Verkiezingen

Op maat gesneden

Monsterverbond in Tsjechië

Na de ontbinding van het Tsjechische parlement als gevolg van de financiële schandalen rond de ODS, de partij van ex-premier Vaclav Klaus, wonnen de sociaal-democraten (CSSD) van Milos de verkiezingen. De CSSD behaalde 74 en de ODS 63 van de 200 parlementszetels. Zeman, die de steun van de communisten afwees, hield coalitiebesprekingen met twee kleine centrum rechtse partijen die mislukten. Nu sloot hij een akkoord, een monsterverbond af met de rechtse ODS van Vaclav Klaus.

De sociaal-democraten van Milos Zeman zullen een minderheidsregering kunnen vormen die door de partij van Vaclav Klaus zal gedoogd worden. Zijn rechtse partij beloofde zelf in de kabinetsperiode van vier jaar geen enkele motie van wantrouwen te zullen indienen. De ODS van Klaus krijgt als tegenprestatie het voorzitterschap van de kamer en de senaat zoals tevens het voorzitterschap van de begrotingscommissie. Klaus zit zo dus in een zetel wat hem zal toelaten de sociaal-democraten na vier jaar uit de regering te wippen. Beide partijen, willen binnen de twaalf maanden, eveneens een nieuwe kieswet doordrukken. Het is de bedoeling de proportionele vertegenwoordiging op de helling te zetten en te streven naar een soort twee partijen stelsel. Bovendien zou de kiesdrempel aanzienlijk opgetrokken worden om de kleinere partijen uit het parlement te houden. De twee partijen zijn eveneens weinig ingenomen met de houding van president Vaclav Havel die volgens hen te veel invloed heeft op de politieke besluitvorming. Men vermoedt dat ze eveneens Havel willen neutraliseren om, gezien de zwakke gezondheidstoestand van de president, aan het presidentschap nog slechts een ceremoniële betekenis te geven.

Tsjechië – Parlement – 20/6/98

Ongeveer 70% van de kiezers bracht zijn stem uit in de parlementsverkiezingen die werden gehouden als gevolg van het ontslag van de coalitie van premier Vaclav Klaus. Dit ontslag was het logisch gevolg van een schandaal rond illegale subsidies aan zijn partij, de democratische burger-partij (ODS).

Verschillende van zijn ministers scheidden zich van het ODS om de Vrijheidsunie op te richten. De sociaal-democratische partij (CSSDS) van Milos Zeman behaalde 32,3 % van de stemmen wat neerkomt op 74 van de 200 te begeven zetels.

De democratische burgerpartij (ODS) van ex-premier Vaclav Klaus bekwam 27,7 % van de stemmen en 63 zetels. De vrijheidsunie kreeg 8,6 % en 19 zetels. De communisten haalden 11 % en 24 zetels. De christen-democratische KDU-CSC van Jozef Lux, een mogelijke regeringspartner voor de socialisten, 9 % en 20 zetels.

De ultra rechtse republikeinse partij haalde de kiesdrempel van 5 % niet wat eveneens het geval was voor de partij van de gepensioneerden (DZJ) van wie nochtans in de opiniepeilingen was voorspeld dat ze hoog zou scoren.

Colombia – President – 21/6/98

Tijdens de tweede stemronde behaalde Andrés Pastrana Arango, de conservatieve kandidaat, 50,53 % van de stemmen tegen 46,48 % voor zijn rivaal, de liberaal Horacio Serpa die gesteund werd door de aftredende president Ernesto Samper die, na zijn verkiezing in 1994, beschuldigd werd geld te hebben gekregen voor zijn kiescampagne van de drugsmaffia.

Met 58,9 % van de ingeschreven kiezers werd de hoogste opkomst uit de geschiedenis bereikt (slechts 43 % in 1994). Om zijn aangegane verbintenis met de bevrijdingsbeweging, die 40 procent van het grondgebied controleert, kreeg Pastrana de steun van de nobelprijs de schrijver Gabriel Garcia Marquez, (nochtans bekend als een progressist) maar tevens ook van het leger van de revolutionaire krachten (FARC), de belangrijkste guerrilla gekend om zijn communistische strekking. Tijdens de laatste vijftien jaar werden 3000 leden van de patriottische unie, de politieke arm van het FARC, vermoord. Alle politieke leiders die in het verleden een alternatief voorstonden van de traditionele liberale-conservatieve politiek werden omgebracht o.m. Jorge Eliaer Geutan (1948), Jaime Pardo Leal (1987), Luis Carlos Galan (1989), Bernardo Jaramillo (1990) en Varlos Pisarra (1990). Tijdens de eerste ronde boekte een derde kandidaat met ± 20 % een opmerkelijk resultaat. Mevrouw Noëmie Samin was voorheen driemaal minister en ambassadeur in Groot-Brittannië. Ze gaf als dusdanig vorig jaar ontslag als protest tegen de politiek van Samper. Velen noemen haar het alternatief van de derde macht.

