Het sluipend gevaar

Verkiezingen

Tijdens de recent gehouden verkiezingen in enkele Europese landen valt eens te meereen vooruitgang van extreem-rechts vast te stellen. In Noorwegen maakte de uiterst rechtse Vooruitgangspartij zelf een sprong van 6 % naar 15,3 %. In Oostenrijk noteerde de extreem-rechtse FPO in een deelstaat een winst van 2,9% om er de 20,6 % te bereiken. Ook in Duitsland zijn de extreem-rechtsen present.

Het begint stilaan een gewoonte te worden bij verkiezingen te moeten vaststellen dat, terwijl christen- en sociaaldemocraten inleveren, uiterst rechts traag maar zeker winst boekt.

Goed. Sommigen maken er zich vanaf met de bedenking dat het in hoofdzaak om een proteststem gaat. Maar neen, die zijn er al in de toenemende blanco stemmen. Het lijkt dus wel een bewuste keuze te worden.

Wat er achter schuilt is de groeiende ontevredenheid. De daling van de koopkracht, de werkloosheid, de corruptieschandalen, de onveiligheid en het groeiend antidemocratisch karakter van onze maatschappij, doen het wantrouwen van de kiezer ten opzichte van de politiek toenemen. Het is zeker daar dat de schoen wringt. Het zijn deze problemen die moeten aangepakt worden.

Schotland – Referendum -11/9/97

Van de vier miljoen stemgerechtigden nam 60,1 % deel aan de volksraadpleging voor een onafhankelijke opstelling van Schotland t.o.v. Groot-Brittannië. Het oprichten van een Schots parlement kreeg de steun van 74,29 % van de kiezers en 63,48 % stemde in met het verlenen van de bevoegdheid aan dit parlement om bijkomende belastingen te innen.

Wetgevende macht zal dit parlement slechts krijgen in het jaar 2000. Dit zal kunnen beslissen over alle aangelegenheden die niet expliciet toegekend zijn aan het Britse parlement. Met de overwinning van de voorstanders van een eigen Schots parlement wordt dit Schots parlement in ere hersteld dat in 1707 werd afgeschaft met de aansluiting bij Engeland.

De uitslag is een winstpunt voor Labour die dit referendum had uitgeschreven en een nieuwe nederlaag voor de conservatieven, de enige fractie die opriep tijdens het referendum neen te stemmen.

Noorwegen ■ Parlement -15/9/97

De verkiezingen in Noorwegen, een land dat door zijn bezit aan petroleum als een van de rijkste wordt beschouwd, heeft voor de verwachte verrassingen gezorgd. Met 35,2 % van de stemmen tegen 36,9 % in 1993, wist de sociaal-democratische partij die met een minderheidsregering aan de macht was, haar opzet niet te bereiken. Om druk uit te oefenen op de kiezers had premier Jagland, voorzitter van de sociaal-democratische partij, aangekondigd zijn ontslag te zullen geven indien zijn partij de cijfers van 1993 niet zou bereiken. De grote verrassing was de vooruitgang van de extreemrechtse “Vooruitgangspartij” van Carl Ivar Hagen, die haar stemmen van 6 % naar 15,3 % wist op te drijven en zodoende de tweede grootste partij is geworden. De conservatieven behaalden 14,3 %, de christelijke volkspartij 13,7 %, de centrumpartij 8 %, de Venser partij 4,7 % e.a. kleine partijen samen 3,2 %.

Onrustwekkend is vanzelfsprekend de vooruitgang van de extreem-rechtse partij van Carl Ivar Hagen. Deze wist namelijke alle mogelijke proteststemmen binnen te halen en profiteerde van het groot ongenoegen bij de Noorse bevolking met betrekking tot de strenge alcoholwetten, de belastingsfraude en corruptie en het feit dat, ondanks de hoge inkomsten uit petroleum, dit voor de koopkracht en de gezondheidzorg en de zorg voor bejaarden weinig of niets opleverde. Kwam daarbij nog dat de extreem-rechtse partij zich deed opmerken door racistische aanvallen tegen de buitenlandse gastarbeiders en minderheden zoals de “Laplanders” die beschuldigd worden bevoordeligd te worden. Het zal voor Noorwegen een moeilijke opdracht zijn om uit de impasse te geraken. De christen-democraten willen het wagen met de steun van de conservatieven en centrumpartij om een minderheidsregering te vormen. Maar de tegenstrijdige politieke perspectieven (de centumpartij is tegen aansluiting bij de Europese Unie maar verloor ook de helft van haar kiezers) en het feit dat ze slechts 42 (21,1 % van de kiezers) van de 165 zetels in het parlement heeft geeft deze optie weinig kans.

