bibliotheeknieuwsbrief

bibliotheek Jan Verwest – Boeken in Vrede

driemaandelijks tijdschrift bibliotheek Jan Verwest Vrede vzw Galgenberg 29 9000 Gent tel 09 233 46 88 fax 09.233.56. 78 januari ’97 2dejaargang nr 1 afgiftekantoor GentX

v.u.   : Georges Spriet F.Bemierstraat 29 1060 Brussel

Ten geleide

Met deze nieuwsbrieven willen we u laten kennis maken met enkele recent  verschenen boeken, die we u ook in de bibliotheek Jan Verwest opnamen. De boeken van de bibliotheek kunnen worden uitgeleend, artikels kunnen worden geraadpleegd… De meer dan 4200 boeken en brochures staan op computer, zodat we makkelijk kunnen vinden wat u zoekt. Daarnaast hebben we 150 tijdschriften in ons documentatiecentrum. Vrede heeft nu sinds kort ook electronische post, en kan voor u gaan zoeken op internet. Via het bibliotheek-computernet (cocos) van de NGO’s kunnen we nakijken of collega’s van andere documentatiecentra over voor u interessante informatie beschikken. Kom gerust even binnen we helpen graag vinden wat u zoekt. open elke dag van 13ul 5 tot 17ul 5 en op afspraak

DE EUROPESE LEUGEN

De laatste maanden worden we via de media regelmatig om de oren geklopt over het E.U.-gebeuren dat onze federale regering en de E.U.-instanties aan het uitwerken zijn, t.t.z. de stichting van de Europese Muntunie (EMU) de Europese Centrale Bank met de invoering van de Euro. Zelden komen de tegenstanders van deze Europese politiek, die werd vastgelegd in Maastricht, aan bod in onze media. Ze hebben practisch nooit de gelegenheid hun bezwaren tegen de E.U.-beslissingen en opties te verdedigen en kenbaar te maken. Rond de EMU hangt een taboe dat men beter niet in vraag stelt, en zeker niet als uw broodwinning afhangt van de Europese instellingen.

Als we het tweespan regering Dehaene en Fons Verplaetse van de Nationale Bank mogen geloven, zal de EMU en de Euro ons alleen maar voordelen brengen.

Europa en de burgers van de E.U.-lidstaten verdienen een betere voorlichting, waarbij de pro en contra’s hun standpunt kunnen toelichten, waarbij de man in de straat kan pogen er iets van te begrijpen, en zich een beeld vormen over wat onze Europse koks in hun gaarkeukens aan het klaarstomen zijn. Het boek ‘ ‘de Europese leugen” van Peter Vanderbruggen, biedt de mogelijkheid kennis te maken met de mening van economen en mensen uit het milieu van het geldscheppen, de spelers uit de globale speculatie in het wereldcasino, die zeer sceptisch staan tegenover de EMU en de Euro. Het is bijzonder interessant te lezen hoe zij de verkondigde beloften over meer welvaart, economische stabiliteit, versteviging van de eenheidsmarkt, enz. doorprikken als een zeepbel. Hoe ze aantonen welke rol de Bundesbank in dit wordingsproces speelt, hoe deze Duitse instelling haar wil opdringt, doorzet en de andere lidstaten ondergeschikt maakt aan de hegemonie van Duitsland en zichzelf, de Buba. De auteur poogt in zijn boek de lezer duidelijk te maken dat de EMU een instelling naar Duits model moet zijn, waar diegene die de directieraad mag voorzitten eventueel wel uit een andere lidstaat kan afkomstig zijn. Volgens Peter Vanderbruggen is de muntunie geen economisch maar louter een politiek project. Politici beweren dat de eenheidsmunt noodzakelijk is om de verworvenheden te vrijwaren. Hier moeten we de auteur volgen en gelijk geven, wanneer hij schrijft dat de werkloosheid na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht, naar ongekende hoogten is gestegen, dat de sociale sector aan flarden wordt geknipt, dat de sociale spanningen in de E.U.-lidstaten oplopen, dat deze ontwikkelingen een sociale tijdbom vormen die het gans Europese bolwerk tot een puinhoop kunnen herleiden.

