Rwandacommissie

Enige tijd geleden sprak Vera Dua over het onderzoek door de Rwandacommissie op een dialoogavond van Masereelfonds Vrede Regio Gent. We noteerden enkele markante uitspraken.

Vera Dua geeft toe dat er zonder de moord op de 10 para’s, en vooral niet zonder de doorzetting van de familieleden van deze soldaten, nooit een commissie zou zijn opgericht. Het heeft ook bijzonder veel moeite gekost om de geheime documenten in te kunnen kijken. Toch toont het eindresultaat, het rapport dus, een bepaald evenwicht, en wordt er de nodige aandacht gegeven aan de voorbereiding van de genocide bijvoorbeeld.

Bovendien, zegt Vera Dua, zeggen we dat de moord op de 10 para’s een onderdeel was van een plan om Rwanda te destabiliseren. De genocide werd goed voorbereid. Zo werden op verschillende ogenblikken wapens verspreid onder (uitgekozen) mensen in de bevolking. Dan circuleerden er lijsten van mensen die moesten worden vermoord. De 1ste reeks vernoemde de belangrijkste opposanten. De 2de reeks ging over journalisten en mensenrechtenactivisten bijvoorbeeld. De 3de reeks was etnisch geïnspireerd.

Het is ook duidelijk dat de kliek rond Habyarimana tegen een machtsdeling was, en dus tegen het Arushaproces. (Dit was een overeenkomst om de macht te delen tussen de verschillende Rwandese politieke partijen en ook het RPF dat vanuit Oeganda Rwanda militair was binnengevallen. De internationale gemeenschap was de architect van dit overgangsproces. Sommige waarnemers hebben dat steeds geanalyseerd als een opschuiven van de VS-invloed ten nadele van Frankrijk, red.) De VN-missie moest dit machts-delingsproces begeleiden, maar op het moment van de genocide trekt UNAMIR de troepen terug.

Vera Dua heeft het vooral moeilijk met de inspanningen van toenmalige minister van buitenlandse zaken, Willy Claes, om de eigen beslissing de Belgische-para’s terug te trekken, te camoufleren onder een totale terugtrekking van UNAMIR. Voor deze onvergeeflijke beslissing, zoals ze het stelt, blijft ze de huidige regeringsploeg verantwoordelijk stellen.

Uit het rapport zou moeten blijken dat heel veel van die voorbereidselen voor de genocide gekend waren : men wist over wapenopslagplaatsen, men wist over de dodenlijsten, men wist dat leidende kringen van de regeringspartij openlijk een ideologie verkondigden dat de Tutsi’s moesten worden geëlimineerd. De militaire inlichtingendienst minimaliseerde echter deze tekens. Bovendien is een ganse reeks signalen op zich niet genoeg om een beleid uit te stippelen, het heeft ons hier totaal ontbroken aan een politieke analyse van de gebeurtenissen, aldus nog Vera Dua. Op buitenlandse zaken bestond de Afrika-desk uit 1 persoon, die gans Afrika moest volgen en analyseren.

Het rapport bevat interviews met kopstukken van de christen-democratie. Vera Dua is hier heel formeel : er is geen rechtstreekse financiering vanuit de christen-democratie naar radio RTLM. Er zijn daar huiszoekingen voor verricht, er is grondig onderzoek geweest, met dit klare resultaat. Wat wel duidelijk is geworden zijn de bindingen van mensen uit de christendemocratische internationale met het toenmalige regime als dusdanig. Zij deelden de anti-Arusha houding van het bewind.

België dichtte zichzelf een expertise toe over dit land en de regio. Nochtans hebben we de signalen niet begrepen. Sommige NGO’s hebben wel ’n alarmscenario uitgebracht, maar volgens mij (G.S.) kan algemeen gesteld worden dat het politieke inzicht of interesse ontbrak om de ware toedracht uit de verschillende aanduidigen te distilleren. Ik meen dat veel NGO’s er hun acties en aandacht hoofdzakelijk of bijna uitsluitend concentreerden op de correcte technische uitvoering van hun lokaal project, zonder een globalere kijk op de politiek maatschappelijke evolutie in het land uit te diepen.

Over de huidige situatie zegt senator Dua – ze was op bezoek in Rwanda in de maand september 1997 – dat de Rwandese maatschappij getraumatiseerd is: de genocide is nog maar een paar jaar oud. Je hebt de families van de slachtoffers, er is de niet altijd makkelijke relatie met de teruggekeerden, en je hebt de Hutu-bevolking. In deze laatste groep heb je verschillende categorieën: de onschuldigen, de gevangenen waarvan er een aantal terecht opgesloten zit, en een aantal onterecht, en tenslotte de genocideurs. Een complexe situatie, inderdaad.

GS

Er verschenen verschillende interessante boeken over de genocide in Rwanda. Het zijn stuk voor stuk aanraders. Ze zijn ook beschikbaar in de bibliotheek ‘Jan Verwest’ van Vrede.

Het Goede Bondgenootschap, Kerk en Rwanda van Dirk Tuypens.

uitgeverij EPO

Dirk Tuypens toont de geestelijke en soms ook feitelijke collaboratie aan van de Rwandese kerk met de genocide. Het boek is een aanklacht tegen straffeloosheid.

Stukken van de waarheid, de Rwandese genocide en de Belgische politiek van Koen Vidal.

uitgeverij Hadewijch & De Morgen Journalist Koen Vidal brengt bijzondere en belangrijke aanvullingen bij het beeld dat een geïnteresseerde zich al had kunnen vormen: rol van een NGO, de VN-terugtrekking, de moord op de 10 para’s, genocideurs in België, de verantwoordelijkheid van de Belgische politiek.

Graven in Rwanda van Katrien Vanderschoot

uitgeverij Icarus.VRT, VAR Ook hier wordt gegraven naar de politieke schuld. De auteur was op het moment van de crash van het presidentiële vliegtuig in Rwanda. Haar onderzoek krijgt dus ook een getuigenis-kleur mee.

Rwanda, land zonder horizon van Jeroen Corduwener en Chis Keulen

uitgeverij Veen

Een reisverslag zou je kunnen zeggen in het post-genocide Rwanda samengesteld via getuigenissen en foto’s.

Les Belges au Rwanda, Ie parcours de la honte van Jean-Claude Willame

uitgeverij GRIP

De auteur was raadgever voor Agalev-Ecolo in verband met het onderzoek van de senaatscommissie over de Rwanda-crisis. Hij situeert de vergissingen en dramatische gebeurtenissen in hun context en wijst ook sterk naar verantwoordelijkheid van de VN en de Belgische leiders.