Polen ■ Parlement ■ 21/9/1997

Slechts 48 % van de Poolse kiezers ging stemmen voor een nieuw parlement.

De regeringspartijen: de linkse-democratische alliantie (SLD – ex-communisten) en de boerenpartij (PSL – conservatief) verloren hun meerderheid.

Het electoraal actiecomité van solidariteit (AWS – rechts) -een coalitie van 40 kleine partijen – behaalde 33,83 % van de stemmen en 201 van de 460 te begeven zetels. De linkse democratische alliantie bekwam 27,13 % en 164 zetels. De unie van de vrijheid (UW – liberaal) 13,38 % en 27 zetels. De beweging voor de heropbouw van Polen (POP – rechts populistisch) 5,56 % en 6 zetels en de Duitse minderheid 2 zetels.

In Polen bestaat er een kiesdrempel van 5 % om verkozenen te hebben en worden de grootste partijen bij de zetelverdeling bevoordeligd.

Het AWS werd aangewezen om de regering te vormen maar om de meerderheid te hebben moet ze echter op de medewerking kunnen rekenen van de U.W. – een splitsing van solidariteit waarin de intelectuelen een belangrijke rol spelen – die beiden grondige meningsverschillen hebben o.m. over de wet op de zwangerschaponderbreking en over de nieuwe grondwet die voorheen ook door de verkozenen van de UW werd goedgekeurd.

Servië-Parlement-21/9/1997

Tijdens deze verkiezingen behaalde de regeringscoalitie van Slobodan Milosivic (socialistische partij – SPS), Joego-slavisch Links (JUL – neo-communisten) en de nieuwe democratie (ND – liberaal) 110 van de 250 zetels wat 16 minder maakt dan een absolute meerderheid. De Servische radicale partij (SPS – extreem-rechts) van de nationalistische voorman Vojislav Seselj bekwam 82 zetels. De Servische vernieuwingspartij (SPO) rechts-natio-. nalistisch van Vuk Draskovic kreeg 45 zetels terwijl vijf kleine partijen zich de overige 13 zetels verdeelden.

Duitsland – Deelstaat – 21/9/97

In de verkiezingen in de regio Hamburg, de rijkste deelstaat van Duitsland, bekwamen de aan de macht zijnde sociaal-democraten (SPD) de laagste score sinds een halve eeuw. De burgemeester van Hamburg, Henning Voscherau, die aankondigde als regionale regeringsleider te zullen aftreden als zijn partij het aantal stemmen van de vorige verkiezingen niet zou halen, moest zich met 36, 2 % en een verlies van 2 procent tevreden stellen. De CDU van Helmut Kohl ging licht vooruit en behaalde30,7 %, wat, één jaar voor de nationale verkiezingen, als een aanmoediging beschouwd wordt. De Groenen hielden met 13,9 % stand. Er werden niet minder dan door een half dozijn extreem rechtse partijen kandidaten ingediend waarvan de sterkste partij (DVU – neo Fascistisch) juist onder de kiesdrempel van 5 % bleef. De SPD en de Groenen hebben bekend gemaakt samen te zullen regeren

Zwitserland – Referenda – 28/9/1997

De Zwitserse kiezers werden opgeroepen om zich, in een referendum op volksinitiatief, uit te spreken over twee problemen.

Een comité “Jeugd zonder drugs” dat onder deze misleidende naam door alle conservatieve organisaties werd gesteund, riep de bevolking op zich uit te spreken voor de opschorting van een experimenteel programma voor de behandeling van een heroïneverslaafden onder dokters-begeleiding. De kiezers verwierpen met 70,6 % dit rechtse standpunt.