De Europese muntslang (EMS) was een flexibel muntstelsel, deze flexibiliteit zal verdwijnen met de muntunie en de invoering dus van de Euro, want dit systeem verplicht de deelnemende lidstaten een strak opgelegd monetair beleid te voeren, waarbij deze staten hun zelfstandige monetaire en budgettaire politiek moeten overdragen aan de Europese instellingen. In zijn boek geeft de auteur, handelsingenieur en corre-spondentinNew York van deF. E. TijdenFinancieelDag-blad, een ganse reeks argumenten waarom de muntunie niet kan en niet zal werken. Het zal een doodgeboren kind zijn omdat in al hun ijver de bewindslui geen rekening houden met de noodzakelijke objectieve economische, politieke en sociale normen die nodig zijn om een dergelijke structuur met succes tot stand te brengen.

Het boek ontbreekt een nader en dieper ingaan op de sociale gevolgen voor de werknemers in de diverse EU.-staten, of ze nu al dan niet zullen deelnemen aan de EMU. Maar j a, dergelijk hoofdstuk zal zeker niet de voorliefde van Peter Vanderbruggen hebben ?

Als de nabije toekomst zal/zou uitwezen dat de Europese instellingen berusten op een grote leugen, en dat het leven in deze EMU-regio voor iedereen een Europese nachtmerrie is, dan zijn we allen te beklagen. Want we laten ons regeren door een stel leugenaars. Of ze geel, roos rood of blauw zijn, doet er niet toe.Dit boek is een aanrader, het brengt een totaal andere visie over wat ons te wachten staat. Antoine Uytterhaeghe

De Europese Leugen. Peter Vanderbruggen. Meuknhoff/Kritak 1996

HET LAND VAN DE KERSENBLOESEMS ONDERBELICHT

Edward Adriaensens, journalist radio 1, verbleef één jaar in Japan. Reden en ervaring genoeg besliste hij om het al te stereotiep beeld dat westerlingen over de Japanse cultuur en samenleving hebben, bij te stellen. Hij belooft veel.”Ook misverstanden staan een goed oordeel over Japan in de weg. Zowel in Japan als daarbuiten bestaat het beeld van een van nature conflictarme maatschappij, waarvan de individuele leden het groepsbelang voorop stellen en weinig behoefte hebben aan het najagen van persoonlijke verlangens. Andere mythen zijn de zin voor harmonie, de verbondenheid met de natuur, het spiritualisme of het unieke karakter van de samenleving.” (inl.,blz.9) Na het lezen van Japan bij nader toezien is er aan het stereotiep beeld dat ik over dit land had weinig of niets verandert. Alles waar je al eens van gehoord hebt : manga-strips, karaoke, kersebloesem komen aan bod maar van een gedegen, inhoudelijke analyse is geen sprake. De twee eerste hoofdstukken ‘ ‘minderheden in een homogene maatschappij” en “het onderwijs: feiten boven wijsheid” geven die inhoudelijke analyse wel.

99% van de bevolking bezit de Japanse nationaliteit. Over een homogeen land gesproken! Toch zijn er minderheids-groepen, al geven Japanners dit niet graag toe. Vooreerst de Bukarim, een overschotje van de Japanse geschiedenis. Ten tijde van het feodale systeem zijn de Bukarim als onderkaste gebrandmerkt. Een normale positie nemen ze in het huidige Japan nog steeds niet in, hun Japans paspoort ten spijt. Ook de Ainu, zeg maar het inheemse volk van de Japanse eilandengroep, zouden dat paspoort liever inruilen tegen de status van ‘erkende minderheidsgroep’. Nu kunnen ze noch in hun eigen taal onderwijs krijgen en evenmin vis- en jachtgebieden met bijhorende rechten claimen. Een aparte groep’ vreemdelingen’ zijn de Koreanen en de afstammelingen van hen die naar Zuid-Amerika emigreer-den. Deze Braziliaanse of Peruaanse Japanners houden eigenlijk meer van het latino ritme dan van de strikte Japanse voorschriften. De meesten van ons weten over de immense studiedruk die Japanse scholieren ondergaan. Hier krijg je een duidelijk zicht op het hoe en waarom van die stress. Ten eerste zijn er de gemeenschappelijke examens en de numerus clausus (zelfs voor middelbaar onderwijs). Ten tweede zijn er de bijscholings-scholen. Op enkele blz. wordt een duidelijk beeld geschetst hoe de onderwijs-structuur : vrije, staats en bij-onderwijs, in elkaar zit. Vooral de Juku, het schaduw onderwijs of de bijscholingsscholen krijgen een veeg uit de pan. Waarom de Japanse ouders en pubers aan de studiedruk toegeven, wordt niet geduid.

