Verkiezingen

Zuid-Afrika – Gemeenteraden -1/11/95

Uit de tot nu bekende uitslagen blijkt dat het aantal kiezers voor het ANC, t.o.v. de eerste parlementsverkiezingen van april ’94, gestegen is van 63 % tot 66,37 %. Het ANC behaalt de meerderheid in 400 gemeenteraden op de 661. In Johannesburg wint ze in 145 kiesdistrikten tegen 45 voor de Nationale Partij van Frederik De Klerk. Met 16,22 % op nationaal vlak blijft de NP. de eerste oppositieformatie. Ze verliest echter t.o.v. de parlementsverkiezingen waar ze 20,29 % behaalde. In de Westkaap behaalt het ANC nu zelfs meer zetels dan de Nationale Partij (35,5 % tegen 33,5 %) daar waar deze nog vorig jaar 55 % van de stemmen kreeg. Het Inkatha van Buthelezie (de verkiezingen in zijn streek Kwazalu-Natal zullen pas in maart plaats hebben) noteerde op nationaal vlak 0,71 %.

De extreme partijen zoals het Pan Afrikaans Kongres (Pac) bekwam 1,42 % en de Conservatieve Partij 1,15 %. De meerderheid van de blanke Afrikaners stemde voor het Front van de Vrijheid van de ex-generaal Voljoen die met 4,03 % zijn stemmenaantal verdubbelde. Tijdens deze gemeenteraadsverkiezingen werden eveneens veel onafhankelijken verkozen. De opkomst, zelfs rekening houdende dat de verkiezingen in drie provincies werden uitgesteld, bedroeg slechts 51,37 % tegenover 87 % vorig jaar. De reden hiervan is wellicht dat de mensen tot heden weinig verandering merken in hun bestaansvoorwaarden na de afschaffing van de apartheid.

Bulgarije – Gemeenteraden – 29/10/95

De Bulgaarse Socialistische Partij (ex-Kommunisten) behaalde met 40 % een belangrijke overwinning bij de lokale verkiezingen.

De Unie van Demokratische krachten (UDK), de belangrijkste oppositiepartij moest zich tevreden stellen met 25 %.

Canada – Referendum – 30/10/95

Het referendum over de onafhankelijkheid van Québec (een kwart van de bevolking van Canada) werd een spannend duel tussen de voor- en tegenstanders van de afscheiding. 82 % van de bevolking is Franstalig en de leiders van de provincie verwijten de Engelstalige meerderheid van Canada haar belangen te benadeligen. De opkomst van de kiezers lag heel hoog : 93 % tegenover 85,5 % in de voorgaande volksraadpleging in 1980. De tegenstanders van de afscheiding behaalden 49,44 % van de ingeschreven kiezers.

De voorstanders behaalden 4,7 miljoen van de uitgebrachte stemmen en hadden slechts 53.000 stemmen tekort om hun slag in huis te halen.

De 1,82% vernietigde stemmen was kleiner dan de overwinningsmarge.

De eerste minister van Québec, Jacques Parizeau, gaf ontslag en werd opgevolgd door Lucien Bouchard die de bezieler was van de kampagne voor de afscheiding.

Kroatië – Parlement – 31/10/95

De verkiezingen in Kroatië werden gekenmerkt door heel wat onregelmatigheden.

Met deze vervroegde verkiezingen was het President Tudjman om te doen de militaire overwinningen in West-Slavonië en de Krajina te verzilveren.

Het zetelaantal dat vroeger voor de Servische minderheid was vastgelegd op 12 werd teruggebracht op 3. Praktisch een half miljoen Kroaten die in het buitenland verblijven, waaronder de 350.000 Kroaten die in Bosnië-Herzegovina wonen, namen eveneens aan de verkiezingen deel. Waarnemers stelden vast dat deze laatsten zich zelf niet moesten legitimeren voor de stemverrichtingen. Gans de kampagne werd gevoerd met overal aangebrachte reuze foto’s van President Tudjman zodat vele kiezers geen onderscheid wisten te maken of het nu wel om parlements- of presidentsverkiezingen ging.