Colombia wordt gekenmerkt door een werkelijk morele crisis. Twintig politieke leiders, o.w. een minister en een gewezen procureur van de republiek, werden veroordeeld in het kader van een proces over de financiering van de campagne van de gewezen president Samper. Dertig anderen worden voor andere feiten vervolgd.

Ondertussen war er, op 9 juli, een ontmoeting tussen de nieuwe president Andres Pastrona en Manuel Mamlanda, de leider van de revolutionaire krachten van Colombia (F.A.R.C), “ergens in Colombia”, d.w.z. in de bevrijde gebieden waar Mamlanda sinds veertig jaar verblijft. Het blijkt dat er zou besloten zijn binnen de 90 volgende dagen onderhandelingen aan te vatten.

Togo – President – 21/6/98

De dictator, de generaal Gnassinghe Eydadéma, die in 1967 als eerste sergeant met een staatsgreep aan de markt kwam en sindsdien met harde hand regeert, werd volgens regeringscijfers verkozen met 52,13% van de stemmen tegen 34,6 % voor zijn belangrijkste tegenstrever Gilchrist Olympio.

De opkomst bedroeg 68,9 % van de ingeschreven kiezers. Bij de door de regering vrijgegeven cijfers worden veel, veel vragen gesteld. Achtenveertig uur voor de afsluiting van de verkiezingen maakte de minister van binnenlandse zaken bekend dat zijn diensten de centralisatie van de verkiezingsuitslagen zou waarnemen. Meteen werd de nationale verkiezingscommissie buiten spel gesteld. Voorheen had de voorzitster van deze commissie reeds ontslag genomen gevolgd door andere leden die allen verklaarden onder druk te zijn gezet.

Vooraleer de overheid de telling van kiesbrieven naar zich had toegetrokken was uit de eerste uitslagen reeds gebleken dat in de hoofdstad Lomé 80 % voor de kandidaat Olympio en slechts 20 % voor generaal Eydadéma hadden gestemd.

De Europese Unie die de organisatie van deze verkiezingen financierde gaat er eveneens van uit dat hier bedrog werd gepleegd.

Gilchrist Olympio is de zoon van de eerste president van Togo die tijdens de militaire staatsgreep door de eerste sergeant, nu generaal Eydadéma in 1967 werd vermoord. In 1992 ontsnapte hij zelf aan een aanslag en verblijft sindsdien in Ghana.

Portugal – Referendum – 28/6/98

Aan het referendum dat over de door het parlement gestemde wet over de zwangerschapsonderbreking werd gehouden, namen slechts 30 % van de 8,5 miljoen ingeschreven kiezers deel.

In Portugal, waar twee op drie mensen katholiek zijn, stemden 49 % ja voor abortus en 51 % neen. In het noorden van het land behaalde ‘neen’ de meerderheid terwijl in het zuiden van het land ‘ja’ de meerderheid bekwam. De zwangerschapsonderbreking werd in 1984 ingevoerd na de omverwerping van de militaire dictatuur die veertig jaar duurde. Abortus was echter slechts toegelaten wanneer het leven van de moeder in gevaar is of de foetus zware letsels vertoonde. Door dat deze formule zeer restrictief wordt toegepast werden in Portugal, waar ± 5 miljoen vrouwen leven, in het laatste jaar slechts 350 zwangerschapsonderbrekingen uitgevoerd. Het overgrote deel van de vrouwen neemt dan ook zijn toevlucht tot een illegale abortus of gaat naar Spanje waar de wet op de zwangerschapsonderbreking veel soepeler is.

De socialisten die de regering vormen waren verdeeld. De socialistische premier, die ondertussen de wet heeft ingetrokken, is namelijk een pratikerend katholiek. Van alle partijen die nochtans de wet in het parlement gestemd hadden was de communistische partij de enige om propaganda te voeren om “ja” te stemmen.

Cambodja – Parlement – 26/7/98

Deze vervroegde verkiezingen waren het gevolg van een tot een militaire botsing gegroeide tegenstelling tussen de twee eerste ministers, prins Norodim Ranariddh, zoon van koning Norodim Sihanouk en Hun Sen de leider van Volkspartij van Cambodja (CCP).