Dezelfde dag spraken de Zwitsers zich eveneens uit over een beslissing van het parlement om de vergoeding voor de werklozen met 1 % tot 3 % te verminderen. Rekening met de aangroei van het aantal werklozen (van 18.000 in 1990 naar 200.000 in 1997) wilde de regering op de rug van de werklozen 9 miljard B.fr. uitsparen. Linkse partijen en vakbonden die deze maatregel als een aanslag op de sociale zekerheid beschouwen hadden de kiezers opgeroepen zich hiertegen te verzetten. Met 50,8 % van de stemmen werd de regeringsmaatregel verworpen.

De uitslag van deze referanda wijst er op dat de Zwitserse kiezers een gezonde reactie hebben en dat, in uiterste nood, een referendum een ultieme maatregel kan zijn om autoritaire beslissingen van een regering of standpunten van conservatieven te verwerpen.

Oostenrijk – Deelstaat – 5/10/97

De sociaal-democratische partij (SPO) van Kanselier Viktor verloor bij de regionale verkiezingen in Hoog Oostenrijk 4 % van haar stemmen t.o.v. 1991 om 27 % te behouden. De conservatieven (OVP), bondgenoten van de sociaaldemocraten op nationaal vlak, bleven met 42,7 % de sterkste partij van de regio ondanks hun terugloop met 2,5 %.

Winnaar was eens te meer de extreem rechtse nationalistische partij (FPO) van Jörg Haider die met 20,6 % een winst boekt van 2,9 %.

Ook de Groenen klommen op van 2,6 % naar 5,8 % en overschrijden dus de kiesdrempel en zullen dus vertegenwoordigd zijn in het regionaal parlement.

T0P…PUNT

Johan Van Hecke, die om privé redenen als voorzitter van de CVP door zijn partij aan de kant werd gezet is door de Europese Volkspartij (EVP), onder impuls van Wilfried Martens benoemd tot directeur van een christen-democratisch vormingscentrum in en voor Afrika. Vlaanderen zendt dus opnieuw zijn zonen uit. Naar goede oude gewoonte gaan de “blanken”. met hun paternalistische benadering, de “zwartjes” het nog eens gaan uitleggen hoe en wat ze moeten doen.

Maakt deze vorm van aanpak deel uit van de “nieuwe politieke cultuur? “.

Algerije – Gemeenten – 23/10/97

Ondanks de verschillende moordpartijen die door de fundamentalistische GIA werden uitgevoerd om de verkiezingen te belemmeren zijn deze toch doorgegaan. De nationale democratische vereninging (RDN) van president Zeroual, die ook reeds de parlementsverkiezingen won, blijkt 55 % van de zetels behaald te hebben… Met meer dan de helft van de te verkiezen zetels (7.442 op de 13.123 te begeven zetels), gaat ze het nationaal bevrijdingsfront (FNL – de vroegere eenheidspartij) vooraf. ( 2864 zetels) Vervolgens komen de beweging van de maatschappij voor vrede (MSP – ex-Harnas) (890 zetels), het front van socialistische krachten (FFS) (645 zetels), de vereniging voor cultuur en democratie (RCD)(444 zetels), de islamitische partij Ennahda (290 zetels) en onafhankelijken (508 zetels). Voor de departementele raden bekwam de RND – 986 zetels op de 1880, voor het FLN (373) en het MSP ( 260 zetels). De opkomst van de kiezers lag eerder aan de lage kant. Daar waar in de stad Algiers deze onder de 40 % zou gelegen hebben zou deze in de landelijke gemeeten toch opgelopen zijn tot rond de 70 %. Alle oppositiepartijen betwisten de eerlijkheid van de verkiezingen en wordt de regeringspartij verweten bedrog te hebben gepleegd. Als protest hiertegen werden in verschillende steden , (uit Algiers werden in de t.v. hierover beelden getoond) protestbetogingen gehouden. President Liamine Zeroual heeft met de uitslag van deze verkiezingen de volledige en absolute macht in handen. De Raad van de Natie – een soort supersenaat – die eerstdaags zal worden opgericht zal namelijk samengesteld zijn uit de vertegenwoordigers van de locale en departementele raden. Een politi verantwoordelijke zegde terecht “Nooit voorheen heeft een staatshoofd beschikt over een dergelijke macht”.

Ondertussen gaan de massamoorden verder en blijkt de regering niet in staat hieraan een einde te stellen.

Informatie en commentaar: André De Smet