Om het stereotiep beeld van de gezagsgetrouwe, werkgrage, overuren-kloppende Japanner tegen te gaan beschrijft Adriaenssen telkens één proces van één individu dat rechtmatig protesteert. Ofwel tegen de verwachting overuren te kloppen ofwel tegen verplaatsing. Omdat het schoolsysteem zo rigoureus in elkaar zit, kan een gezin niet zomaar verhuizen. Het idee van de ‘brave, gezags-getrouwe Japanner’ blijft bestaan.

Als Adriaensens karaoke, ongetrouwde kantoordames (tot 30j), de manga-strips en de laadjeshotels beschrijft, ben je al aan de weinig doorprikkende schrijfstijl gewend en lees je gewoon de leuke weetjes er vlug op na. Ria Van Herck

Japan. Bij nader toezien.Edward Adriaensens. Uitgeverij Globe,136 blz.

50 JAAR BRETTON WOODS

Het boek “la gestion capitaliste de la crise” bevat de teksten van Samir Amin gebracht op de conferentie te Madrid in 1994, ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het internationaal monetair stelsel van “Bretton Woods”. In het eerste deel wordt aandacht besteed aan de rol van mondiale economische instituten (zoals de Wereldbank, het IMF en de GATT – nu WTO, Wereldhandelsorganistie) in de huidige crisis. Amin argumenteert op een heldere wijze hoe ze zich alle, sinds begin van de jaren tachtig, volledig aansloten bij de extreem neo-liberale koers die dan opgang maakte. Ze bestrijden bijgevolg de crisis niet, maar onderhouden en beheren haar ten bate van het groot-kapitaal. In een tweede deel worden de problemen besproken waarmee het internationaal monetair systeem kampt en worden de alternatieven, voorgesteld door specialisten, beoordeeld. Tenslotte gaat Amin in op de voorwaarden die vervulden moeten zijn om uit de crisis te breken en duurzame ontwikkeling mogelijk te maken.

De krachtige boodschap van het boek is dat de strikte toepassing van de kapitalistische logica onvermijdelijk leidt naar crisissituaties. Ontwikkelingskansen ontstaan alleen als een politiek tegengewicht wordt gevormd tegen de dominantie van die logica en rekening gehouden wordt met de sociaal-culturele verschillen waarin de mensen leven. Paula Burghgraeve

La Gestion capitaliste de la Crise (Ie cinquantième anniver-saire de Bretton Woods). Samir Amin. Forum du Tiers Monde, 1995, Editions l’Harmattan, Paris.

MYTHEN

Dit boek is een degelijk werk om hardnekkige mythen en verhalen over de Belgische natie en monarchie enerzijds, over Waalse, Vlaamse en Europese identiteit anderzijds, te demystifiëren.

Deze mythen worden vandaag nog steeds gevoed en gekoesterd. Hiervoor grijpt men terug naar een ver of meer nabij gelegen verleden om huidige politieke, economische of sociale relatiteiten te bevestigen en te rechtvaardigen. Dat men daarbij de geschiedkundige feiten vervalst of gewoonweg negeert om de mythe kost wat kost in stand te houden is een vaststaand gegeven. De nauwe band tussen de geschiedschrijving en de geschiedenis-weergave door de politieke machten wordt in dit boek voor het grote publiek uit de doeken gedaan. Daartoe deed Anne Morelli een beroep op een twintigtal auteurs die elk een historische figuur belichten. Eerst de klassieke mythen die beginnen bij de Gallische volkeren, Clovis, Karel de Grote, Godfried van Bouillon, Jacob van Artevelde, de landvoogden Albrecht en Isabella, Koning Albert I… maar ook de mythe van het geïndustrialiseerde België als symbool van moderniteit en vooruitgang. In deze bijdrage van Sven Steffens wordt getoond hoe de jonge Belgische staat in de 19de eeuw het paradigma moest worden van een niet te stuiten industriële groei. Tentoonstellingen, publicaties en economische statistieken, uitgevoerd sinds 1846, verheerlijkten de industrie waarbij de term ‘industrie’ alle economische activiteiten dekte, zelfs de landbouw. De huis-en ambachtelijke nijverheid alsook de manufacturen vielen onder deze term en verloren daardoor hun specificiteit alhoewel zij nog lang bleven verder bestaan en de economische en sociale verhoudingen mee bleven bepalen. Maar hierover werd op het einde van de 19de eeuw bijna geen melding meer gemaakt. De mythe van de continuïteit en tijdloos-heid van het kapitalisme werd door talrijke historici onder invloed van de heersende liberale ideologie mee onderschreven en aldus verdween de specificiteit van andere economische activiteiten in de schemerzones van de geschiedschrijving. In het tweede deel worden de mythen van het nieuwe België ontrafeld. Patriottische symbolen, de cultus van 1302, Brus-sel-Hoofdstad, WO I, Jules Destrée, de repressie in België, Europa, Vlaanderen-Europa 2002 en Tintin-Kuifje worden door middel van degelijk historische onderzoek doorprikt. Het boek leest vlot en is bedoeld voor het brede publiek “om niet het slachtoffer te worden van nieuwe mythen in opbouw”. Elk hoofdstuk wordt door een uitgebreide bibliografie en bronnenopgave ondersteund zodat ook de meer geïnteresseerde lezer zich verder kan verdiepen. Marie-Jeanne Vanmol