De andere partijen kregen evenmin de kans om voor de TV of in de radio hun programma bekend te maken. Uiteindelijk behaalde de Kroatische Demokratische Unie (HDZ) van Tudjman met 44,82 % van de stemmen, 75 van de 127 zetels. Hiervan gaan er 12 naar de Kroatische diaspora, in bijzonder Kroaten die in Bosnië wonen. De coalitie van de oppositie behaalde 16 zetels voor de Boerenpartij, 16 voor de Sociaal Liberale Partij, 10 voor de Sociaal Demokratische Partij (ex kommunisten). De extreem rechtse partij behaalde 4 zetels, de partij van Istrië 2 en enkele gingen naar onafhankelijken. Uiteindelijk heeft Tudjman dan toch niet de verwachte tweederde meerderheid behaald die hem moest toelaten de grondwet te wijzigen en zich als president voor het leven te laten uitroepen. Gesterkt door zijn overwinning liet Franjo Tudjman de Bosnisch-Kroatische generaal Tihomor Blaskic, beschuldigd voor misdaden tegen de mensheid, toch tot een belangrijke post in het leger van Zagreb benoemen.

Georgië – President – 5/11/95

De opkomst bij deze verkiezingen bedroeg 64,25 procent. De provincies Abchasië (die zich onafhankelijk verklaarde) en Zuid-Ossetië namen aan deze stemming niet deel. Eduard Sjeverdnadze, de gewezen minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjetunie, behaalde 70 % van de stemmen en versloeg met een aanzienlijke voorsprong zijn rivaal Dzjumber Patiashvili, een man die destijds Sjeverdnadze aan het hoofd van de K.P. van Georgië opvolgde, toen deze Minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjetunie werd.

Algerije – President -16/11/95

Ondanks de bedreigingen van de Islamitische terreurgroepen tegen al diegene die aan de verkiezingen zouden deelnemen, was de opkomst van de kiezers, 74,92 % in Algerije en 67,01 % in Frankrijk zeer bevredigend. De uittredende president Liamine Zroual behaalde 61,34 % van de stemmen gevolgd door Mahfoud Nahah, (voorzitter van de Islamitische Beweging) (MSI Harnas) met 25,38 %, Saïd Sadi – sekretaris van de Beweging voor cultuur en demokratie (RCD) met 9,29 % en Noureddine Boukrouh (voorzitter van de Partij voor de Algerijnse hernieuwing) (PRA) met 3,78 % van de uitgebrachte stemmen.

Het Islamitisch Heilsfront (FIS), het Front van de Soci tische Krachten (FFS) en de vroegere eenheidspartij Nationaal Bevrijdingsfront (FLN) hadden de kiezers o roepen niet aan de stemming deel te nemen. Aan de voorgaande verkiezingen op 26 december 1 namen slechts 59 % van de ingeschreven kiezers deel bi eerste stemronde.

Het FIS behaalde er met 3.260.222 stemmen 188 zetels FLN met 1.612.967 stemmen 25 zetels, het FFS met 510.000 stemmen 25 zetels en het RDC, PRA en het MSI Harnas met 200 a 300.000 stemmen geen enkele zetel. De toenmalige regering verbood de tweede stemronde en riep, in overleg met het leger, de staat van beleg uit. Sindsdien werd door de gewapende arm van het FIS en pet afgescheurde GIA een ware terreurkampagne op gezet. Dit geweld en het optreden van leger en politie zorgden reeds voor 40 a 50.000 slachtoffers.

De massale deelname van de Algerijnen aan de Presidentsverkiezingen is zeker het bewijs dat de Algerijnen op vrede wachten. Mogelijks geeft dit nieuwe feit de dialoog eindelijk een kans.

