Oorlogsvloot uit de Golf!

De koorts rond de Irak-crisis is op dit ogenblik wel een beetje gezakt. De regeling die VN-secretaris-generaal Kofi Annan bereikte met de Irakese president Saddam Hoessein heeft concreet het perspectief geopend van een niet-militaire uitweg.

Dit is op zich een bijzonder belangrijke en interessante evolutie. In de allereerste plaats belangrijk omdat op die manier zovele duizenden Irakese slachtoffers worden vermeden. Het is belangrijk omdat de bezorgdheid rond het souvereiniteitsprincipe toch een duidelijke rol heeft kunnen spelen. Het is interessant omdat het me een signaal lijkt dat de Organisatie van de Verenigde Naties en meer in het bijzonder Kofi Annan die toch door de VS was opgevist om Boutros Ghali te verwijderen – zich tracht los te wringen uit de wurggreep van Washington.

Want gans de crisis draait toch rond de politieke dominantie van de Verenigde Staten. De eigen specifieke Noord-Amerikaanse interpretatie van het wereldgebeuren werd na de Golfoorlog in resoluties neergeschreven, waarvan u in dit tijdschrift kon lezen dat ze een neokoloniale signatuur hadden. Irak werd tot een vazalstaat gedegradeerd. De regelmatig weerkerende (korte) militaire acties van de VS tegen Irak, de laatste jaren, hebben dat beeld alleen maar kunnen verscherpen. In het dispuut rond de wapeninspecties kregen we duidelijk drie kampen: Irak aan de ene kant, de VS en Groot-Brittannië aan een andere, Frankrijk, Rusland en in geringere mate China in het derde kamp. Naarmate de militaire opbouw in de Golf vorderde, schaarden zich (schoorvoetend?) meer en meer westerse landen aan de zijde van Washington en Londen. En dat is zeker een gevolg van deze zaak, hoe ze verder ook moge evolueren: Washington heeft vele westerse landen achter zich weten te dwingen.

De Europese Unie blonk uit door haar afwezigheid. Hoewel dit eigenlijk geen nieuw feit is. De onderlinge tegenstelling tussen een eigen koers uitstippelen en atlantistische volgzaamheid zorgde voor een schrijnend stilzwijgen. De meeste landen hebben getracht warm en koud tegelijk te blazen maar kozen uiteindelijk – te beginnen met Duitsland – toch het Amerikaanse kamp. Ook België onderscheidde zich eerst in de dubbelzinnigheid om vervolgens een fregat (een onderzeeërjager) te laten opvaren naar de Golf.

Bijzonder opvallend, en tegelijk hoopgevend naar de toekomst toe, is de houding van de meeste Arabische landen. Het is zonder meer een belangrijke verschuiving in de machtsverhoudingen dat Saoedi-Arabië en Egypte geweigerd hebben mede de militaire kaart te trekken. In een interview op de Amerikaanse wereldzender CNN zei de

Egyptische president Mubarak dat de ‘Arabische man in de straat’ niet pikt dat omwille van het niet naleven van VN-resoluties een Arabisch land zou worden gebombardeerd, terwijl in dezelfde regio Israël voortdurend en jarenlang alle VN-resoluties naast zich neerlegt, en bovendien een bepaald vredesproces compleet torpedeert.

Vergeten we zeker niet dat Israël over 200 atoombommen beschikt. Als er dus in het Midden-Oosten over massavernietigingswapens gesproken wordt moet ook het nucleair programma van Israël kunnen worden gecontroleerd, en de atoomwapens vernietigd.

De houding van Frankrijk en Rusland in dit dossier zal wel

zijn ingegeven door direct eigenbelang. Beide landen hadden namelijk in de voorbije decennia uitstekende contacten met Bagdad die zich ook vertaald hebben in contracten, o.a. voor de bewapeningsindustrie. Ook moet hier gesteld dat ze handig manoeuvreerden tussen enerzijds het eisen dat de wapeninspecties doorgang kunnen vinden, en anderzijds het verwerpen van een regeling puur gebaseerd op militaire superioriteit. Beide landen hebben zich aldus ook beter kunnen positioneren op het diplomatiek politieke schaakspel in het Midden-Oosten, ten nadele van de VS.

Of hun positie zodanig versterkt is dat ze ook het einde van het embargo zullen kunnen bewerkstelligen, lijkt me nog geen uitgemaakte zaak. Gelukkig feit is nochtans dat in deze crisis het onmenselijke van het embargo regelmatig is kunnen geaccentueerd worden. Dit embargo treft de Irakese bevolking die met kindersterfte, ziekteverspreiding, armoede een zware prijs betaalt voor de westerse politiek. De eerste commentaren op de afgesproken regeling doet verhopen dat het einde van het embargo bespreekbaar zal worden gesteld. We zullen echter nog heel wat politieke druk op onze bewindslui moeten zetten, vrees ik, om hen hier tot onmiddellijke en daadwerkelijke stappen van concrete solidariteit met de slachtoffers van Gofloorlog van 1991 te duwen.

Daarom wordt er aan een coalitie van Belgische socioculturele organisaties gebouwd die naast het einde van het embargo en van de bezetting van Palestina, verder nog eist dat België zich nu duidelijk tegen de oorlog keert, het Belgisch fregat terugroept, en andere Europese landen aanzet om zich eveneens in die zin uit te spreken. De druk op de States om de militaire oplossing definitief te stoppen moet kunnen worden opgevoerd.

Georges Spriet 25.02.98