De eerste had, om zijn positie tegen Hun Sen te verstevigen, contact opgenomen met sommige leiders van de Rode Khmers met als gevolg het gewapend conflict tussen beide eerste ministers.

Tijdens de gevechten die hierop volgden vluchtte de prins premier naar Thailand.

De overgrote meerderheid var zijn partij, het Funcinpec, vormde niettemin met Hun Sen de nieuwe regering die de verkiezingen uitschreef.

Ondertussen werd prins Ranariddh vervolgd en tot dertig jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Zijn vader, koning Norodim Sihanouk, verleede hem echter amnestie zodat hij aan de verkiezingen kon deelnemen. De officiële uitslag die op 5/8 werd bekend gemaakt ziet er als volgt uit: de Volkspartij van Hun Sen behaalde 2,03 miljoen stemmen (41,4 %) en 64 van de 122 te verdelen zetels.

Het royalistische Funcipec van Ranariddh 1,55 miljoen (31,7 %) en 43 zetels.

De liberale Sam Rainsy Partij van de gewezen minister van Financiën , die zich afscheurde van het Funcinpec 699,653 (14 %) en 15 zetels. Deze Sam Rainsy werpt zich op als de aartsvijand van de twee gewezen eerste ministers en van het buurland Vietnam.

De buitenlandse waarnemers – alleen uit de Europese Unie waren er reeds 500 bevestigden in tegenstelling tot wat Ranariddh en Sam Rainsy beweren dat de verkiezingen vrij en eerlijk verlopen zijn.

Enkel Washington staat sceptisch t.o.v. de uitslag. Het is goed er aan te herinneren dat de V.S., tijdens de Vietnam oorlog, Sihanouk aan de dijk zette en hem verving door de collaborerende Generaal Lon Nol. Met als gevolg dat later de Rode Khmers aan de macht kwamen en Pol Pot zijn schrikbewind kon uitvoeren waarbij meer dan één miljoen mensen het leven verloren. Met kan evenmin vergeten dat de VS. -, nadat de Vietnamezen het Pol Pot regime een zware slag toebrachten en het land in grote mate bevrijdde -, met Sihanouk en China, de zijde koos van de Rode Khmers en deze laatste de zetel van Cambodja in de V.N. kreeg.

Het feit dat 90 % van de 4,9 miljoen kiezers kwam opdagen is wel een bewijs dat het Cambodjaanse volk meer zekerheid en vrede wil. De deelname van 39 partijen zorgde wel voor versnippering van de stemmen maar slechts drie partijen behaalden verkozenen.

Alhoewel Hun Sen met 64 op de 122 zetels over een absolute meerderheid beschikt vereist de grondwet dat de regering over 82 zetels zou beschikken. Het CPP zal dus een coalitiepartner moeten zoeken.

Japan – Senaat -12/7/98

Tijdens deze verkiezingen moesten 126 van de 252 hoger-huiszetels (senaat) verkozen worden. De opkomst van de kiezers lag met 59 % beduidend hoger dan de 44 % in 1994. (65% in 1988)

De democraten, de grootste oppositiepartij en de communisten waren de grote overwinnaars. De regerende Liberaal Democratische Partij (LDP) behaalde 44 zetels ( – 17), de Democratische Partij 27 ( +9), de Communistische Partij 15 (+ 9), de Boeddhistische Komei 9 (- 2), de Liberale Partij 6 (st.Quo), de Socialistische Partij (SP) 5 (- 7) en de onafhankelijken 20 . De krant Le Monde wijst hierbij op het discrediet van de regerende politieke klasse, en dat de kiezer zijn hoop en verwachting stelt op een alternatief.

De krant beoordeelt de winst van de communisten als de grootste verrassing en wijst er op dat deze de enige partij is die stelselmatig in alle verkiezingen vooruitgaat. In de laatste wetgevende verkiezingen behaalde zij 26 zetels en op lokaal vlak is ze met 4000 verkozenen de meest representatieve. Le Monde gaat er van uit dat de reden van deze bestendige vooruitgang het gevolg is dat het de enige partij is die niet bij corruptieschandalen betrokken is. Premier Ryutaro Hashimoto van de LPD gaf ontslag na de slechte uitslag van zijn partij.

Japan worstelt, ook voor een deel als weerslag van de Aziatische crisis, met aanzienlijke financiële en economische moeilijkheden. De gewezen minister van buitenlandse zaken, Keizo Obuchi werd als voorzitter van de LPD verkozen en zodoende als nieuwe premier aangeduid. Bekend als een “apparatsjik” verwachten waarnemers dat hij de door de kiezers veroordeelde politiek van zijn voorganger zal voortzetten.

Informatie en commentaar: André De Smet