Polen – President ■ 5-19/11/95

Tijdens de eerste stemronde behaalde de ex-kommunist Alexander Kwasniewski met 35,11 % de meeste stemmen. De uittredende President Lech Walesa werd tweede 33,11 %. Verder volgde Jecek Kuron, voormalig dissident en gewezen minister van arbeid met 9,22 % op de derde plaats. De vroegere premier Jan Olszewki volgde met 6,68, Waldemar Pawlak van de Boerenpartij met 4,31 en de ombudsman van de mensenrechten kommissie Tadeusz Zielinski met 3,53 %. De opkomst van de kiezers bedroeg 64,79 %. Tijdens de tweede ronde behaalde Kwasniewski uiteindelijk de overwinning met 51,72 tegenover 48,26 % voor Walesa (75 % in 1990). Met uitzondering van de Boerenpartij hadden alle andere partijen opgeroepen voor Walesa te stemmen. De opkomst bedroeg 68,23 % of ± 4 % meer dan tijdens de eerste ronde.

De primitieve anti-kommunistische kampagne van Lech Walesa en zijn bondgenoten en de uiterst aktieve inmenging van de Poolse Kerk hebben niet kunnen verhinderen dat Kwasniewski de overwinning behaalde. Hiervoor zijn verschillende redenen.

Velen hebben zeker in eerste instantie tegen Walesa [gestemd om de arrogante wijze waarop hij zich tijdens zijn presidentieel mandaat gedragen heeft. Anderen stemden tegen de inmenging van de kerk in de politiek (o.a. (aar houding tegen de zwangerschaponderbreking). De leeftijd en een dynamische aanpak speelden in het voordeel van Kwasniewski. Zijn Sociaal Demokratische Partij, die met de Boerenpartij in het Parlement de meerderheid heeft en dus de regering vormt hebben het enigszins beter gedaan als hun voorgangers, de bondgenoten van Walesa. Een element dat zeker eveneens bij een deel van de bevolking heeft meegespeeld is de nostalgie van het verleden. Het terugdenken aan het verleden dat de gewone man meer zekerheid bood en waarin ze een reeks sociale voordelen hadden die nu worden afgeknaagd. Of Kwasniewski, die reeds pleit voor de aansluiting bij de Europese Unie en de NAVO, aan deze verwachtingen) zal beantwoorden is wel een andere vraag.

De brutale daling van de Beurs van Warschau, de dag na de verkiezingsuitslag, wijst er op dat hem niet veel bewegingsvrijheid gegund zal zijn.

Een mandaat van vijf jaar.

De Poolse President wordt verkozen voor een mandaat van vijf jaar dat eenmaal kan hernieuwd worden. Zijn verantwoordelijkheid bestaat o.m. in de eerste minister te benoemen, hij is het hoofd van het leger en oefent ook het algemeen bestuur uit in de domeinen van de buitenlandse politiek. Hij duidt de voorzitter aan van de Centrale Bank, benoemt de ambassadeurs en beschikt over enkele wettelijke initiatieven. Zo heeft hij een recht van veto t.o.v. parlementaire beslissingen waarmede hij het niet eens is. In twee gevallen kan het Parlement, bestaande uit de Diete en de Senaat, door de president ontbonden worden o.m. wanneer deze er niet in slaagt de begroting te stemmen of binnen de drie maand een regering te vormen. De macht van de president was herhaaldelijk de bron van twistpunten tussen Lech Walesa en de linkse regering.

Spanje – Catalonië -19/11/95

Bij de regionale verkiezingen betaalde de regeringspartij van Jordi Pujol zijn onvoorwaardelijke steun aan de federale regering van Felipe Gonzales.

Hij verloor de absolute meerderheid in het deelparlement. Op de 135 zetels behaalde de Nationalistische Catalaanse Partij (CIU) van Pujol 60 zetels (- 10). De socialisten (PSOE) 34 (- 6). De rechtse volkspartij 17 (- 10). Verenigd Links 11 (+ 4) en de Links Nationalisten 13 (+ 2). De opkomst bedroeg 63,6 % of 9 punten meer dan in 1992. Jordi Pujol hoopt op de steun van PSOE, een wederdienst, om aldus met een minderheidsregering aan de macht te blijven.

Ecuador – Referendum – 26/11/95

De inwoners van Equator moesten zich in een referendum uitspreken over elf vragen die door de regering over verschillende ekonomische, sociale en politieke problemen gesteld worden.

De meerderheid van 6,5 miljoen kiezers antwoordden neen op alle gestelde vragen.

