Verkiezingen

Een ernstige waarschuwing

Op zondag 9 februari 1997, liepen de democraten van het Zuid-Franse stadje Vitrolles een historische nederlaag op. Tijdens de eerste stemronde op 2/2 behaalde Catherine Megret – de echtgenote van Bruno Megret, de nr. 2 van het extreem-rechtse Front National die geen kandidaat kon zijn 46,69 % van de stemmen (42,89 % in 1995) tegen 36,99 % voor de gewezen socialistische burgemeester Anglade (45,02 % in 1995) en 16,30 % voor Guichard, kandidaat van de regeringspartijen…

Tijdens de tweede ronde kreeg Catherine Megret (FN) 8.169 (52,48 %) stemmen en Anglade (PS en Linkse Unie) 7.397 (47,52 %).

De derde kandidaat Guichard had voor de tweede ronde zijn kandidatuur ingetrokken en de kiezers opgeroepen niet voor het F.N. te stemmen.

Een kandidaat van zijn lijst liep echter over naar het F.N. en uit de uitslagen blijkt dat sommige van zijn kiezers voor het F.N. of blanco hebben gestemd.

Na de steden Orange (F.N. 35,93 %), Toulon (F.N. 37,02%) en Marignane (F.N. 37,27 %), waar het Front National in een drieledige confrontatie de overwinning behaalde, en meteen de burgemeesterszetel, is Vitrolles de eerste stad waar het FN, alleen tegen alle andere partijen, de absolute meerderheid behaalde.

Het F.N. is in Vitrolles (40.000 inwoners) echter niet vanzelf gekomen. Aan de basis liggen ö.m. de steeds slechter wordende levensomstandigheden.

Een situatie zoals we die in de meeste Europese steden kennen en waar de vooruitgang van extreem-rechts niet denkbeeldig is.

Er is de grote werkloosheid (in Vitrolles 20 %), de slechte woontoestanden, de stijgende levensduurte, de crisis in het onderwijs en gezondheidszorg, de corruptie en de uit dit alles vloeiende gevolgen zoals drugs en veiligheids-perikelen.

Voor wat Vitrolles betreft moet erkend worden dat het Front National daar handig heeft op ingespeeld en, aansluitend, de terechte ontevredenheid en verontwaardiging van de bevolking heeft weten af te wentelen op de rug van de vreemdelingen. Zoals voor de nazi’s de joden de zondebok waren zijn het nu de migranten tegen wie de haat wordt aangewakkerd.

Ook in ons land werd eens, met betrekking tot de vooruitgang van het Vlaams Blok over een “zwarte zondag” gesproken. Hierop volgden een hele reeks goede intentieverklaringen. In de voorbije maanden hebben we echter moeten vaststellen dat aan de fundamentele problemen zoals de sociale afbraak, geen grondige oplossingen werden gebracht. Is het niet daar dat men extreem-rechts de wind uit de zeilen moet nemen? (ads)

Corruptie en extreem-rechts

In Frankrijk heeft het Hof van Cassatie de macht van de rechters aan banden gelegd. In zijn arrest van 6/2/97) ging het Hof van Cassatie er van uit dat “het geven van steekpenningen om van een minister of zijn ambtenaar een belastingaftrek of andere voordelen te bekomen niet als corruptie mag worden beschouwd zo ver als dit conform is aan de belangen van het bedrijf”. Ongelooflijk maar waar! Naar aanleiding van dat schandalig standpunt publiceerde de krant “Le Monde” (8/2/97) onderstaand cartoon van de tekenaar Plantu op zijn voorpagina.

“Het gerecht sluit de ogen voor het gesjoemel”

“Weldra zullen we zelf geen campagne meer nodig hebben om de verkiezingen te winnen”.

Madagascar – President – 29/12/97

Slechts op 31 januari werden de officiële uitslagen bekend gemaakt van de presidentsverkiezingen in Madagascar. Amper 49,66 % van de kiezers nam aan de tweede ronde deel. De gewezen president Didier Ratsiraka, die in 1991 werd afgezet en vervangen door Albert Zafy, won met 50,71 % van de stemmen of een meerderheid van 45.184 stemmen op zijn tegenstrever. Albert Zafy, die destijds het volksprotest leidde tegen Ratsiraka en in 1993 Ratsiraka in de presidentsverkiezingen versloeg moest zich tevreden stellen met 49,29 %.

