Vrede in Noord-Ierland

Het conflict in Noord-lerland heeft duidelijke historische wortels. Het heeft echter volop z’n plaats opgeëist op de frontpagina’s toen in 1969 katholieke activisten de strijd voor burgerrechten begonnen. Ze eisten het einde van de politieke en economische discriminatie. Heel snel kwam het Britse leger tussen beide. En mocht op 30 januari 1972 dit leger een katholieke optocht niet in het bloed gesmoord hebben, dan wordt het onvoorspelbaar of dit conflict wel meer dan drieduizend doden zou hebben geëist. “Bloody Sunday”, werd die dag genoemd: 14 doden in Londonderry.

Theoretisch kwamen de Britten de bewapende antagonisten scheiden. Maar de scheidsrechter had wel neo-koloniale allures: militanten voor zelfbeschikkingsrecht werden met dodelijk geweld aangepakt. Dit was precies de aanleiding voor het IRA om haar aanhang te vergroten en te bundelen tegen de bezettende strijdkrachten. Lucien Bollaert schreef in z’n stuk over interventie (Vrede nr 311 jan 1995) dat men “zich af kan vragen of de burgerbevolking niet veel vlugger als een vredeeisende partij zou gaan meegespeeld hebben, indien er geen Brits leger ter plaatse zou zijn geweest. De vraag naar het aantal slachtoffers kan hierbij niet beantwoord worden, omdat het vergelijkend alternatief zich niet in de realiteit voorgedaan heeft.”

Gesprekken waren nu al enkele jaren aan de gang. Maar de regering Major zat gevangen in haar te nipte parlementaire meerderheid, waarbij ze afhankelijk was van de steun van de Noord-lerse protestanten. Blair had een grotere ruimte met z’n overdonderende meerderheid, en kon dus wat meer distantie nemen. Hier speelde de staatssecretaris voor Noord-lerland Marjorie Mowlam een belangrijke rol.

Hoe sterk het huidige voorstel is, kan alleen maar de toekomst uitwijzen. Het bevat voor elk wat wils, zodat elk kamp zowel iets moet krijgen als dat het iets moet geven. De vraag is of de protagonisten zullen oordelen dat er een fair evenwicht in zit.

Het huidige vredesvoorstel bevat politieke punten, een institutioneel hoofdstuk, een hoofdstuk over burgerrechten, en regelingen rond ontwapening, politie, gevangenen en het leger.

Hereniging met de republiek Ierland of behoud in het Verenigd Koninkrijk zal per meerderheid door de Noord-lerse bevolking worden bepaald. Londen en Dublin laten hun “(grond)wettelijke rechten” op Ulster varen. Er komt een lokaal parlement met 108 leden, verkozen op basis van een proportioneel kiesstelsel. Belangrijke beslissingen dienen een meerderheid te halen in beide groepen (én protestanten én katholieken). Men richt ook een Noord-Zuid-raad op om grensoverschrijdende problematieken te behandelen: toerisme, milieu, transport, landbouw, visvangst. Hier bespreekt men ook het lot van de gevangenen. Maar Ulster heeft hier toch het laatste woord. Daarnaast komt er nog een lerland-Brittanniëraad waar alle gewesten in participeren.

De ondertekenaars van dit akkoord engageren zich om de burgerrechten en de vrijheid van godsdienst te respecteren, alsook het recht van eenieder om vrij z’n woonplaats te kiezen. Londen zal in de Noord-lerse wetgeving de Europese Conventie voor mensenrechten integreren. De ambtenarij moet worden opengesteld voor niet-protestanten.

Commissies zullen worden ingesteld om de ontwapening van de paramilitaire groepen te realiseren. Dit hoopt men te regelen binnen de twee jaar na het referendum in Noord-lerland en in de Republiek. Verder bespreekt men het lot van de (politieke) gevangenen en wil men het politiecorps hervormen. Het Britse leger in Noord-lerland zal zo snel mogelijk tot normale proporties worden herleid.

Een van de fundamentele punten om van echte vrede te kunnen spreken, is een einde te stellen aan de sociale discriminatie van de minderheid (die wel 45% van de bevolking uitmaakt). Zal men op korte termijn de werkloosheid onder de katholieken, die dubbel zo hoog is als bij de protestanten, drastisch kunnen terugschroeven?

Het water tussen de partijen in dit conflict lijkt nog wel diep te zijn, maar het huidige voorstel legt in elk geval een basis om op een democratischer manier met een minderheid om te gaan. Laat alle democraten dit volop steunen.

Georges Spriet