Voor de privatisering van de sociale zekerheid behaalde neen 58 % van de stemmen en tegen de ekonomische decentralisatie was dit 52 %. De neen stemmers weigerden eveneens meer macht te verlenen aan de President die o.m. het recht opeiste om het Parlement te kunnen ontbinden als hij dit nodig acht.

De neen kampagne werd gevoerd door een koördinatie van volksbewegingen, de vakbonden en boerenorganisaties en de konfederatie van Indiaanse nationaliteiten. In Ecuador bestaat stemplicht.

Ierland – Referendum – 26/11/95

In het referendum voor de goedkeuring van een wet die de echtscheiding toelaat stemden 50,23 % ja en 49,77 % neen. Dit maakt op 1,6 miljoen uitgebrachte stemmen een meerderheid van 9.118 stemmen.

Dit was uiteindelijk het resultaat na een tweede hertelling waarbij 2.000 stemmen, uit een distrikt in Dublin, het resultaat van de ja stem kwamen bevestigen. De Paus en moeder Theresa hadden opgeroepen om neen te stemmen.

Oostenrijk – Parlement -17/12/95

De socialistische-demokratische koalitieregering strandde op de door de voorzitter van de laatste partij, Wolfgang Scheussel, geëiste soberheidspolitiek. De hieruit voortvloeiende verkiezingen brachten echter de overwinning van de partij van de socialistische premier Franz Vranitsky. De uitslag ziet er als volgt uit. De Sociaal Demokraten (SPOe) behaalden 72 zetels (65 in 1994), de Katholieke Volkspartij (OeVP) 53 zetels (52 in 1994), de extreem rechtse Liberale Partij van Joerg Haider 41 zetels (42 in 1994), het Liberaal Forum 9 zetels (11 in 1994) en de Groenen 8 (13 in 1994).

Men had een opgang van de extreem rechtse partij van Joerg Haider gevreesd maar de aktieve kampagne van de socialisten, liberalen en groenen heeft er zeker toe bijgedragen om dit te verhinderen.

Rusland – Parlement -17/12/95

De Douma – Kamer van volksvertegenwoordigers – wordt verkozen voor vier jaar. Deze is samengesteld uit 450 leden waarvan 225 proportioneel verdeeld worden volgens de nationale lijsten die de kiesdrempel van 5 % overschrijden. De andere 225 worden verdeeld volgens het meerderheidsstelsel per distrikt.

Er waren 2.700 kandidaten en 43 nationale lijsten. De verkiezingen werden gekenmerkt door een overwinning van de Kommunisten die hun stemmenaantal t.o.v. de vorige verkiezingen verdubbelden. Slechts 4 partijen overschreden de kiesdrempel van 5 %. De uitslag ziet er als volgt uit: Kommunisten: 22,31 %; Extreem-rechtse liberalen van Jirinovski: 11,06 % (of de helft van de stemmen in 1993); de regeringspartij “Ons Huis Rusland”: 9,89 % en de partij van Gugoui lavlinski Jabloko: 6,33 %.

Eveneens rekening houdende met het aantal verkozenen volgens het meerderheidsstelsel per kiesdistrikt ziet de zetelverdeling er als volgt uit:

LINKS: in het totaal 196 verkozenen, verdeeld als volgt: Kommunistische Partij van Rusland: 158 zetels; Boerenpartij: 20 zetels; Macht aan het volk: 9 zetels; Kongres van Rusische Kommunisten (KRO): 5 zetels; Kommunisten van de USSR-Rusland van de arbeid: 1 zetel; Mijn vaderland: 1 zetel; Blok van Stanislav Govoroukhine: 1 zetel; Syndikaten en bedrijfsleiders van Rusland: 1 zetel. ONAFHANKELIJKEN: 78 verkozenen. (Waarvan volgens de Russische analisten er 21 bij de Kommunisten aanleunen.) CENTRUM: 10 verkozenen. Vrouwen van Rusland 3; Blok van Rybkine: 3; Partij voor zelfbestuur van de werkers: 1; Omvorming van het vaderland: 1; Partij voor eenheid en verstandhouding: 1 en Groep 89: 1 zetel. RECHTS: 115 verkozenen: Ons Huis Rusland (de partij van Premier Tsjernomyzdin) 54 zetels; Demokratische Keuzen: 9 zetels; Rusland voorwaarts: 3 zetels; Koalitie van Ella Panf ilova 2 zetels; Gemeenschappelijke keuze: 1 zetel; Partij van de ekonomische vrijheid: 1 zetel.