Tsjetsjenië – President ■ 27/1/97

Na de 21 maanden durende oorlog die onder impuls van Boris Jeltsin in Tsjetsjenië werd gevoerd en waarbij tussen de 40.000 tot 80.000 doden vielen, dorpen in de as werden gelegd en de hoofdstad tot een ruïne herschapen, is men opnieuw van onderaan begonnen. Niet bij machte het volksverzet de kop in te drukken werd op initiatief van generaal Lebed, die korte tijd voorzitter was van de Russische veiligheidsraad, onderhandelingen gevoerd die op een wapenstilstand uitmondden. Hierbij werden verkiezingen voorzien maar zouden de besprekingen over het statuut van Tsjetsjenië, o.m. het probleem van de onafhankelijkheid, later gehouden worden.

De massale en enthousiaste opkomsten bij de verkiezingen (de kiescommissie schatte 400.000 kiesgerechtigden) zijn volgens de 72 waarnemers van de organisatie voor samenwerking in Europa (OVSE) op een democratische wijzen verlopen.

Uit de dertien presidentskandidaten was het Aslan Maschadov die met 59,3 % de overwinning behaalde. De jonge “held” Chomil Bonare, 23,5 % en de gewezen president Zelimbhan Landacbiiv 10 %.

De 45-jarige Maschadov, een gewezen officier in het sov-jet-leger, is de opperbevelhebber van het Tsjetsjeens verzet. Nadat Djokhar Doudaev, de vroegere president, door de Russen werd neergeschoten, was het Maschadov die het verzet bundelde en de Russen in Grosny een zware slag toebracht. Het was deze nederlaag die de Russen tot onderhandelingen dwong. Maschadov, een integere figuur, was de meest realistische van de dertien presidentskandidaten. Uit de opkomst en het enthousiasme, waarmede de bevolking aan de verkiezingen deeJnam, is het wel duidelijk dat ook voor hen de “onafhankelijkheid” van Tsjetsjenië het hoofdobjectief blijft.

Pakistan ■ Parlement ■ 3/2/97

In de vierde verkiezingen die sinds 1988 werden gehouden behaalde Nawaz Sharif, de leider van de moslimliga, met 134 (72 in 1993) zetels op de 202 de absolute meerheid. Zijn tegenstander Benazir Bhutto van de Pakistaanse Volkspartij bekwam slechts 18 zetels (134 in 1993), de onafhanke-lijken 50 (44 in 1993).

Van de 56 miljoen kiesgerechtigde Pakistani zijn er ongeveer 40 miljoen niet naar de stembus gegaan. Het ziet er dus naar uit dat, ondanks de catastrofale economische en sociale situatie, de bevolking geen heil ziet in verkiezingen. Dat zij geen keuze kan of wil maken tussen pest en cholera.

De rijke industrieel Nawas Sharif, de toekomstige premier, was reeds eerste minister tot 1993 toen hij, na beschuldiging van corruptie, de baan moest ruimen voor Benazir Bhutto die de daaropvolgende verkiezingen won, maar zij werd op haar beurt, door de president Farooq Leghari, iemand uit haar eigen partij, voor corruptie aan de dijk gezet. Haar echtgenoot Asif Ali Zaudari, die ze tot minister voor investeringen benoemde, bleek op alles en nog wat zijn percentjes te eisen en werd in de volksmond minster 20 % genoemd.

Vandaag zit hij in de gevangenis beschuldigd van moord op de broeder van Benazir. Ook familiaal ging het Benazir Bhutto niet voor de wind gezien haar eigen schoonzuster, Ghinva, de echtgenote van haar vermoorde broeder, binnen de PPP tegen haar in het geweer kwam en met de verkiezingen met een aparte lijst opkwam. Een andere kandidaat waarin heel wat verwahtiingen waren gesteld maar die geen enkele zetel veroverde was de gewezen nationale cricketkampioen Imran Khan. Khan die de schoonzoon is van de Brits-Franse miljardair Jimmy Goldsmith, beloofde met zijn “Beweging voor gerechtigheid” de corruptie te bestrijden maar is bij de bevolking weinig geloofwaardig overgekomen. De grote ziekte van Pakistan is de ongebreidelde macht van de militairen.

Het zwakke parlementair regime ten spijt zijn het zij die, achter de schermen, aan de touwtjes trekken. Het zijn ook zij die in de oorlog in Afghanistan een vuile rol spelen en de Talibans als hun werktuig gebruiken. Het feit dat 30 % van de staatsuitgaven van Pakistan naar defensie gaat maakt dit allemaal duidelijker. Met een buitenlandse schuld van 28 miljard dollar, een inflatie van 12,3 % en het feit dat 99 % van de Pakistani, in bijzonder de grote landeigenaars en industriëlen, geen belasting betalen, ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. Een volledige ommekeer is onontbeerlijk maar noch Sharif, noch Bhutto blijken hiervoor een oplossing te kunnen brengen. Hun verleden bevestigt dit.

Verkiezingen: informatie en commentaar André De Smet