien jaar. Sinds september 97 worden er T-shirts gemaakt voor Nike en sinds december van hetzelfde jaar eveneens voor Adidas. Het gaat hier om T-shirts die de repliek zijn van deze die door de voetbalsterren van de nationale ploegen gedragen worden en die bestemd zijn voor de Europese markt in bijzonder met betrekking tot de Mondial die in Frankrijk doorging.

Voor de vervaardiging van 33 T-shirts betalen de Taiwanse bazen 144 frank. Ze hebben veertien tot zeventien uren om deze klus af te werken en dit in een drukkende warmte. Tweemaal per dag mogen ze naar de toiletten gaan. De derde maal moeten ze de toelating vragen aan de opzichter, een interne politie, die hen dan zelf vergezelt. Het zelfde betreft de drank, slechts toegelaten tweemaal per dag te drinken. De lijst van de bijkomende misbruiken is lang: maandelijkse testen of ze niet zwanger zijn, afdanking indien dit het geval is, drie weken niet betaalde vorming om de door Nike en Adidas opgelegde normen te leren, afwezigheid voor ziekte verboden, enz., enz. Rosa Hernandez, die reeds achttien jaar actief is in de syndicale wereld, was in juni naar Parijs gekomen om deze mistoestanden in de voetbalwereld aan de kaak te stellen. Groot was haar verbazing toen ze in een sportwinkel in Nantes, “Go Sport”, een repliek zag van het T-shirt nr. 9 van de Braziliaanse voetbalster Ronaldo dat verkocht werd aan 2.400 fr. Een T-shirt dat in het bedrijf Formosa, in San Bartelo in de vrijhandelszone in El Salvador was gemaakt en waarvoor de arbeidsters een hongerloon krijgen en als slaven moeten werken.

De logica van deze marketingmetode is echter zonder genade. Om enerzijds de 36 miljoen fr. per jaar te vergaren die aan Ronaldo wordt toegekend voor een promotiecampagne en anderzijds om zijn tien jaar lange verbintenis als spon-ser van de nationale Braziliaanse voetbalploeg te kunnen samenbrengen, moet Nike over enorme winstmarges beschikken.

Hierover te Parijs ondervraagd verklaarde de topleiding van Nike een onderzoek te zullen instellen en dat desgevallend maatregelen zouden getroffen worden.

Het is moeilijk, zeggen ze, te weten waar onze verantwoordelijkheid eindigt en deze van de lokale regering begint. Nike en Adidas kwamen reeds in opspraak in 1992 en 1995 rond de vervaardiging van voetballen door kinderen in Pakistan.

Maar als men weet dat Nike over 20 personen beschikt om de 343 fabrieken die voor Nike werken te controleren dan merkt men reeds dat Nike ongeloofwaardig is.

André De Smet