EXTREEM-RECHTS: de Liberale Demokratische partij van Rusland (Vlademir Zjirinovski) 51 zetels. De opkomst bedroeg 65 % (58 % in 1993). De K.P. beschikt over een derde van de zetels en benadert met haar bondgenoten bijna de helft van de zetels in de Douma. In een interview in L’Humanité (19/12) spreekt Geunnadi Ziouganov, de voorzitter van de K.P., zich uit voor het aftreden van de regering en wijst er op dat zijn politieke formatie, met uitzondering van de extreem-rechtse partij van Zjirinovski, met alle krachten wil samenwerken voor het verwezenlijken van de nodige sociale en ekonomische garanties voor de bevolking. President Jeltsin, ondanks zijn moorddadige oorlog in Tsjetsjenië, heeft het voorstel van Ziouganov reeds afgewezen.

Tegen alle demokratische spelregels in zal Tsar Boris met de uitspraak van de bevolking geen rekening houden.

Haïti-President-17/12/95

De kandidaat van de Lavalas beweging, de vijfenvijftig jarige René Preval, won de presidentsverkiezingen. Volgens de officiële uitslagen bekwam hij 818.000 stemmen of 87,8 %. Slechts 28 % van de 3,7 miljoen kiezers nam aan de verkiezingen deel.

De onafhankelijke kandidaat, Leon Lejeune, gewezen chef van de nationale politie, behaalde 2,5 % en de sociaal demokraat Victor Benoit 2,3 % van de stemmen. Het groot aantal onthoudingen vindt zijn oorzaak in de ontgoocheling van de Haïtianen over het gebrek aan enige verbetering sinds het einde van de diktatuur. Gezien de grondwet Aristide verbood naar een tweede mandaat te dingen was er onder de bevolking een grote ontevredenheid. Ze hadden gewenst dat Aristide zijn huidig ambtstermijn zou kunnen verlengd hebben met de drie jaar, de tijd die hij in ballingschap verbleef.

Turkije – Parlement – 26/12/95

Er stonden 550 zetels te veroveren. De goedkeuring van de de Europese Unie, een geschenk aan de rechtse premier Ciller, heeft niet kunnen verhinderen dat de Islamitische partij de overwinning behaalde.

De Partij van de vooruitgang (RP) van N. Erbakan (islamitisch) kreeg 21,32% van de stemmen en 158 zetels. De Partij van de juiste weg (DYP) van Premier Ciller (rechts) 19,20 % en 135 zetels. De Partij van het Moederland (ANAP) van Myilman (rechts) 19,66 % en 132 zetels. De Partij van Demokratisch links (DSP) van B. Ecevit (links nationalistisch) 14,65 % en 75 zetels. De Republikeinse Volkspartij (CHP) van D. Baykal (sociaal-demokratisch) 10,71 % en 50 zetels. Door de regering Ciller werd, op de valreep, voor de ontbinding van het parlement een nieuwe kiesdrempel van 10 % goedgekeurd. Dit betekent dat een Koerdische partij wel in de verschillende distrikten van Oost-Turkije 20 tot 50 % van de sternen behaalde maar op nationaal vlak onder de kiesdrempel bleef.

OP MAAT GESNEDEN…

Het Belgische parlement heeft destijds een regeling uitgewerkt voor de subsidiëring van de politieke partijen en een beperking van de uitgaven bij verkiezingen. Toch werd tijdens de verkiezingen van 21 mei 1995 door de politieke partijen zo maar eventjes één miljard frank uitgegeven.

De CVP-senatrice, Sabine de Bethune, staat hierbij met 4,29 miljoen frank verkiezingsuitgaven aan de top.