De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië. Anne morelli, EPO, 1996.

HET MIDDENOOSTEN

Dit boek bevat wat de redacteur zelf wil: het verschaffen van kennis omtrent de landen en bevolkingen in deze regio, maar dan vanuit een gelijkheidsprincipe en niet meer vanuit het zoeken aar de “spiegelfunctie die de regio bezat om onze eigen superioriteit te bevestigen”.

Voor mij was het een uitgebreide doos met studies van niet minder dan 18 auteurs, hoogleraars, journalisten, docenten, wetenschappelijke medewerk(st)ers, lectoren aan hogescholen. Zo’n groep mensen samenbregen en tot een eindwerk brengen heeft het voordeel dat meer interdisciplinaire lijnen kunnen opengelegd worden en dat het ganse probleem veel duidelijker maar breder door de geïnteresseerde lezer te raadplegen is (inclusief uitgebreide bibliografie en bronnenopgave).

Er zijn drie delen die achtereenvolgens het regionale, het nationale en tenslotte de Palestijnse kwestie belichten. Voor mezelf is de lectuur van dit boek ook een zoeken geweest naar de elementen die het gedrag van de actoren bepaalden en nog steeds bepalen in de ganse regio.

De terreinen die op dit vlak beschreven worden, omvatten o.a. de Golfoorlog, Islam-civiele maatschappij-autocratie, olie en water als wapen, en vele problemen specifiek aan elk land. De Palestijnse kwestie heeft verschillende hoofdstukken die gaan van het Arabisch Israëlisch conflict in de Nieuwe Wereldorde, over intafada en intikhabat, de Israëlische verkiezingen van 1996 : de tweede moord op Yitzhak Rabin, naar de westerse media en Harnas, het Jeruzalem scenario. Een verklarende woordenlijst van Arabische termen sluit het stuk af. Veel vruchtbaar leesgenot met dit boek dat voor een paar avonden lectuur zorgt. Elk hoofdstuk heeft op zich een volledig stuk informatie te verstrekken. Jean-Pierre Everaert

Het Midden Oosten. R.Doom & G.Nonneman. VUB Press 1996

ASIELBELEID

We kennen allemaal wel de populistische one-liners zoals ze door eminente figuren op Binnenlandse Zaken worden gehanteerd (‘het salon is vol’, ‘meeuwen op een vuilnisbelt’). Jules Fermon, socioloog van opleiding, gaat in de tegenaanval. In het boek, dat de titel van Tobbacks genoemde one-liner draagt, klaagt hij het Belgische asielbeleid aan en wil hij de ministers dwingen zich daarvoor te verantwoorden. Bovendien wil hij de ogen van het publiek openen dat meent dat het gevaar voor de democratie alleen in uiterst-rechtse hoek te vinden is. Het sluiten van de grenzen leidt volgens Fermon onvermijdelijk tot repressie. En het schenden van de rechten van vreemdelingen gaat tegelijk gepaard met het in gevaar brengen van de democratische rechten van de Belgen. Het criminaliseren van asielzoekers effent de weg voor het criminaliseren van alle vreemdelingen en opent poorten voor het discrimineren van iedereen die ‘anders’ is: “(…) tot andere categorieën van Belgen die als sociaal hinderlijk worden beschouwd” (p. 235). Een aanrader.

Ludo De Brabander

Jules Fermon. Het salon is vol. Uitgeverij EPO, Berchem, 248 blz, 698 BEF.

verdere aanwinsten (met korte inhoudsbeschrijving)

atoomproefnemingen

Een interessant boek dat het Algemeen Teststopverdrag grondig bekijkt (door Harold Muller Peace Research Institute Frankfort – PRIF), de verificatie ervan ontleed (door Martine De Becker seïs-mologe lid van de Belgische delegatie op de VN-ontwapenings-conferentie) en het als een politiek wapen beschouwt tegen de nieuwe generatie atoomwapens (door Annette Schaper – PRIF).

Essais nucléaires – Fin de partie GRIP – Brussel 1996 ISBN 2-87027-656-7

anti-persoonsmijnen

Lichte wapens worden veelvuldig gebruikt in de vele interne oorlogen. De anti-persoonsmijn is er daar een van. Dit boekje schetst de omvang van het probleem, bekijkt het in het licht van het internationaal recht, en geeft een belangwekkende lijst van landen-slacht-offers en landen-producenten. Een tweede deel van het boek is vooral gewijd aan de humanitaire reacties en de band met ontwikkelingsmogelijkheden voor de betrokken landen.

Mines antipersonnel – La guerre en temps depaix – Grip & Handicap International 1996 ISBN 2-87027-655-9

Rebellie van onderuit

Het is eigenlijk en soort kroniek die ons de strijd van de zapatisten beter doet begrijpen. Hij plaatst de opstand binnen het moderne Mexico dat naar een vrije markt toegaat maar niet naar de vrijheid. Hij vraagt zich af of de verkiezingen de democratie dichterbij brengen. De auteur is een geëngageerd persoon, correspondent in Mexico en dichter.

Rebellion from the Roots – John Ross 1995 Common Courage Press Maine ISBN 1-56751-043-4

de natie-staat

Clingendael-Instituut geeft deze reader uit rond de positie van de nationale staat. K. Koch behandelt het proces van onstatelijking in Europa. J. Delwaide vergelijkt staats-vorming en

Europese eenwording. J.Rood wijdt zich aan de trits staat, markt en ideologie. Bart Tromp schets overlevingskansen van het statenstelsel. G.van Benthem van den Bergh waagt zich aan een algemene theorie van nationale staten. E. Hirsch Ballin ziet nieuwe kansen voor de democratische rechtsstaat. J.G.Siccama vraagt zich af hoever lidstaten van de EU gevorderd zijn op weg naar de deelstaat. L. A. Geelhoed weegt de rol van de EU af tegen die van de nationale staat als het gaat om markt- en sociaal-economische beleidsinte-gra-tie. S.Rozemond belicht het belang van het behoud van het vetorecht in de EU, in het bijzonder voor kleinde staten als Nederland. W.Frijhoffzietinhet nieuwe Europa nog een mogelijkheid voor eigenzinnig Nederland als cultuur-natie. En S.Hoftmann geeft een zowel sceptische als idealistische visie op Europa. Het is het jubileumboek van 50 jaar Internationale Spectator.

De nationale staat, onhoudbaar maar onmisbaar ? -A.van Staden (red). 1996 Van Gorcum – Clingendael ISBN 90-232-3220-8

Afrikaanse Terreur

Ligt de verklaring van de Centraal-Afrikaanse crisis bij de etnische kant van de zaak ? Colette Braeckman, journaliste bij Le Soir, toont ons de ware achtergronden. Ze legt uit hoe de kolonisatie, hierin gesteund door de Kerk, een sociale strijd omboog naar een etnische. Of hoe president Moboetoe de etnische zaak bespeelt om zelf als de enige garant naar voor te kunnen komen van de eenheid van de staat. België kan zich dus niet afkeren van deze regio met de boodschap dat deze staten nu onafhankelijk zijn. En vergeten we de tweestrijd voor invloedssfeer tussen Frankrijk en Amerika niet.

Terreur Africiane. Burundi, Rwanda, Zaïre : les racines de la violence -C.Braekcman, Fayard 1996 ISBN 2-213-59703-0

Ludo De Brabander. Groene conflicten. Veiligheid breed bekeken. Een verkenning van de verbanden tussen milieu en oorlog. Vredescahier 3/96, Vrede vzw, Gent, 1996,182 blz,300 BEF

In dit boek wordt het terrein verkend van een vergeten hoofdstuk in Agenda 21 van de Rio-conferentie: de betekenis van vrede en veiligheid binnen duurzame ontwikkeling. Het boek probeert verbanden tussen milieu en oorlog aan te wijzen aan de hand van thema’s als klimaat, olie, water en voedsel. Maar ook heersende economische systemen, de sociale problemen, de politiek van internationale instellingen en de schuldenlast worden onderzocht in hun onderlinge relatie en in hun gevolgen op vlak van de veiligheidsproblematiek.

samenstelling: MJ.Vanmol